‘Zolang de kwaliteiten “rust en ruimte in een mooie woonomgeving” overeind blijven, zijn inwoners van kleine dorpen niet bang dat hun dorp leegloopt’, stelt Jannie Rozema van Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen.

In opdracht van gemeenten en Verenigingen Dorpsbelangen hebben studenten van deze opleiding onderzoek gedaan naar de waardering van de leefomgeving in de Groninger dorpen Houwerzijl, Ulrum en Westernieland (gemeente de Marne) en Niehove (gemeente Zuidhorn). De resultaten daarvan maken aannemelijk dat niemand in de genoemde kleine dorpen het erg vindt om voor de dagelijkse boodschappen en de basisschool naar elders te moeten reizen. Voorwaarde is wel dat auto en diepvries beschikbaar zijn. Verder is een goed onderhouden wegennet belangrijk.
‘De meeste dorpen hebben te maken met vergrijzing en ontgroening’, vertelt Rozema. ‘Dat maakt de vraag interessant hoe ze hun leefbaarheid in stand houden.’ Dorpelingen zijn over het algemeen heel tevreden over hun dorp. Meer dan de helft van hen denkt er niet over om te verhuizen. Met name ouderen willen graag blijven. Rozema: ‘Voor deze groep is het wel de vraag of en hoe je hun mobiliteit in de toekomst in stand kunt houden. Een mogelijkheid zou burenhulp kunnen zijn. Uit de dorpsonderzoeken blijkt dat dorpelingen een goede band met hun buren hebben.’
Het merendeel van de dorpsbewoners is zeer betrokken bij hun dorp. Ook hebben bijna alle dorpen hun eigen website. Rozema: ‘Het is mooi om te zien hoe dorpelingen hun dorp via internet in de schijnwerpers zetten. Ze zien de dorpswebsite als hun persoonlijke visitekaartje.’