Minstens honderd Friese kerken verliezen de komende tien jaar hun functie. Vooral gereformeerde godshuizen staan straks leeg. Peter Karstkarel ontdekte dit tijdens het inventariseren van ongebruikte panden met een cultuurhistorische waarde.

Als er niet snel een masterplan komt voor het behoud van Friese kerken, is over tien jaar een rampenplan nodig. Want binnen dat tijdsbestek verliezen minstens honderd van de ongeveer vijfhonderd godshuizen in de meest kerkdichte regio ter wereld hun functie.
De waarschuwing komt van Peter Karstkarel, kunst-historicus en publicist te Leeuwarden. Een paar jaar geleden bracht hij alle Friese dorpen in beeld met het kloeke boek 419xFriesland. Van Slijkenburg tot Moddergat. Vervolgens reisde hij alle middeleeuwse kerken af in Friesland, Groningen, Drenthe en Oostfriesland. Hij fotografeerde en beschreef ze in het onlangs verschenen standaardwerk Alle Middeleeuwse kerken. Van Harlingen tot Wilhelmshaven (zie de rubriek Boeken in dit nummer, red.). Het verhaal dat hij nu – voor het eerst – in Noorderbreedte vertelt, gaat echter niet over specifiek middeleeuwse of andere monumentale godshuizen, maar over alle mogelijke kerken die door de ontkerkelijking leeg komen te staan of hun oorspronkelijke functie al hebben verloren. Overigens ontbreekt voor het hele Noorden een goed zicht op katholieke kerkelijke gebouwen, omdat het bisdom Groningen niet erg scheutig is met informatie.
De recente fusie van de Gereformeerde, Evangelisch-Lutherse en Nederlandse Hervormde (NH) Kerken tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), die je overigens niet los kunt zien van de secularisatie, leidt tot een nieuwe golf van leegstand. De nieuwe gemeenten betrekken ñ volgens Karstkarel ëvanwege de sfeerbelevingí ñ de doorgaans oudere en fraaiere gebouwen van de voormalige NH-kerk. Daardoor komen veel architectonisch minder waardevolle, maar daarmee nog niet betekenisloze gereformeerde godshuizen leeg te staan. Maar ook monumentale exemplaren zoals de ëgereformeerde kathedraalí in Lollum, de Leeuwarder Koepelkerk van Tjeerd Kuipers en twee Reitsma-kerken (de Pelikaankerk in Leeuwarden en de gereformeerde kerk in Kollum) dreigen verlaten te worden. ‘Organisatorisch is de kerkenfusie een zegen, maar zij dient zich nu aan als een ramp’, aldus Karstkarel.

Niet zo simpel

De kunsthistoricus is op deze alarmerende ontwikkeling gestuit tijdens zijn werkzaamheden voor het project De Oude Kaart van Nederland (zie kader). De rijksadviseur voor Cultureel Erfgoed heeft in elke provincies iemand aan het werk gezet om uit te zoeken welke gebouwen van cultuurhistorisch belang de komende tien jaar mogelijk leeg komen te staan, opdat er tijdig een nieuwe bestemming voor kan worden gevonden. Dat is bij kerkgebouwen meestal niet zo simpel.
Illustratief is de gang van zaken in Vinkega, waar de van 1899 daterende Nederlands-hervormde kerk al meer dan dertig jaar niet meer als godshuis functioneert. Nadat een kunstenares er een tijd gebruik van heeft gemaakt, staat zij sinds vorig jaar leeg. Bewoners van het 203 zielen tellende dorp in de gemeente Weststellingwerf raakten gealarmeerd toen ze hoorden van het voornemen de graven van voor 1975 te ruimen. Ze vermoedden dat de kerk een woning zou worden en dat er op het kerkhof ruimte moest komen, zodat de nieuwe bewoners niet pal op de grafstenen in hun tuin zouden zitten. Ze richtten een actiegroep op, die later is omgezet in de Stichting Behoud Finkegea.
De stichting zoekt nu naarstig naar een andere, liefst sociaal-culturele rol voor de kerk, in de hoop daarmee te voorkomen dat zij een woning wordt. En de begraafplaats moet blijven, vinden de Vinkegaasters, al was het maar omdat er nog geregeld mensen van ver komen om even stil te staan bij het graf van hun (voor-)ouders. Het is sowieso niet mogelijk om alle graven te ruimen, want sommige zijn nog te vers. Het laatste dateert van 2002, vertelt de aan de stichting gelieerde Vinkegaaster boerin Janet van Veen. Ze moet er niet aan denken dat de doden straks op hun ‘laatste rustplaats’ last hebben van verjaardagsfeestjes.
Van Veen omschrijft de kerk als karakteristiek: ‘Geen monument, maar een mooi kerkje. Het was nog mooier, want de toren is al eens vervangen door een lagere toren en het is niet onderhouden.’
Dit soort dramaís komen we straks veel meer tegen, denkt Karstkarel.

