Staatsbosbeer geeft toe dat ooit fraaie landschapselementen in de gemeente Westerveld niet naar behoren worden beheerd.

‘Als Harry de Vroome dit zou zien, zou hij vermoedelijk staan te janken,’ zegt Jan van Dalen. In een bocht in De Broeken, een landweggetje bij Wittelte in Zuidwest-Drenthe, wijst hij een verwaarloosd perceeltje aan. Ooit ontworpen door de vermaarde landschapsarchitect als een brinkje, dertig jaar geleden aangelegd bij de ruilverkaveling Diever. Bedoeld als een klein, intiem landschapselement, maar inmiddels verworden tot een stukje onland afgezet met paardenlint. Een paar eiken staan temidden van brandnetels, braambossen en andere ruige begroeiing.’Ooit was dit een juweel’, aldus Van Dalen, ‘de bomen waren al een halve meter boven het maaiveld vertakt, er was een prachtige ondergroei, maar plotseling heeft Staatsbosbeheer de brink uit handen gegeven aan een particulier. Die heeft er paarden op gezet. Die vreten de bomen aan en door de stront krijg je die brandnetels. De bomen die niet meer te redden waren zijn nu gekapt.’
Het Drenthepad loopt erlangs, maar wandelaars hebben voorlopig weinig reden om bij dit verloederde brinkje te blijven stilstaan. Van Dalen: ‘Je moet al die troep verwijderen en dan duurt het weer jaren om een leuke vegetatie te laten ontstaan.’
Van Dalen, woonachtig in Wittelte, was in de jaren zeventig als directeur van de Drentse Milieuraad (nu de Milieufederatie) nauw betrokken bij de ruilverkaveling Diever. Hij werkte met De Vroome samen vanuit het idee dat er ook ruimte moest komen voor natuur en waardevolle landschapselementen. ‘We hadden iedere week beraad en hebben daar zwaar moeten bevechten dat 10,5 procent van de grond voor natuur en waardevolle landschapselementen bestemd zou worden. Het moest toch mogelijk zijn dat er naast landbouwgrond mooie stukken natuur en landschap zouden komen zonder prikkeldraad. Ik heb er bij gezeten en beleefd hoe Harry de landschapsplannen maakte.’

Treurnis troef

Staatsbosbeheer kreeg meer overhoekjes natuur onder zijn hoede. Een paar honderd meter verderop aan de Broeken heeft zich een soortgelijk drama voltrokken. Ook daar paardenlint, brandnetels en stobben van gekapte eiken in een stukje land dat de natuurbeheerder ook alweer aan een particulier in gebruik gaf. ‘Deze percelen zijn met duur overheidsgeld aangekocht voor natuurontwikkeling en nu lopen er paarden,’ treurt Van Dalen.
Houtsingels maken ook deel uit van De Vroomes erfenis. Ook daar treurnis troef. Deze landschapselementen moet ter weerszijden twee meter ruimte worden gelaten, maar aan de Wittelterweg zie je hoe een boer zijn akker bijna tot aan het hart van de boomwal heeft omgeploegd. Bij een ander perceel is de houtwal doorbroken ten behoeve van de bouw van een schuur. ‘Geen haan die er naar kraait,’ constateert Van Dalen, want Staatsbosbeheer heeft het laten gebeuren en hetzelfde kan van de gemeente Westerveld worden gezegd (zie kader).

