Wanneer ik, voorzien van duikmasker en snorkel, onder de waterspiegel verdwijn wordt opeens alles anders. Alle geluiden verstommen. Ik hoor alleen nog mijn pruttelende ademhaling. Kon ik net nog kilometers ver zien, nu is het zicht slechts enkele meters in de dichte, zachtgroene onderwatermist’, zo vertelt Willem Kolvoort, al vijftig jaar onderwaterfotograaf, in zijn nieuwe boek. Telkens als hij afdaalt in ‘ons zoete water’ raakt hij weer gefascineerd door de geheimzinnige landschappen die hij daar ontwaart. Kleine zwevende deeltjes veroorzaken er ‘prachtige lichtgordijnen en schaduwen’.

Uit de honderden foto’s die Kolvoort schoot in slootjes, vennen en beken vol algenkrullen, weke beestjes en wuivende planten, stelde hij de afgelopen jaren drie uitgaven samen: Oer, de kracht van kijken (met natuur- en landschapsfotograaf Martin Kers, 2008), Beeldschoon water, in 2010 gemaakt in opdracht van Natuur en Milieufederatie Drenthe en Het Drentse Landschap, en Waterlicht dat eind 2011 verscheen. Vanwege zijn bijzondere manier van fotograferen kreeg hij op 15 december een van de drie Noorderbreedte Prijzen, die ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van ons tijdschrift werden uitgereikt.

‘Het spel van licht onder water is niet vanzelfsprekend’, benadrukt Kolvoort. ‘Een overmaat aan meststoffen kan water in een troebele soep veranderen. In zulk water verdwijnen bij gebrek aan licht de waterplanten en daarmee de talloze diertjes die ertussen leven, en vervolgens de vogels die daar weer van afhankelijk zijn. Gelukkig is de waterkwaliteit in Nederland na een dieptepunt in de jaren zeventig flink verbeterd.’

Hij heeft ook vaak gefotografeerd in de Atlantische Oceaan, het Baikalmeer en in tropische zeeën. Maar de mooiste onderwatertaferelen treft hij steeds weer in klein water aan. ‘Juist slootjes en vijvertjes zijn het rijkst aan soorten, en vaak kristalhelder. Dat is mooi, want Nederland heeft zo’n 300 duizend kilometer sloot. Bijna tien keer de omtrek van de aarde.’