Zeilschool in kerk

Karstkarel telde al veertig leegstaande kerken. Twee, in Achlum en Kollumerpomp, fungeren als opslagruimte. Andere dienen als expositiezaaltje of atelier. Een voormalige doopsgezinde kerk in Woudsend zet haar bestaan al bijna veertig jaar voort als restaurant ít Ponkje. De Noorderkerk in Sneek wordt binnenkort een podium voor jongerencultuur, de kerk van Easterein huisvest een bedrijf en die van Idskenhuizen een zeilschool. Theater Romein in de voormalige Westerkerk in Leeuwarden was omgebouwd tot een muziektheater. Karstkarel: ‘Maar een jaar of drie geleden moest dat zonodig een poptempel worden. Nu zijn er onoplosbare problemen met de geluidsisolatie.’
Heel wat kerken en kerkjes hebben inmiddels een nieuwe bestemming gevonden als woonhuis. Dat pakt in de ogen van Karstkarel niet altijd even gelukkig uit: ‘De gereformeerde kerk aan de Ee in Woudsend is een patserige woning geworden.’

Nog maar tien hervormden

Sinds de oorlog is in Friesland flink ingeteerd op het kerkelijk bezit, dat vooral uit land en boerderijen bestond. De kerkleden hadden geld nodig voor het onderhoud van de gebouwen en de predikantengages, zodat ze relatief weinig uit eigen portemonnee hoefden bij te passen. Nu staat hen het water vaak aan de lippen.
Zo hebben de slechts tien lidmaten van de gemeente H˙ns/Leons twee monumentale kerken onder hun hoede. In Raerd sprokkelt het handjevol lidmaten jaarlijks drieduizend euro bijeen om een parttimedominee te betalen. In Ried en omstreken heeft de PKN-gemeente acht kerken in gebruik waar de gemiddeld tien kerkgangers beurtelings kerken. De tien hervormden die over waren in Holwerd kerken nu in het gereformeerde godshuis, waardoor de oude, monumentale kerk leeg is komen te staan. Zij gaat over naar de Stichting Alde Fryske Tsjerken, die vier ton meekrijgt als bruidschat maar nog geen nieuwe bestemming heeft bedacht. Karstkarel constateert dat 37 kerken van deze stichting al goeddeels ongebruikt leegstaan. En zo kun je nog wel even doorgaan.
De doopsgezinde vermaningen (schuilkerken) in Midden-Friesland hebben het iets beter: de rijke zusterkerk in Haarlem staat de komende tien jaar garant voor hun onderhoud. Daarna moeten de vermaningen in Akkrum, Poppenwier, Aldeboarn en Terherne wel een passende bestemming hebben gevonden. De vermaning van Jirnsum huisvest inmiddels een winkel voor gebruikte spullen. De doopsgezinden kerken voortaan centraal in Grouw.

Dorpshuis

Karstkarel denkt dat er veel mogelijk is in kerken. ‘We moeten daar niet te schroomvallig mee omgaan, in de kerktraditie zijn kerken voor van alles en nog wat gebruikt. In de middeleeuwen werden er zelfs markten in gehouden. Er zijn natuurlijk grenzen: ik ben geen voorstander van bordelen.’
Globaal gesproken vindt hij een functie als dorpshuis de meest acceptabele oplossing. Zo behouden kerken hun functie voor het gemeenschapsleven. Nadeel is wel dat bestaande dorpshuizen dan leeg komen te staan, maar daar is volgens Karstkarel gemakkelijker een alternatieve bestemming voor te vinden dan voor een kerk.
Verder pleit hij voor professionalisering van de Stichting Alde Fryske Tsjerken, met een goed werkend bureau waar mensen zitten die weten hoe ze aan geld kunnen komen en die plannen kunnen helpen bedenken voor nieuwe bestemmingen. Als lichtend voorbeeld heeft hij de Stichting Oude Groninger Kerken voor ogen.

Kerken in Groningen en Drenthe

Veel gereformeerde en Nederlands-hervormde gemeenten hebben zich weliswaar geschaard onder de PKN-vlag, maar hebben het daarbij gelaten en zijn niet op plaatselijk niveau gefuseerd. Van de 162 ‘PKN’-gemeenten in Groningen zijn er 23 gefuseerd, vijftien zijn daarmee bezig, vertelt predikant Lieuwe Giethoorn uit Groningen. Hij is regionaal adviseur van de PKN en schat dat over tien jaar een derde van de gemeenten gefuseerd zal zijn. In Drenthe zal dat vermoedelijk opgaan voor een kwart van de 94 PKN-gemeenten. ‘De anderen blijven tot in lengte van dagen zelfstandig.’
De meeste fuserende gemeenten zullen op den duur kerkgebouwen afstoten, die worden verkocht of gesloopt. Giethoorn voorziet daarbij geen grote problemen. Hij noemt als voorbeeld Ezinge. ‘Daar is het principebesluit al gevallen dat de gereformeerde kerk wordt verkocht.’ Vries is een ander voorbeeld. Daar wordt voortaan gekerkt in de voormalige NH-kerk. Voor de gereformeerde kerk, een naoorlogs kerkgebouw imet emotionele waarde maar met een grote achterstand in onderhoudí, komen appartementen in de plaats. ‘Een chique oplossing’, meent Giethoorn.
Hij vertelt liever niet waar fusieprocessen nog lopen. iDat ligt allemaal gevoelig.i Tot zijn vreugde heeft Drenthe sinds kort zijn eigen oudekerkenstichting. Giethoorn hoopt dat die zich net zo zal ontwikkelen als de actieve Stichting Oude Groninger Kerken. Die heeft talrijke monumentale kerken in beheer en onderhoud, waarvan sommige, zoals de Martinikerk in Groningen, nog dienen voor de eredienst.
Met het fusieproces is het verhaal niet verteld. Giethoorn: ‘Sommige zelfstandige hervormde en gereformeerde gemeenten zijn te klein geworden om de gebouwen te kunnen betalen. Over enkele daarvan maakten we ons tien jaar geleden al zorgen.’ Gezien de nu al vergrijsde aanhang zullen de gemeenten de komende tien jaar zoín veertig procent van hun leden verliezen. ‘Dat zal zich vertalen in verlies van gebouwen’, verwacht Giethoorn.

