Een paar lijnen uit het Provinciaal Omgevingsplan (POP 2009-2013), zoals dat nu in ontwerp op tafel ligt.

Wie aan het Reitdiep een disco wil beginnen, komt de provincie tegen. Met de gloednieuwe omgevingsverordening in de hand zal die de vergunning afwijzen. Want in het gebied tussen Winsum en Zuidhorn moet het stil en donker blijven.
In Groningen geen kerncentrale of radioactief afval, geen megastallen, geen hoge antennes en reclamezuilen langs snelwegen. Wel ruimte voor een nieuw windmolenpark bij Veendam en voor CO2-opslag. Dat zijn een paar lijnen uit het Provinciaal Omgevingsplan (POP 2009-2013), zoals dat nu in ontwerp op tafel ligt. De uitgangspunten zijn: zuinig met ruimte, water als sturende kracht bij de inrichting, en voorloper worden op energiegebied.
Over negen maanden moet er een goedgekeurd rechtsgeldig POP nieuwe stijl liggen dat gemeenten de weg wijst. En om gemarchandeer voor te zijn, roept de provincie zondaars tot de orde met een omgevingsverordening – een nieuw instrument.
Groningen komt als eerste provincie met een POP nieuwe stijl. Van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening mogen gemeenten zelf bepalen waar bedrijventerreinen en huizen komen, en waar ruimte voor natuur is of komt. Goedkeuring achteraf van de provincie hebben ze niet meer nodig. Wel moeten de lagere overheden zich houden aan de richting die de provincie aangeeft. En dat maakt het POP zo belangrijk. Het is in feite de enige manier voor de provincie om nog iets te vertellen te hebben. Groningen heeft die kans met beide handen gegrepen.
In hoofdlijn kiest de provincie ervoor om cultuurhistorie en landschap centraal te stellen. Beekdalen worden hersteld om water te bergen, de natuur ruimte te gunnen en de provincie tot een prettig woon- en vakantiegebied te maken voor de mens. Ondernemers krijgen ruim baan om die wensen van de provincie uit te voeren. Op verkeersgebied valt op dat Groningen behoorlijk veel ruimte reserveert om de (spoor)verbinding met Duitsland zeker te stellen. De woningbouw moet zich concentreren
op enkele locaties. Zo mag Haren echt aan de stad Groningen vastgroeien en krijgt Hoogezand de ruimte om zuidwaarts te verdubbelen.
‘De grote vooruitgang is dat de provincie Groningen in dit stuk de zaken bij hun naam noemt’, vindt Henk Folmer, hoogleraar economische geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het stuk ‘ademt landschap’ en daarmee is hij zeer content. ‘Aantasting van het landschap gaat vaak geleidelijk, daardoor merk je het niet. Daarom is het goed dat nu zo precies is vastgelegd wat je hebt en hoe dat bedreigd wordt.’
Vaak staat dit soort beleidsnota’s vol hoogdravende taal, vindt Folmer. ‘Het landschap moet mooi blijven, het verkeer krijgt de ruimte, de economie wordt gestimuleerd en alles lijkt mogelijk. Maar zo werkt het natuurlijk niet.’
Hij vreest dan ook dat de plannen komende maanden nog behoorlijk ‘verdund’ worden als de prijskaartjes op tafel liggen.