De koe in de wei, de kameel in het circus en het hert in het bos. Dat is het beeld zoals we het van kinds af kennen. Maar er heeft zich in alle stilte een revolutie voltrokken. Nu staat de koe in de stal – en blijft op stal –, de kameel in de wei en het hert in de tuin.

U kent ze wel, al die weidjes en kampjes in kleine dorpen waar altijd wat schapen en pinken op graasden, met een hok konijnen in de hoek en een geit aan de pin. Wat is er veranderd? Nog niet zo lang geleden waren de dorpsweidjes in gebruik bij boerenfamilies of knechten van boerenfamilies. Die deden ermee wat bij het boerenleven hoorde: jongvee weiden, rust bieden aan een zieke koe of wat baaltjes hooi winnen voor de pony. Door de jaren heen zijn de weidjes samen met de bijbehorende behuizingen verkocht aan stadsmensen die liever op het platteland willen leven, want daar ben je vrij en kun je dieren houden. Zo veranderde het dorpsbeeld van een agrarische gemeenschap in een dierentuin. De moestuin werd een hertenkampje met damherten, op het ponyweidje lopen nu lama’s en struisvogels, en …

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €57,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.

Trefwoorden