Benoem in de komende kabinetsperiode één beheerder voor de Waddenzee die de natuurwaarden als een leeuw bewaakt, vindt Margreeth de Boer, voorzitter van de Raad voor de Wadden. Douwe Hollenga, voorzitter van de Beheerraad, acht het luchtfietserij.

‘Iedereen die bezig is met de Waddenzee bezig is, heeft goede bedoelingen, toont grote inzet en heeft veel affiniteit met het gebied. Daar ligt het niet aan.’ Met de individuele koorleden is kortom niets mis maar waar is de dirigent? Margreeth de Boer, voorzitter van de Raad voor de Wadden, heeft zorgen over het gebrek aan stuurkracht in de Waddenregio met zijn vele ‘grote en conflicterende belangen’: biodiversiteit, visserij, gasboringen, toerisme, veiligheid. ‘Wie iets wil met de Waddenzee moet lang en met veel partijen overleggen. De kwaliteit van het gebied is uiterst kwetsbaar en heeft intense aandacht nodig.’ De Boers advies: benoem één beheerder die in de eerste plaats de natuurwaarden in het gebied als een leeuw bewaakt. ‘Het zou mooi zijn als daar in de komende kabinetsperiode werk van wordt gemaakt.’

Er zitten veel partijen aan tafel, maar is dat erg?, reageert de Groninger gedeputeerde Douwe Hollenga laconiek. ‘Voor de buitenwacht ziet het er erg druk uit in de bestuursnetwerken rond de Waddenzee’, erkent hij. Toch is het hem veel waard dat provincies en gemeenten in hun eigen staten en raden verantwoording blijven afleggen. ‘Dat houdt de mensen in het gebied goed betrokken.’ De oproep van De Boer om de (natuur)regie in de regio in één hand te leggen, acht hij ‘een gepasseerd station.´ Er is al veel verbeterd, vindt Hollenga. ‘We hebben geluk gehad dat de natuurorganisaties en de mosselsector een conflict kregen. Nu hebben de partijen elkaar gevonden en er is een natuurherstelprogramma gekomen.’

De Boer (PvdA) en Hollenga (CDA) weten waarover zij praten. De Boer is al tientallen jaren betrokken bij de Wadden. Eerst als gedeputeerde in Noord-Holland, later als minister van VROM en burgemeester van Leeuwarden, en nu als voorzitter van de Raad voor de Wadden, een adviesorgaan voor regering en parlement. Hollenga maakt als gedeputeerde deel uit van de Regionale Commissie Waddengebied waarin bestuurders uit de regio bijeenkomen. Tevens is hij voorzitter van de zogenoemde Beheerraad die zich vanuit de RCW bezighoudt met de efficiency en afstemming van alle natuurbeheerders in het gebied.

Hoe wel/niet ‘erg’ is het gesteld met de bestuurlijke versnippering in de Waddenregio? Feit is dat tientallen besturen, stuurgroepen, commissies, raden en regisseurs zich om het Wad bekommeren. De zeggenschap over de Waddenzee is de facto echter in handen van de provin-cies. Het is wel een gedeelde macht: het grootste deel van de Wadden is Fries, een stuk Noord-Hollands en een deel Gronings. Daarnaast zijn er vijf eilandgemeenten, dertien kustgemeenten en vier waterschappen die in diverse gremia meepraten en beslissen. En dan is er nog het Rijk. Het ministerie van VROM houdt de regie op ruimtelijke claims, het departement van LNV is verantwoordelijk voor natuur, visserij en internationale afstemming, Verkeer en Waterstaat waakt over de vaarwegen en veiligheid, onder auspiciën van Defensie wordt militair geoefend en Economische Zaken heeft te maken met de gaswinning.

Velen hebben hindermacht, niemand beschikt over doorzettingsmacht, concludeerde in 2004 de Adviesgroep Waddenzee van de politieke zwaargewichten Wim Meijer (PvdA), Tineke Lodders (CDA) en Loek Hermans (VVD) in een rapport aan regering en parlement. Veel is er sindsdien niet veranderd. Het Waddengebied heeft er de afgelopen jaren nog meer organen (Waddenfonds, Waddenacademie, ‘bestuurlijke monsters’ volgens critici) bij gekregen. Het doolhof bezorgt bestuurders en ambtenaren heel wat zweetdruppels, burgers weten niet bij welk loket ze terecht moeten, natuurbeschermers kunnen niet optimaal aan de slag. Bij moeilijke vragen staat het kastje een heel eind van de muur. Bovendien is het Waddenbestuur door die grote gelaagdheid absoluut niet democratisch.
´Je gaat elkaar voor de voeten lopen en dat is onnodig duur´, vult De Boer aan. Zij wijst op een van de brede heroverwegingsrapporten van het vorige kabinet, op het rapport dat handelt over de bestuurlijke kosten in ons land. Daarin wordt de mogelijkheid geopperd om de provincies en de waterschappen af te schaffen. ‘Begin bij de Wadden en kijk eens hoe dat werkt,’ suggereert De Boer. ´In de loop der jaren is geloof ik al vijf keer geprobeerd om het Waddenbestuur slagvaardiger te maken. Eigenlijk heeft dat nooit tot iets geleid.´ Even later komt zij daar op terug. ´Nee, dat is niet waar.’ Ten tijde van Meijer c.s. leken gemeenten en provincies wel bereid om autonomie prijs te geven. De Boer, met spijt: ‘Dat was uniek. Toen lag de oplossing voor het grijpen.´

De Raad voor de Wadden mengde zich vier jaar geleden samen met de Raad voor het Openbaar Bestuur in de discussie over de bestuurskracht. In hun rapport ‘Natuurlijk gezag’ adviseerden zij tot een vereenvoudiging van het bestuur te komen. Maar Den Haag kopte de bal (weer) niet in. Dezer maanden is het de beurt aan Berenschot. Het onderzoeksbureau kreeg begin dit jaar van VROM de opdracht met een oplossing te komen.

Hollenga geeft als een van de opdrachtgevers alvast een voorschot op mogelijke uitkomsten. De gedeputeerde heeft deze betaalde adviseurs niet ingehuurd, zegt hij, om te herhalen wat al eerder is betoogd en afgewezen. Op een advies om de Wadden onder te brengen in bijvoorbeeld één openbaar lichaam onder leiding van een onafhankelijke Waddencommissaris zit hij met andere woorden niet te wachten. Berenschot moet volgens hem kijken of kleine verbeteringen mogelijk zijn. Hollenga: ´We kunnen misschien een paar zaken in elkaar schuiven. In verschillende organen zitten vaak dezelfde mensen.´

Opvallend was dat VROM begin dit jaar Berenschot ‘inhuurde’ en niet de ‘eigen’ Raad voor de Wadden. ´Jullie zijn ook zelf partij´, kreeg De Boer in Den Haag te horen. De suggestie van Hollenga over het in elkaar schuiven van verschillende organen, kan zij billijken. De Boer doet een voorzet: ´Volgend jaar moet er een nieuwe Raad voor de Wadden worden benoemd. Je zou er voor kunnen kiezen om de Raad voor de Wadden en de adviescommissie Hermans (die de subsidieaanvragen van het Waddenfonds beoordeelt, red. Noorderbreedte) samen te voegen.’