Het kaartbeeld toont opvallende cultuuringrepen in de donkerblauwe en rood-roodbruine kleuren. Hoe vallen die te verklaren?

Als eerste de wierde Wierum. Deze oude woonheuvel bevindt zich enkele kilometers ten noordwesten van de stad Groningen. Wierum is zeer gehavend; slechts een kwart van de oorspronkelijke woonheuvel resteert. De lezer kent het verhaal: talloze wierden of terpen werden in de negentiende en begin twintigste eeuw afgegraven. De vruchtbare terpaarde die zo beschikbaar kwam, diende als meststof voor de schrale akkers van de zand- en veengronden in de Groningse en Drentse veenkoloniën. Op deze wijze verdween meer dan de helft van deze oude woonplaatsen. Helemaal van de kaart verdwenen ze niet, want de uitgegraven gronden liggen laag ten opzichte van de naaste omgeving. Op de hoogtekaart zijn ze goed zichtbaar aan de donkergroene kleur. Die laat duidelijk zien dat de ‘vloer’ van de afgraving een stuk lager (100 à 150 centimeter) ligt dan het omringende land. Opslibbing rondom de wierde in de loop der eeuwen verklaart deze lage ligging. Talloze keren heeft het zeewater de woonheuvel omgeven. De donkergroene vlek toont ons de hoogteligging van de kwelderbodem voordat de wierde er op werd aangelegd. De bewoonde delen van de wierden zijn uiteraard gespaard gebleven, wat het merkwaardige beeld oplevert van een aangesneden taart. Maar de hoogtekaart zet ons deze keer op het verkeerde spoor. De kaart is al verouderd: de verdwenen wierde is inmiddels teruggekeerd! Opgehoogd en aangevuld met slib uit het naastgelegen Reitdiep ligt Wierum er weer prachtig bij – als een grazige groene heuvel met het kerkhof hoog in het midden. De wierde werd onlangs feestelijk geopend met toespraken en een fietstocht. Ook de wierde Englum nabij Oldehove is inmiddels hersteld en bij de wierde Valcum onder Winsum is men druk doende. Al deze wierden maken deel uit van het provinciale plan om een aantal afgegraven wierden weer aan te vullen. Dat heeft ook een discutabele kant. We hoorden al spreken van een ‘nepwierde’ en aanvullen is evenzogoed een interessante historie van delfstofwinning vernielen. Je kunt natuurlijk ook gehecht raken aan het beeld van kerkjes op steilranden en daaronder, op het afgegraven deel, de ijsbaan van het dorp. Donkerblauwe banen liggen langs het Reitdiep, op het rechte stuk tussen Wierumerschouw en het Van Starkenborghkanaal. Het gaat om de ontgravingen voor de winning van de klei om de dijken van het Reitdiep aan te leggen en te onderhouden. Dezelfde laagten dienen ook weer om het kwelwater uit het diep in op te vangen. Nog meer afgravingen vallen af te lezen uit het donkerblauwe geblokte kavelpatroon tussen de Oostumerweg en het Aduarderdiep. Het gaat hier om bodemverlagingen door perceelsgewijze kleiwinning voor de baksteenindustrie in de negentiende en begin twintigste eeuw. Ten slotte moeten we nog een verklaring bieden voor de meest in het oog springende rode kleur op de landtong tussen het Reitdiep en het Van Starkenborghkanaal. Niet zo moeilijk. Om het kanaal op bevaarbare diepte en breedte te houden, moet je af en toe baggeren. De baggeraars gooien de vrijkomende bagger (de baggerspecie) op één plek op een hoop. Zo’n plaats heet een bagger- of speciedepot. Het kaartbeeld vormt het duidelijke bewijs dat grondverzet nodig is voor de meest elementaire zaken in het leven, wonen en vervoer. Als we voedselbehoefte daaraan toevoegen, laat de kaart ook nog eens zien dat er grondverzet nodig is om sloten te graven zodat landbouwgronden droog blijven. Je zou bijna de leus bedenken: ‘Grondverzet moet’.

Trefwoorden