In vogelvlucht: Het Zuidlaardermeer: jonger dan gedacht

Goed beschouwd is het Zuidlaardermeer niet meer dan een stukje van de Hunze. Tegenwoordig stroomt de Hunze (of Oostermoerse Vaart) vanaf de zuidkant en rechtsonder op de foto het Zuidlaardermeer in en verlaat dit weer aan de noordkant als het Drentsche Diep. Recent archeologisch onderzoek heeft sterke aanwijzingen opgeleverd dat het Zuidlaardermeer niet ouder is dan duizend jaar. Omdat het te ondiep werd voor de recreatievaart, zijn in 2006 baggerwerkzaamheden uitgevoerd. Bodemonderzoek met een geo-radar bracht vooraf al een dwars door het Zuidlaardermeer kronkelende strook veen aan het licht. Dit moet de oude loop van de Hunze zijn geweest. Toen de baggeraars met hun feitelijke werk begonnen, troffen ze in het traject van de oude Hunzeloop een flinke stapel veldkeien aan, met een hoeveelheid hout en heideplaggen. Dit zijn de bouwstenen van een zogenaamde voorde: een verharde doorgang door een beek of rivier. Een voorde bestond meestal uit stenen waarmee de bodem van de rivier ondieper en begaanbaar werd gemaakt, aan beide zijden gestut met houten palen en eventueel afgedekt met heideplaggen. Een voorde maakt altijd onderdeel uit van een doorgaande weg. Dateringen van het hout wijzen uit dat de weg duizend jaar geleden nog werd gebruikt. Het huidige Zuidlaardermeer kon er toen dus nog niet zijn geweest.

Hoewel de monniken uit Aduard al in de dertiende eeuw ter hoogte van het huidige meer veen afgroeven, is het Zuidlaardermeer niet, zoals het Paterswoldsemeer, ontstaan door veenwinning. De stijgende zeespiegel maakte het de Hunze steeds moeilijker het afvoerwater te lozen. Het oprukkende zeewater en het afvoerwater van de Hunze kwamen elkaar ter hoogte van het huidige Zuidlaardermeer tegen. Mogelijk in combinatie met de verlaging van het maaiveld door de vroege veenwinning, zorgde de dynamiek van het botsende water ervoor dat het meer ontstond.
De luchtfoto is genomen vanuit het zuidwesten; uit de richting van Midlaren. Rechtsboven begint het veen-koloniale gebied en is duidelijk het strakke lint zichtbaar van het Groninger dorp Kropswolde en buurtschap Wolfsbarge. Op de achtergrond valt Hoogezand te zien. Zowel aan de zuidkant als aan de noordkant domineert het recreatieve gebruik van het Zuidlaardermeer. Rechtsonder zien we de recreatiewoningen, de speelweide en aanlegsteiger van Meerzicht. Aan de overkant van het meer het opgespoten zandstrand van het omvangrijke recreatiecomplex Meerwijck. Daarachter het Foxholstermeer, dat waarschijnlijk op dezelfde wijze is ontstaan als het Zuidlaardermeer. Linksonder springen het bungalowpark en de jachthaven van De Bloemert in het oog, dat naar het zuiden overgaat in het recreatiegebied Meerwijk. De Bloemert en Meerwijk vormden ooit, samen met Meerlust, drie aan elkaar grenzende buitenplaatsen die alledrie een oorsprong hadden als bisschoppelijke tafelgoederen. Tot in de zestiende eeuw bestonden de drie plaatsen uit omvangrijke boerderijen, verpacht door de bisschop van Utrecht. Later hadden vooraanstaande noorderlingen de erven als buitenplaatsen in bezit. Van Meerlust is weinig overgebleven, maar zowel De Bloemert als Meerwijk heeft zijn recreatieve functie uiteindelijk behouden.

Op de linker- en rechteroever van het meer treedt het natuurlijke karakter op de voorgrond. Doordat de golfslagwerking van zuidwest naar noordoost overheerst over de door de Hunze veroorzaakte noordwestelijke stroming, is de oostkant van het Zuidlaardermeer altijd onderhevig geweest aan afslag. Dit laten de oeverflarden op de foto mooi zien. Een aangelegde kade moet verdere afkalving tegengaan. Aan de westkant vindt verlanding plaats, waardoor de oever aangroeit. Op sommige plaatsen is een mooie gradiënt zichtbaar van bos via rietvegetaties naar het open water. In vroeger tijden overstroomde het meer bij een grote waterafvoer van de Hunze. Het water kon dan ’s winters de voet van de Hondsrug bereiken.