Uit interviews met beleidsmakers in Groningen, Friesland en Drenthe blijkt dat cultuurtoerisme vele gezichten kent. Van erfgoedlogies met zelfgemaakte jam tot kunst met de grootst denkbare K.

Een van de eerste keren dat het woord cultuurtoerisme in de kolommen van Noorderbreedte opdook, was in 1996. Geïnterviewd werd Rienk Terpstra die als directeur van de stichting ‘Kultuer en Toerisme yn Fryslân’ enthousiast vertelde over de culturele producten die ze aan het ontwikkelen waren. Over de vraag waarom Friesland hierover vooraan liep, antwoordde hij: ‘Ik denk dat de waardering voor historische kwaliteiten vanouds in Friesland sterker ontwikkeld is dan in de rest van Nederland. Bovendien beschikken we over een groter bestand aan monumenten en beschermde dorpsgezichten dan andere provincies.’
Twaalf jaar later is Terpstra nog steeds dezelfde mening toegedaan. Inmiddels is hij binnen de provinciale organisatie verhuisd naar de afdeling Economie Recreatie en Toerisme. Terpstra zie…

Trefwoorden