In dit themanummmer van Noorderbreedte besteden we aandacht aan een aantal projecten uit het huidige LEADERprogramma. We laten initiatiefnemers van deze projecten aan het woord.

Ruim vijftien jaar geleden deed een bijzonder plattelandsprogramma zijn intrede in Nederland. De start van dit zogenoemde LEADERprogramma vond plaats in Noordwest-Friesland, het eerste LEADERgebied in Nederland.
LEADER is één van de initiatieven van de Europese Commissie. LEADER staat voor Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale (vrij vertaald: samenwerken aan plattelandsontwikkeling). Het is een experimenteel programma waarmee sociaal-economische impulsen op gebiedsniveau worden gegeven. Dit gebeurt door middel van financiering van lokale en regionale initiatieven om regio’s die willen samenwerken en hun nek uitsteken een steuntje in de rug te geven. LEADER kun je de kraamkamer voor nieuw plattelandsbeleid noemen, waarbij initiatieven van onderaf gesteund worden, de bottom-up aanpak. Dus niet de plannen zoals die door de overheid bedacht zijn, maar juist de bevolking, plaatselijke verenigingen of private partijen zijn aan zet. De kracht van deze aanpak zit vooral in het tot leven brengen van lokale initiatieven en de mogelijkheid die LEADER heeft om deze vaak meer kleinschalige activiteiten te faciliteren en financieel te ondersteunen.
In dit themanummmer van Noorderbreedte besteden we aandacht aan een aantal projecten uit het huidige LEADERprogramma. We laten initiatiefnemers van deze projecten aan het woord. En kijken naar de betekenis van deze projecten voor de vitalisering van het platteland, voor de leefbaarheid en de verdere ontwikkeling van een dorp of een regio.
Om een beeld te schetsen: Noord-Nederland had in de afgelopen periode (2000-2008) acht LEADERgebieden in de drie noordelijke provincies. Landelijk zijn er 28. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland toetste de projecten op de subsidiecriteria, zodat de Europese spelregels goed nageleefd worden. In totaal is in die periode op Noord-Nederlandse schaal aan 366 lokale en regionale projecten subsidie beschikbaar gesteld. Het gaat om 28,5 miljoen euro LEADERsubsidie in een totale projectomvang van zo’n 120 miljoen euro. De overige financiën werden opgebracht door private partijen, diverse fondsen, de overheid en vooral veel zelfwerkzaamheid.

Het succes van de uitvoering en verdere exploitatie van deze projecten hangt vooral af van de inbreng van vrijwilligers. De Hanzehogeschool heeft in een onderzoek duidelijk gemaakt dat lokale krachten het platteland profileren en juist het mobiliseren van die lokale krachten bepaalt ook het succes van de projecten. De projecten zijn zeer divers en meestal kleinschalig. De voorbeelden die in deze Noorderbreedte genoemd worden hebben betrekking op landbouw, cultuurhistorie, natuur en landschap, toerisme, streekproducten, archeologie, sport en spel, informatievoorziening, onderwijs, startende ondernemers, landschappelijk bouwen, geïntegreerde visserij en internationale samenwerking. Het economische effect is vooral gelegen in de optel¬som van activi¬teiten en initiatieven. Er is niet één dragende oplos¬sing, er zijn vele samen die het resultaat bepalen. De vraag daarbij is niet of we willen samenwerken of niet, maar dat we moeten samenwerken voor de toekomst om de leefbaarheid te waarborgen, maar ook om de regionale economie te versterken, die een hele belangrijke voorwaarde is voor de leefbaarheid van het platteland. Al enige tijd is sprake van een overgang van een ruimtelijke ontwikkeling gedomineerd door activiteiten als landbouw naar een ruimtelijke ontwikkeling die meer door activiteiten als wonen en recreatie wordt bepaald. Het blijft belangrijk en wordt wellicht nog belangrijker voor de toekomst omdat de bevolkinggroei binnen afzienbare wellicht zal afnemen. Het is voor het platteland goed dat potenties van het dorp en haar omgeving ontwikkeld worden. Samenwerking blijft daarin een sleutelwoord.
Denkkracht, expertise, wetenschappelijke kennis en creativiteit moeten worden gemobiliseerd en ontwikkeld worden waarbij Noord-Nederland als welvarende periferie zelfs een glansrijke gidsrol kan spelen en inspiratiefunctie kan vervullen voor ander gebieden in Noordwest-Europa.

Deze speciale uitgave van Noorderbreedte is tot stand gekomen met de leadercoördinatoren Jan Beekman, Vronie Bootsma en Henk Rozema en is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe, Netwerk Platteland en de gemeenten, die deelnemen aan het LEADERprogramma.

Trefwoorden