De Amerikaanse kunstenaar Matthew Mazzotta verbleef tijdelijk in een weiland in Smalle Ee. Voorbijgangers konden kruidenthee bij hem drinken, gezet met behulp van lokale koeienmest.

Een in de buurt wonende boer heeft Matthew Mazzotta vanochtend een stapel pannenkoeken gebracht. ‘Hij stond de afgelopen vier dagen geregeld deze kant op te kijken, vanaf de overkant van de weg, hangend over zijn schop’, vertelt de kunstenaar. ‘Als ik zwaaide kwam er geen reactie. Vanmorgen kwam hij hiernaartoe met homemade pancakes.’
We schrijven voorjaar 2010, een wat druilerige zaterdag. Matthew Mazzotta (1977), ontvangt gasten in de P.A.I.R. Deze mobiele woon- en werkunit van het noordelijke locatietheatergezelschap PeerGroup (zie kader) staat enkele weken in een weiland bij het Friese Smalle Ee, op de plaats waar vanaf de dertiende tot aan het eind van de zestiende eeuw het benedictijnerklooster Smelne stond.
Twee op elkaar gestapelde zeecontainers, waarvan de onderste als atelier dienstdoet en de bovenste als woning, vormen Mazzotta’s tijdelijke residentie. Enkele tientallen meters verder staan in een cirkel acht door de kunstenaar gefabriceerde zitmeubels – ze doen denken aan symmetrisch uiteenvallende parten van een kokosnoot – rondom een eveneens eigenhandig vervaardigde biogasinstallatie. De gaspit brandt op methaangas dat Mazzotta wint uit een tank met koeienmest, die middels een slang met de gasbrander in verbinding staat. Lokale runderen leveren de mest. De aan het Art & Technology Department van MIT opgeleide kunstenaar wil in dit openluchttheehuis ‘nieuwe sociale interacties’ tot stand brengen, met en tussen lokale bewoners, toevallige passanten en andere geïnteresseerden. Langs de smalle asfaltweg die naast het weiland loopt, maakt een geplastificeerde tekst die met punaises op een houten paneeltje is bevestigd voorbijgangers attent op de mogelijkheid Mazzotta te bezoeken.

Katalysator voor contact
‘Veel hedendaagse technologie vervreemdt ons van elkaar en van onze omgeving’, betoogt Mazzotta. ‘Ik gebruik een eenvoudige techniek om energie op te wekken als katalysator voor contact.’ Op de plaats waar ooit het klooster een verzamelplaats voor kennis was, wil Mazzotta het uitwisselen van kennis stimuleren. Met bezoekers van de P.A.I.R onderneemt hij wandelingen door het omringende landschap en zoekt hij planten waarvan het aftreksel kan worden gedronken. ‘Je zou het misschien niet denken, maar dat zijn er veel. Brandnetel, weegbree, zuring, wilgenblad, wilgenbast, madeliefjes: het groeit hier allemaal en je kunt er drinkbare thee van maken.’
Kruidenvakvrouw Tjitske Postma, uitgenodigd vanwege haar speciale deskundigheid, heeft een zelfgetapte fles berkenwater meegenomen voor Mazzotta. Het bloed van de berk zit vol met anti-oxydanten, licht ze toe. ‘Twee, drie keer per week een glaasje voor de maaltijd en je kunt overal tegen. And it’s also good for your hair.’
Theezetten gebeurt in het theehuis met op methaangas gekookt water. Het theeritueel moet deelnemers verleiden praktische kennis en verhalen over het landschap te delen. ‘De meeste ruimtes die wij betreden hebben een eigen narratief’, stelt Mazzotta. ‘Vastliggende gedragscodes sturen ons gedrag en dat waarover we wel en niet spreken. Door het theehuis te bezoeken en mee te helpen zoeken naar planten, plaatsen mensen zich in een tamelijk ongewone situatie. Juist dan, dus als rollen niet heel duidelijk zijn gedefinieerd, ontstaan er verrassende interacties tussen mensen.’
Na zijn verblijf in Smalle Ee zal Mazzotta het theehuis verplaatsen naar De Galerij, de expositieruimte van schouwburg De Lawei in Drachten. Planten zoeken, zal daar in een stedelijke omgeving gebeuren. ‘De meeste mensen geloven niet dat er in een stad thee te vinden is, behalve dan bij de kruidenier. Juist door samen op zoek te gaan, maak je elkaar opmerkzaam op wat er groeit in je omgeving. Ik hoop dat dit project iets verandert in de manier waarop mensen zich tot hun leefruimte verhouden, dat ze meer gaan zien en nieuwsgieriger worden. Ik wil graag iets achterlaten in de hoofden van mensen.’

