kruisers en slagschepen onderzeeërs en torpedo’s een vernietigende zeeslag op ruitjespapier (...)

kruisers en slagschepen
onderzeeërs en torpedo’s
een vernietigende zeeslag
op ruitjespapier
met een kano bij de thee
en als hij wil mag hij
– toe maar – nog een tweede
de jongens boffen maar
dat hij er is
de haard doet achter
schilfererend mica
roodgloeiend haar best
omke Ate komt
veilig ruikend naar vee
zich warmen en kijkt
zwijgend toe bij het spel
tante Yke – haar wangen
roodblozende appels
bewaard uit de zomerse hof –
schenkt aandacht en thee

dan wordt het tijd
je moet, zegt ze,
thuis zijn voor donker
de schaatsen weer onder
de opvaart weer op
bij de boenplaats
tussen het riet staat
zijn wuivende tante
die hem nakijkt tot
hij groot wordt
en zij verdwijnt