In 1980 schilderde wijlen Han Jansen de Waddenzee. Niet op de manier zoals honderden anderen dat voor en na hem deden, maar letterlijk: door verfpigmenten in de geulen en prielen te strooien. De bodem en de geulen kleurden brilliant green, crimson red en lemon.

‘Even stond Han naast God om te laten zien, dat het op de zoveel miljardste dag van de schepping nog wat kleuriger kon’, aldus toenmalig directeur Wouter Kotte van het Museum voor Hedendaagse Kunst in Utrecht. Met zijn Wadschilderingen kreeg Jansen internationale bekendheid.

De zoon van een Groninger herenboer wist wat vernieuwen is. Vijftien jaar lang sierden zijn schilderijen de omslagen van Noorderbreedte; een bijzonder podium voor een kunstenaar. Hij schilderde grond, zowel in de binnenlanden van Australië als achter zijn huis in Eelderwolde. Ook was hij de geestelijk vader van zogenoemde ‘stroomschilderijen’. Jansen goot de verf op het platliggende linnen en liet vervolgens de zwaartekracht en de structuur van het doek het werk doen terwijl hij het oppervlak scheef hield.

Deze …

Trefwoorden