Ze konden zwemmen, waren gezond, hadden in totaal zes dagen de tijd en vonden het niet erg te worden gefilmd. De Waddenvereniging zorgde voor geschikte kleding, eten en onderdak, betaalde de reiskosten en regelde de verzekering. Ziedaar de voorwaarden waaronder vijftien vrijwilligers de afgelopen maanden meewerkten aan een unieke proef: (groot) zeegras zaaien en oogsten in de Waddenzee. Op drie plekken van een hectare, bij Den Helder, bij Schiermonnikoog en bij de Groninger kwelders, zetten ze het uit Duitsland afkomstige watergewas uit. Het doel van de samenwerking in deze tussen Rijkswaterstaat en de Waddenvereniging: zien of het vroeger op grote schaal voorkomende zeegras ‘zo natuurlijk mogelijk’ wil terugkeren. Het rijk en de vereniging betaalden ieder een deel van de kosten.

Ruim honderd mensen meldden zich als vrijwilliger, vertelt projectleidster Josje Fens. Circa vijftien waren er nodig. De vrijwilligers, van studenten tot gepensioneerden, kwamen uit bijna het hele land.
Zeegras kwam tot de jaren dertig van de vorige eeuw veel voor in de Nederlandse Waddenzee. De plant werd onder meer gebruikt om wierdijken te bouwen. Op Wieringen is er nog een te zien. Zeegras legde echter het loodje door de aanleg van de Afsluitdijk, die voor andere getijstromingen zorgde, en door ziekte. Zeegrasvelden zijn belangrijk voor vissen, verduidelijkt Fens. Jonge vissen kunnen zich er goed ontwikkelen. De proefnemers willen verder nagaan of zeegras zand vasthoudt. Zandplaten groeien beter mee met de stijgende zeespiegel, is de gedachte. De zaai- en oogstmethode is afgekeken uit de Verenigde Staten. Daar zijn goede resultaten behaald met in de bodem verankerde, drijvende zakken met stengels vol zeegraszaad.
Volgend jaar wordt de operatie herhaald. Mogelijk met nieuwe vrijwilligers. Ruim de helft kwam dit jaar trouwens uit de drie noordelijke provincies. Zo hoort het. Het (Nederlandse) Waddenareaal mag (inter)nationaal van grote waarde zijn, de hoeders van het gebied zijn in de eerste plaats de noordelingen zelf. Maar bovenal, aldus Fens: ‘is het leuk te merken dat zo veel mensen écht de handen uit de mouwen willen steken voor de natuur.’

Trefwoorden