In het Drentse land is een opmerkelijk project in ontwikkeling: Lofar. De grootste radio-telescoop ter wereld. En daaronder: 400 hectare natuur.

Voorzichtig rijdt Peter Bennema in zijn terreinwagen langs kuilen en waterpartijen. Het uitzicht is schitterend. We kijken richting Buinerveen en zien tussen enkele graaf-machines door in de verte de aardappelmeelfabriek van Nieuw-Buinen. ‘Kijk’, zegt Bennema, coördinator ruimtelijke ordening van Lofar. ‘Daar ligt een perceel grond van tien hectare dat we nog niet verworven hebben. We konden dat nog niet rond krijgen. We passen onze plannen iets aan en wachten af.’ Vervolgens rijden we langs de onlangs gerealiseerde meanders van het Achterste Diep, een bovenloop van de Hunze. Op verschillende plaatsen zijn vistrappen aangelegd. Hier en daar valt het destijds gekanaliseerde deel van Diep nog te zien.
Even eerder had een groot bouwbord aan de Exloërweg tussen Buinen en Exloo al duidelijk gemaakt dat hier een opmerkelijk project in ontwikkeling is: ‘Lofar. De grootste radio-telescoop ter wereld’. En daaronder: ‘400 hectare natuur’.

Duizenden antennes

In de directiekeet van aannemer Oosterhuis, die het werk uitvoert, had Peter Bennema al verteld dat hier sprake is van een unieke combinatie van hightech en natuurontwikkeling. ‘In 2003 is Astron [Netherlands Institute for Radio Astronomy, red.] begonnen met het Lofar-project. Om vragen over de geschiedenis van het heelal te kunnen beantwoorden, moet de nieuwe generatie telescopen honderd maal gevoeliger zijn dan de huidige. Daarom ontwikkelen we Lofar, Low Frequency Array, bedacht in het technisch laboratorium van Astron. Lofar meet de inkomende signalen uit de ruimte met behulp van duizenden gekoppelde kleine, simpele antennes. We digitaliseren de elektronische signalen van de antennes, bewerken ze en transporteren ze via een glasvezelnetwerk naar een supercomputer van de Rijksuniversiteit Groningen voor de definitieve bewerking. Vervolgens kunnen wetenschappers, waar ook ter wereld, via internet met de verzamelde gegevens aan de slag.’ Volgens Bennema zijn er duizenden antennes nodig om de veelheid aan wetenschappelijke vragen te kunnen beantwoorden. ‘We plaatsen die in het centrale Lofar-gebied, hier tussen Buinen en Exloo, maar ook op andere plaatsen in Noord-Nederland en in het buitenland: Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italie en Zweden.’ De antennes worden in clusters gegroepeerd. Een cluster is steeds cirkel-vormig met een diameter van 87 meter. Alle
antennelocaties met elkaar vormen vijf armen in vijf verschillende richtingen, met Exloo als middelpunt.

Amper bebouwing

Dat het gebied tussen de Hondsrug en de Veenkoloniën voor dit hightechproject is uitgezocht, heeft vooral te maken met het feit dat hier amper bebouwing is en storingsbronnen ontbreken. Voordat de graafmachines en shovels hier verschenen, was het een leeg, kaal akkerbouwgebied, doorsneden door een gekanaliseerde beek. Het gebied kende tweeënveertig grondeigenaren; veertig actieve akkerbouwers en twee veeboeren. In april 2003 werden ze voor het eerst met de plannen van Astron geconfronteerd. Daarna heeft het project zich volgens Bennema soepel ontwikkeld. ‘Vanaf het begin stond bij de grondverwerving vrijwilligheid voorop: als iemand niet wil, passen we de plannen aan. Door die open benadering konden we in drie jaar tijd bijna alle grond, zo’n vierhonderd hectare, verwerven tegen gangbare agrarische prijzen. De betrokken boeren zijn tevreden over het resultaat. Ook belangenorganisaties als LTO-Noord, de Milieu-federatie en Het Drentse Landschap raakten enthousiast, omdat we door Lofar sneller en meer natuur kunnen realiseren dan via de gebruikelijke ontwikkeling van de Ecologische Hoofdstructuur. De bedoeling is dat Het Drentse Landschap straks het eigendom en het beheer van het centrale Lofar-gebied overneemt.’

Superterp

We stappen uit de auto en kijken hoe enkele mannen antennes plaatsen. De eenvoud van die antennes verbaast. Ze staan op een grondvlak van plastic en betonijzer. Even verderop staat een ‘kast’ waarin de gegevens van deze gegroepeerde antennes verzameld worden. Verderop in het gebied rijden we later langs het centrale gebouwtje van waaruit alle gegevens straks naar Groningen zullen gaan. Op de een of andere manier past dit allemaal in het gebied. Nergens krijg je het gevoel dat wat hier gebouwd wordt de omgeving verstoort, ondanks het feit dat de apparatuur op zestig tot negentig centimeter hoge terpen komt te staan. Dat is nodig, omdat de natuurontwikkeling het gebied veel natter zal maken. Midden in het terrein ligt een soort superterp, omgeven door een brede gracht. Op deze terp staat de grootste concentratie aan antennes.
‘Ik ben ontzettend benieuwd hoe het er hier over tien of twintig jaar uit zal zien’, zegt Bennema als we even later verder rijden door het gebied, waarvan de bovenste dertig à veertig centimeter is afgegraven. ‘Het wordt een nat, gevarieerd gras- en kruidenlandschap met een grote diversiteit aan natuur, geschikt voor weide- en moerasvogels, maar ook voor vlinders en libellen. Een kwelmoerasgebied waar we het kwelwater tot in het maaiveld vasthouden. Maar wat gaat waar precies groeien? Welke planten keren na een lange afwezigheid terug? Buitengewoon boeiend.’ Er zijn plannen voor een uitkijktoren, een vogelkijkhut en een bezoekerscentrum voor Lofar en de natuur. Maar: ‘We gaan eerst kijken hoe het gebied zich ontwikkelt. Laat het zelf over een tijdje maar vertellen wat we moeten doen.’

Meer artikelen over Lofar in ons digitale archief (www.noorderbreedte.nl)

Spin-off

Vaststaat dat Astron de antennestations niet zal omrasteren. Het hele gebied blijft toegankelijk. Recreatieondernemers spelen al in op de Lofar-activiteiten door wandel-, fiets- en ruiterroutes voor het gebied te ontwerpen. Het is niet de enige spin-off. Boeren in de buurt, verenigd in ‘Boeren met Uitzicht’, hebben een wandelroute aangelegd op natuurlijke akkerranden grenzend aan het Lofar-gebied. Alle basisscholen in de gemeente Borger-Odoorn hebben deelgenomen aan de Lofar-techniekweek en in Assen is de Hanze Hogeschool een hbo-opleiding voor sensortechnologie begonnen, waaraan Astron deelneemt. De aanleg van het glasvezelnetwerk in het Veenkoloniale gebied heeft er verder toe geleid dat veel basisscholen, gemeentelijke instellingen en een woningbouwvereniging in het gebied zijn aangesloten op het supersnelle netwerk.

Trefwoorden