Planten en dieren hebben meer leefruimte nodig en tegelijkertijd heeft het waterbeheer ruimte nodig. De combinatie wordt in het relatief lege Noorden toegepast: nieuwe natte natuur. Waterbeheerders en natuurherstellers lachen elkaar toe. Het is zaak het water bij de bron aan te pakken, zodat de stroom niet in versnelling komt. Zo kan men het water onderweg nog tijdelijk opslaan en voert men het geleidelijk aan af naar de zee. Om de natuurlijk processen terug te brengen moeten de kringlopen herstellen. Mensen moeten accepteren dat natuurlijke processen langzamer gaan dan de menselijke behoeften. Naast alle dieren en planten kunnen ook zij ervan gaan genieten.

Tegen de Duitse grens aan kun je in het beekdal van de Ruiten Aa weer kletspoten halen – en in de winter zelfs meer dan dat. Bij Slochteren legt Staatsbosbeheer een groot nieuw moerasgebied aan, het Dannemeer. Onder de stad Groningen – pal tegen de nieuwbouw van de stad – staan straks de weilanden vaker onder water en kronkelen het Eelder- en Peizerdiep plaatselijk door moeras. Het Leekstermeer en Zuidlaardermeer dijen vele kanten uit. En dan zijn er nog de kunstmatige meren ter bevordering van het woongenot, zoals bij Blauwestad en Meerstad. We zien steeds meer water in het Noorden.
Nieuwe natuur en waterbeheer zijn heimelijk een huwelijk aangegaan. In 1990 is vanuit de natuur de bodem gelegd onder deze relatie. Landelijk moest tien procent van de landbouwgrond omgebouwd worden tot nat…