Het land bij Slochteren en Schildwolde verandert binnen twee jaar in het Dannemeer, zeshonderd hectare groot. Noorderbreedte volgt de aanleg door de ogen van bewoners.

Hij woont achter een hoge coniferenhaag bij de brug over het Slochterdiep. Zijn huis is gebouwd op een terp, waar vroeger een molen en een gemaal stonden. Nu prijken er drie hoge zendmasten en vier grote antennes om het hok van Danica, de twee jaar oude herder die het spul bewaakt.
Toen Timon Kruijer (44) het huis kocht, in 1997, werd het aan alle kanten omgeven door boerenland. ‘Echt goeie grond was het niet hoor; voor aardappels is het te nat. Zolang ik hier woon, heeft er maïs gestaan.’ Hij zag het pand op internet en kocht het binnen tien minuten. ‘Een groot voordeel vind ik dat niemand last heeft van mijn hobby. Mensen zijn er niet gek op om een zendamateur als buur te krijgen.’
Tegenwoordig ziet hij vanuit de open keuken in het westen het nieuwe Skaldmeer liggen. Hier wordt de Ecologische Hoofdstructuur ingericht – het landelijke netwerk van met elkaar verbonden natuurgebieden. Omdat zijn huis wat hoger ligt, kijkt hij net over het dijkje heen. Een oranje zonnetje belicht het ondiepe wetland. ‘Prachtig toch?’
Vijf jaar geleden hebben ze met tien dumpers, van die trekkers met laadbak eraanvast, maanden lang grond heen en weer gesleept. Hij weet dan ook ongeveer wat er gaat gebeuren, als komend jaar ook zijn noordelijke uitzicht wordt verbouwd. Vanuit de woonkamer kijkt Kruijer nu nog uit over het Slochterdiep tot aan het Eemskanaal. Kilometers lang vlak agarisch gebied. Over een jaar ligt hier het Dannemeer, een zeshonderd hectare groot klei-oermoeras. Water met slikvelden, natte rietlanden en ruigtes.
De natuurmakers beginnen komende maanden met een watertunnel onder het Slochterdiep. Zodat het schone water uit het natuurgebied bij Kropswolde en het Skaldmeer zich niet mengt met het Slochterdiep, waar boerenland op afwatert.
Met dit diep heeft Kruijer niet veel. ‘Ik help mensen wel als ze langsvaren en modderen met de zelfbediening van de brug – vroeger waren schippers handiger. Zelf zit ik niet vaak op het water, maar mijn vader en broer komen regelmatig langs om te vissen.’
Bij de brug is een parkeerterrein voor bezoekers van het nieuwe natuurgebied ingericht. ‘Soms zijn er tegenwoordig op zondag al mensen als ik opsta – en ik ben meestal vroeg. Dan zie ik ze lopen met telescopen op hun schouder.’ Kruijer vindt het prima. Hij houdt van boerenland, maar ook van natuur. De vogels hebben geen last van zijn antennes. ‘Massa’s spreeuwen zitten er soms op. Als ik dan een klap tegen de mast geef om ze te verjagen, moet ik hard weglopen, anders zit ik eronder…’
’s Ochtends, zegt Kruijer, is het Slochterdiep een sluiproute voor het verkeer naar de stad. ‘Dan rijden er best veel auto’s langs. Het zal wel rustiger worden als ze, in het kader van de bouw van Meerstad, het Slochterdiep gaan afsluiten.’ Hij weet aardig wat over de herinrichting van zijn woonomgeving. ‘Niet dat ze mij iets hebben gevraagd, maar ik volg de krant en lees de nieuwsbrief van de Dienst Landelijk Gebied.’
In de ochtend, middag of avond kun je Kruijer met de scooter vanaf zijn eenzame plekje zien rijden over de Slochterse Hooilandweg richting Westerbroek. Afgelopen winter moest hij goed uitkijken, want strooiwagens komen er niet in deze uithoek. ‘Ik werk bij glasvezelproducent PPG in Westerbroek in de volcontinu dienst. Omdat ik slechte ogen heb, kan ik geen rijbewijs krijgen.’ Het eerste stuk van de route naar zijn werk ziet hij zowel aan zijn linker- als aan zijn rechterhand een dijkje. Daarachter hoort hij kikkers en vogels.
Weer thuis achter de hoge heg praat hij op de kortegolfbanden urenlang met mensen over de hele wereld. Over hun hobby, de kwaliteit van de verbinding en technische hoogstandjes. Voor echt verre bestemmingen op de VHF-banden laat Kruijer zijn geluid via de maan terugspringen naar de aarde. ‘Ik heb inmiddels mensen gesproken in 312 landen.’