Het 91 jaar oude Woudagemaal in Lemmer wordt nog steeds aangezet bij hoge waterstanden om de moderne gemalen en spuisluizen bij te staan als die overtollig water lozen. De ‘Kathedraal van Stoom’, zoals Wetterskip Fryslân het gemaal noemt, pompt dan vier miljoen liter water per minuut vanuit de Friese boezem naar het IJsselmeer. Sinds 1998 staat dit grootste nog werkende gemaal op aarde op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De Stichting Woudagemaal vond dat zo’n bijzonder gebouw een aantrekkelijk bezoekerscentrum verdient.

Ze schreef een prijsvraag uit, die werd gewonnen door Jelle de Jong Architecten uit Lemmer. In oktober dit jaar ging het centrum open. Het herbergt een interactieve expositie over waterbeheer en over het stoomgemaal, een filmzaaltje en aan de achterzijde een koffie- en theeschenkerij met fraai uitzicht op het IJsselmeer. Het capsule-achtige bouwwerk is via een loopbrug verbonden met het terrein rond het gemaal.

Jelle de Jong licht toe hoe hij tot het ontwerp is gekomen. Het begon met de locatie, vertelt hij. Die stond niet vast. ‘Het bezoekerscentrum had bijvoorbeeld ook aan de provinciale weg van Lemmer naar Balk mogen komen. Wij vonden dat een minder goede plek omdat het landschap daar nog zo mooi open en maagdelijk is.’ Uitgaande van bouwen op het erf van het gemaal zag De Jong al gauw dat het een ruimte op poten moest worden, zodat bezoekers over de IJsselmeerdijk kunnen uitkijken. Die poten kwamen in nieuw gegraven water te staan want De Jong wilde voorkomen dat er na verloop van tijd bankjes of wipkippen rond en onder het bezoekerscentrum zouden opduiken. Verder moesten het materiaal en de kleur bescheidenheid ademen, zegt de architect. ‘We wilden het monument zo min mogelijk beconcurreren.’ Vandaar de keuze voor
klei-grijs beton en metaal.
De loopbrug noemt De Jong ‘een noodzakelijk kwaad’. ‘De opdrachtgever wilde het graag zo. Op deze manier komen de ingaande bezoekers en de mensen die door willen naar het gemaal elkaar op de trap niet tegen.

Trefwoorden