Aften
Smalle Ee. Het sombere weer op deze zaterdag vormt kennelijk geen belemmering voor een openluchtactiviteit. Rond de klok van twee hebben zich zeven personen bij de P.A.I.R. vervoegd voor een excursie annex theeceremonie: buurtbewoners, kruidenvrouw Tjitske, twee PeerGroup-medewerkers en verslaggever dezes. We schudden wat handen, knikken eens vriendelijk naar elkaar en werpen zorgelijke blikken op de lucht. Tien minuten nadat het gezelschap zich in beweging heeft gezet – we hebben inmiddels brandnetels en hondsdrafblaadjes geplukt – begint het hard te regenen. De drie beschikbare en broederlijk gedeelde paraplu’s bieden onvoldoende bescherming tegen zoveel neerslag en Mazzotta blaast de aftocht. ‘We maken binnen thee’, stelt hij voor. In de bovenste container van de P.A.I.R. nestelt het gezelschap zich naast en op de rand van zijn bed. Op het boekenplankje erboven staan naast Watching Wildlife, een flora van Nederland en enkele nummers van Noorderbreedte, romans van Murakami en Perec. Terwijl het water aan de kook raakt – ‘deze keer moet het maar even op gewoon butagas’ – deelt Tjitske Postma haar kennis van planten met de aanwezigen. Die leren heel wat bij. Thee gezet van paardebloem is goed voor de gal, het blad van de braamstruik geneest aften en kauwen op wilgenblad heeft het effect van een pijnstiller. Ook van de hondsdrafthee die even later zal worden genuttigd is bekend dat die ‘heel gezond’ is. ‘Het blad van de hondsdraf heeft de vorm van onze nieren en onze longen’, vertelt Postma, terwijl ze haar luisteraars op de palm van haar hand een hondsdrafblaadje voorhoudt. ‘Als de uiterlijke kenmerken van een plant overeenkomen met menselijke organen, heeft deze plant een positief effect op dat orgaan, zo leert ons de signatuurleer. Hondsdrafthee is dus goed voor de nieren en de longen.’ Terwijl de regen buiten langzaam ophoudt, drinken we brandnetel- en hondsdrafthee. Niet nadrukkelijk lekker, maar best te drinken, zeker bij een pannenkoek met suiker.

Mobiele werkplaats
De P.A.I.R. – de afkorting staat voor ‘Portable Artist in Residence’ – is het verplaatsbare atelierhuis van theatergezelschap PeerGroup. De mobiele werkplaats biedt kunstenaars die het landschap op enigerlei wijze thematiseren of als inspiratie gebruiken de gelegenheid op locatie te werken. PeerGroup selecteert kunstenaars op basis van een goed plan, het vermogen langere tijd alleen in relatieve afzondering te leven, en ‘een beeldende kunst-houding’. ‘We vinden een tastbaar eindresultaat minder belangrijk dan bijvoorbeeld iemands vermogen om bij omwonenden betrokkenheid te creëren bij het landschap’, licht Henri J. Alles toe, kernlid van de PeerGroup en geestelijk vader van de P.A.I.R.

Matthew Mazzotta is de vierde kunstenaar die een periode in de P.A.I.R. doorbracht. Vorig jaar deed Maurice Meewisse in het Valtherbos bij Emmen-Zuid een onderzoek naar Broken Circle/Spiral Hill, het land art-kunstwerk dat Robert Smithson in 1971 maakte bij de zandafgraving aldaar. Eerder bewoonden fotograaf Maarten Heijkamp en musicus/componist Hans Visser de mobiele werkplaats, respectievelijk bij Allardsoog en Westerbork.