Wonderboom, een jeugdtheaterschool op het Noord-Groningse platteland, bestaat tien jaar en speelt een voorstelling in middeleeuwse kerken op het Hogeland. ‘Wat zegt zo’n gebouw je, als je niet religieus bent opgevoed?’

‘Het begon tien jaar geleden met een musical op de basisschool in Eenrum, waarbij ik als hulpouder was betrokken’, vertelt Pauline Kamerman, medeoprichter en artistiek leider van Wonderboom. ‘Daardoor ontdekte ik wat het betekent om met kinderen te werken.’ Pauline had net haar opleiding voor amateurtheaterregisseur in Groningen afgerond. Ze ontdekte hoe weinig cultureels er op het Hogeland te doen was voor kinderen en jongeren. ‘Met een heleboel vrijwilligers organiseerden we daarom een workshop in cultureel centrum ’t Marnehoes in Wehe-Den Hoorn. Er kwamen dertig kinderen op af, een groot succes.’ Zo ontstond het plan om een stichting voor kindertoneel op te richten, die al snel Jeugdtheaterschool Wonderboom ging heten. De naam heeft een dubbele betekenis, vertelt Kamerman. ‘Het wonder verwijst naar het wonderlijke, de magie van het theater. De verwondering die je hierdoor – als speler en als publiek – kunt voelen. De boom is een metafoor voor groei, met je hoofd in de wolken en met je voeten op de grond. Of eigenlijk in de klei dus. Wonderboom is een gewortelde droom.’ Anno 2010 volgen 120 kinderen en jongeren in de gemeenten De Marne, Winsum en Eemsmond een theatercursus.
De plattelandstheaterschool – de enige van Nederland – heeft haar kantoor en uitvalsbasis in de Blauwe Schuit in Winsum, centrum voor cultuur, educatie en welzijn. Hier is sinds kort ook een theaterzaaltje ingericht. Maar de cursussen worden niet allemaal in Winsum gegeven. De kracht is dat Wonderboom naar de kinderen toe komt. ‘Zodra kinderen in groep 5 zitten, kunnen ze zich opgeven voor een cursus. Deze kinderen hebben nog een kleine actieradius. Daarom geven we onze cursussen in Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne), Winsum en Warffum (Eemsmond). Jongeren zijn zelfstandiger en kunnen vanwege school alleen ’s avonds oefenen. Voor hen ligt Winsum het meest centraal vanwege de goede verbindingen met het openbaar vervoer.’ Wonderboom heeft vanaf het begin geprobeerd om meer dorpen tegelijk te ‘bedienen’, omdat een cursus in één dorp niet makkelijk vol te krijgen is. Nu werkt de organisatie niet alleen meer dorpsoverschrijdend, maar ook gemeenteoverschrijdend. De kansen liggen in een dunbevolkt gebied nu eenmaal op een hoger ruimtelijk schaalniveau.

Kazerne als theaterzaal
De cursussen bouwen op elkaar voort. In de beginnerscursus leren kinderen sketches spelen. Tijdens de latere cursussen ontwikkelen ze onder professionele begeleiding complete voorstellingen. Dat de voorstellingen van hoog niveau zijn, bleek onder meer toen Wonderboom in 2006 met de jongerenvoorstelling Game Over de Tine Clevering-
Meijerprijs won op het Jeugdtheaterfestival van de provincie Groningen. Meestal worden de voorstellingen twee of drie keer gespeeld. ‘Het moet voor de kinderen wel leuk blijven. Jongerenvoorstellingen kunnen wel wat vaker, maar we moeten ook genoeg publiek trekken.’ De uitvoeringen zijn vaak op locatie, wat veel gezeul met kleding en decor oplevert, maar ook het theater naar de mensen brengt en er extra jeu aan geeft. Een hotel in Kloosterburen, een kazerne, palingrokerij en boerenschuren en dorpshuizen hebben al als theaterzaal gefungeerd.
De voorstellingen ontstaan altijd vanuit de groep. Kamerman: ‘Zo leren kinderen fantasie met elkaar te delen en te bedenken hoe je je fantasie kunt uitbeelden. Ze leren te letten op reacties van anderen voordat ze zelf weer verder kunnen spelen in hun rol. Ook is het goed voor hun zelfbewustzijn. Verlegen kinderen leren zich beter te presenteren en manifesteren; dat je ook dingen met je lijf kunt zeggen zonder woorden te gebruiken. Dit soort kinderen is vaak fantasierijk, en voelt herkenning en erkenning in een groep met eensgezinden.’
Het jubileumjaar ging in maart van start met de kindervoorstelling Binnenste buiten, Onderste boven. Het slotakkoord vormt een op middeleeuwse kerken op het Hogeland geïnspireerde voorstelling. Die zal gaan over de betekenis van kerkgebouwen, en wat zich daar heeft afgespeeld. ‘Wat zegt zo’n gebouw je, als je niet religieus bent opgevoed?’ De jubileumproductie wordt gespeeld in drie tot tien Hogelandster kerken; in elk geval in ’t Marnehoes, de voormalige Nederlands-Hervormde kerk waar het allemaal begon. ‘Ik lees momenteel veel over de oude kerken’, vertelt Kamerman. ‘Zo blijkt het podium van ’t Marnehoes, waar we al jaren op spelen, boven op de grafkelder van de familie Van Starkenborgh van borg Verhildersum in Leens te zijn gebouwd. Opeens stonden we daar met een heel ander gevoel!’

Droomontwikkeling
Terugblikkend stelt Kamerman dat het tien enerverende jaren zijn geweest, ‘waarin we elke keer met weinig financiële middelen en heel veel creativiteit een stapje beter, groter, professioneler zijn geworden. Er zijn altijd veel vrijwilligers geweest, voor het maken van de kleding of het regelen van het licht, en allemaal uit de regio. Zonder hen was het nooit zover gekomen. Eigenlijk is het een droomontwikkeling: van één cursus naar tien groepen en zes docenten.’ Vooruitkijkend wil Wonderboom graag een plaats voor alle kinderen en jongeren blijven bieden. Niet alleen in de fysieke zin, door naar de dorpen te gaan, maar ook in creatief opzicht, door de voorstellingen vorm te geven rondom de ideeën van de kinderen en jongeren. Momenteel kan Wonderboom bestaan dankzij bijdragen van sponsoren, fondsen en de gemeenten De Marne, Winsum en Eemsmond. Het is altijd spannend of dat soort financiering blijft doorgaan. Om meer financiële zekerheid te krijgen, is in juni 2009 de Stichting Vrienden van Wonderboom opgericht. Mensen kunnen met een (kleine) donatie vriend worden. Wonderboom is niet alleen leuk theater, het is ook een voorziening op het platteland die bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving. Kamerman: ‘Ik heb wel geleerd dat je veel in een gebied kunt bereiken, als je daar zelf moeite voor doet.’

Trefwoorden