———————————-

» De Oude Kaart van Nederland

De naam van de Oude Kaart, die dit jaar gestalte moet krijgen, verwijst naar De Nieuwe Kaart van Nederland, die een overzicht geeft van alle planologische ruimteclaims voor de eerstvolgende tien jaar. De Oude Kaart wordt een overzicht van het (toekomstige) ruimteaanbod in Nederland in of op de plek van leegstaande gebouwen.
De rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed, Fons Asselbergs, is initiator van De Oude Kaart. Hij stelt dat leegkomende gebouwen nu vaak te koop staan zonder dat een nieuwe bestemming is geregeld. PotentiÎle kopers bedingen meestal in het voorlopige koopcontract dat de koop niet doorgaat als ze niet met het gebouw mogen doen wat ze van plan waren. De procedure voor de nieuwe bestemming kan jaren duren, jaren waarin koper noch verkoper zich verantwoordelijk voelt en koper- en zinkpiraten alle kans krijgen om de panden ‘tot het bot’ te onttakelen. De elementen doen de rest.
De provincie- en gemeentebesturen, en minister Cramer (VROM) krijgen dit voorjaar de resultaten van alle provinciale inventarisaties aangeboden. De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening schrijft voor dat wie nieuw wil bouwen daarvoor eerst ruimte zoekt binnen de bebouwde kom. Dit om kapitaalvernietiging en ruimteverspilling tegen te gaan. De Oude Kaart kan daarbij van pas komen, zeker als die zoals bedoeld straks valt te raadplegen via een digitale, voortdurend geactualiseerde databank.

———————————-

» Leegstand andere gebouwen

Karstkarel heeft bij zijn speurtocht door Friesland in totaal 162 in onbruik geraakte objecten aangetroffen. De boerderijen vormen niet echt een probleem. ‘Op dit moment staan er van de 9.000 historisch belangrijke boerderijen slecht 27 dramatisch leeg.’ Hun staat van onderhoud baart meer zorgen: een steekproef wees onlangs uit dat de gemiddelde historische boerderij een onderhoudsachterstand van 117.000 euro heeft.
Verder telde hij 28 bedrijfspanden, zoals pakhuizen en fabrieken. Daaronder de kaasfabriek van de Frico in Leeuwarden. Twintig jaar geleden ging die dicht – vijf jaar na de ingebruikneming. Sindsdien is het gebouw grotendeels ongebruikt gebleven.
Karstkarel vindt het opmerkelijk dat er in de kantorenstad Leeuwarden maar weinig belangwekkende kantoorgebouwen leegstaan. Hij signaleerde er zeven, waaronder het voormalige telefoonkantoor aan de Tweebaksmarkt. Verder moet er een nieuwe bestemming komen voor de monumentale gevangenis†aan het Blokhuisplein en voor twintig schoolgebouwen die binnenkort zullen worden verlaten.
In Groningen werkt Cynthia The aan de inventarisatie voor De Oude Kaart van Nederland. Ze is nog niet klaar als we haar spreken maar ziet al wel een tendens: de leegstand van boerderijen vormt het grootste probleem, vooral in Oost-Groningen. Interessante leegstaande panden zijn in haar ogen verder de strokartonfabriek en de voormalige moutwijnfabriek in Sappemeer, en de voormalige strokartonfabriek de Toekomst bij Scheemda.
Janet Bosma vond in Drenthe niet meer dan twintig objecten, waaronder de dierentuin in Emmen (die naar de es verhuist), de Zuiderkerk in Assen en het voormalige stationskoffiehuis in Gieten. Vrijkomende boerderijen worden doorgaans snel verbouwd tot woning, alleen is er soms moeilijk emplooi te vinden voor de bijgebouwen. Bosma roemt Emmen en Meppel, die volgens haar actief zoeken naar nieuwe bestemmingen. Over het algemeen, zegt ze, wachten gemeenten op initiatieven uit de markt.

Trefwoorden