Openbare zandpaden

De voormalige Milieuraad-directeur heeft Staatsbosbeheer vanaf februari 2004 herhaaldelijk aangeschreven, maar zonder tastbaar resultaat. Hij zit ook in de gemeenteraad, maar ondanks zijn ergernissen heeft hij geen schriftelijke vragen gesteld aan B en W. ‘Geen beginnen aan in deze gemeente’, schampert hij.
Wel heeft hij naar eigen zeggen bij drie achtereenvolgende algemene beschouwingen aandacht gevraagd voor de openbare zandpaden. Daarmee is Westerveld dooraderd. De gemeente beslaat een van de oudste cultuurhistorische landschappen van Noord-West-Europa, met zeer vroege bewoning, oude esstructuren, beekdalen en veldontginningen. ‘We zitten op goud, met die zandwegen kun je Westerveld tot dé wandelgemeente van Noord-Nederland maken. Maar daar moet je wel wat voor doen.’ Hij denkt aan het uitzetten van routes met interessante historische informatie, maar heeft de handen daar niet voor op elkaar gekregen. Tot zijn ontzetting ziet Van Dalen hoe her en der boeren de zandwegen gewoon wegploegen en inlijven bij hun akkers.
Overigens kan de gemeente niet alleen maar passiviteit worden verweten. Zo heeft ze de Slengenweg, een 900 meter lang fietspad tussen de Steenwijkerweg en de Wittelterweg, vervangen door een betonstrook, terwijl het een asfaltlint was waar niets aan mankeerde. Bovendien is het grotendeels verbreed ten behoeve van agrarisch verkeer. ‘Ik zag vorig najaar de betonmolen rijden. Dit heeft bijna een ton gekost, ze hadden gewoon geld over,’ foetert Van Dalen. ?Het stoort hem mateloos dat geld voor harde infrastructuur bij bakken voorradig lijkt, terwijl wensen ten behoeve van natuur en landschap en bomenbeheer altijd afketsen op vermeend geldgebrek.

Te duur

Waar het betonpad zich verbreedt ligt ook weer een perceeltje grasland van Staatsbosbeheer. Opnieuw afgezet met prikkeldraad om vee te kunnen inscharen. ‘Waarom?’ vraagt Van Dalen zich vertwijfeld af. ‘Een keer per jaar maaien is voldoende. Waarom doet Staatsbosbeheer dat niet en laat ze hier geen aantrekkelijke vegetatie ontstaan?’
Maar dat is duur. Te duur, volgens Herman Brink, hoofd bureau ontwikkeling en beheer van Staatsbosbeheer Groningen en Drenthe. ‘Je moet maaien en afvoeren en dat is arbeidsintensief’. Hij is niet te beroerd om Van Dalen gelijk te geven: ‘Het beheer doet onvoldoende recht aan wat destijds is beoogd, dit is ons inderdaad ontkomen.’
Maar volgens Brink is het ‘achterhaald’ dat Staatsbosbeheer het onderhoud weer in zijn eentje ter hand zou kunnen nemen. Het rijk stelt daar volgens hem domweg te weinig geld voor beschikbaar en geeft alleen geld voor nationale parken, nationale landschappen en de ecologische hoofdstructuur. Daardoor is Staatsbosbeheer volgens Brink al wel bezig met landschapsherstel in het Drentse Aa-gebied, want dat is een nationaal landschap.
Brink kent de situatie in Westerveld goed. ‘Van de zomer ben ik met Van Dalen op pad geweest, ik heb foto’s genomen en een advies geschreven. Daarin heb ik voorgesteld om samen met het toen nog niet failliete Landschapsbeheer Drenthe en de dorpsvereniging van Wittelte tot een aanpak te komen met een grotere betrokkenheid van de omwonenden.’
Stelt hij zich daarbij voor dat de bewoners er op uittrekken met zeis en maaimachine? Dat is een van de opties, zegt Brink, maar hij denkt vooral aan afgebakende projecten waarbij de bevolking en deelnemende organisaties samen paden en landschapselementen opknappen en onderhouden. Daarbij kunnen ze dan door middel van bijvoorbeeld informatieborden archeologische en andere (cultuur)historische aspecten onder de aandacht brengen.
Het door Van Dalen gesignaleerde probleem speelt niet alleen in Westerveld en voor Staatsbosbeheer. De Stichting Landschapswacht van Jan Dirkmaat (voorheen het gezicht van Stichting Das en Boom) heeft ook Natuurmonumenten en Stichting Het Drentse Landschap verweten dat ze cultuurhistorische waarden verwaarlozen. Ook andere provincies kregen het voor hun kiezen. Zo bekritiseerde Dirkmaat Friesland omdat die provincie verkeerd zou omspringen met zijn budgetten en daardoor zijn houtwallen zou verwaarlozen.