Ten zuiden van Grijpskerk vertoont de hoogtekaart een duidelijke kleuromslag. Langs deze opvallende oost-westlijn lag ooit een van de oudste zeedijken van Groningen. Die beschermde het Zuidelijk Westerkwartier (met de landschappen Langewold in het noorden en Vredewold in het zuiden) tegen de uitgeruimde Lauwerszee. Er is weinig bekend over deze lang verdwenen dijk. De archieven spreken in vage termen over de ‘oude dijk van Langewold’ of ‘de Roder’. Op de hoogtekaart is de dijk echter haarscherp bewaard gebleven.

Rond 800 moet de Lauwerszee zijn ontstaan. Ter plekke van het huidige Grijpskerk is het dan eb en vloed. De bewoners van Langewold kunnen daarmee leven. Omstreeks het jaar 1000 begint het gebied zich behoorlijk te ontwikkelen. De bevolking ontgint nieuw land: in het noorden vanaf de zeekust, in het westen vanaf de Lauwers en in het zuiden vanuit de Oude Riet. In Langewold worden liefst negen parochies gesticht, met Sebaldeburen als centrum.

Het is een christelijk landschap; de tufsteen kerken getuigen van de welvarendheid van de streek. Maar het volg wil de vooruitgang blijven dienen. En daar is een zeedijk voor nodig. Ergens in de twaalfde eeuw zal die zijn opgeworpen. Van de zandrug van Noordhorn tot aan de Lauwers, nabij het Gerkesklooster.

Er is iets bijzonders aan de hand met de ‘stijlrand’ op de hoogtekaart. Het paarse gebied ligt lager dan het geelgroene. Dat scheelt zo’n anderhalve meter. De voormalige Lauwerszee ligt nu hoger dan het oude land achter de oude dijk. Dit hoogteverschil moet zijn ontstaan toen de Lauwerszee hier door opslibbing verdween. Talloze keren moet de Roder de zee hebben gekeerd. Steeds hoger rees het kwelderland aan de voet van de dijk.

De dijk is verdwenen maar het hoogteverschil is blijven bestaan. Met behulp van de hoogtekaart kunnen we de kleinste details van het oorspronkelijke dijktracé reconstrueren. We zien verstoringen van de rechte dijklijn als uitstulpingen van groen in het paars. Daar moeten doorbraken hebben plaatsgevonden waar ooit de dijk omheen werd gelegd.

Toen de Lauwerszee zich had teruggetrokken, gebruikte de bevolking de oude dijk als basis voor de ontginning en inpoldering van het nieuwe kwelderland. Een blik op een (oude) topografische kaart bevestigt dit. Ten zuiden van de dijk is de verkaveling blokvormig en onregelmatig en sluit het slotenpatroon aan bij de structuur van oude Karolingische dorpen. Rechte sloten ontwaterden het land ten noorden van de dijk. Hier ontstond een overwegend regelmatige opstrek. De bewoners van de nieuwe polder stichtten in de vijftiende eeuw Grijpskerk. In het ontgonnen land kwam parallel aan de Roder een nieuwe dijk te liggen: de huidige Friesestraatweg. De boerenheerden van Langewold verplaatsten zich naar de oude dijk. De stijlrand bood stevigheid.

Ten westen van Grijpskerk vormt de oude dijk de basis voor de Westerhornerweg, die Grijpskerk met Dorp en Stroobos verbindt. Een sfeervolle weg waarlangs we op diverse plaatsen de oude stijlrand kunnen waarnemen. De oorspronkelijke boerenplaatsen liggen nog altijd aan de zuidzijde van de weg, dus ‘achter’ de dijk. We zien oude ontginningsboerderijen zoals het Hilmahuis, dat in de archieven bekend staat als een voorwerk van de abdij Gerkesklooster. Ten oosten van Grijpskerk vinden we de Roder terug als een structuurlijn die een groot aantal boerenplaatsen verbindt. Nabij Zuidhorn maakt de buurtschap Okswerd onderdeel uit van deze oude dijklijn. Geen Nationaal Landschap zoals het noordoostelijk deel van het kaartbeeld, maar wel een waardevol landschap waar veel historische lijnen bewaard zijn gebleven.