Een mooier Nederland is goed voor het milieu en de economie. Dat bleek onlangs uit een onderzoek van het ministerie van LNV.

Een mooier Nederland is goed voor het milieu en de economie. Dat bleek onlangs uit een onderzoek van het ministerie van LNV, dat onder meer het Deltaplan Nederland weer mooi van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap heeft laten doorrekenen. Inmiddels hebben 35 organisaties hun steun gegeven aan het plan, waaronder Natuurmonumenten, de verenigde projectontwikkelaars Neprom, de land- en tuinbouworganisaties en bijvoorbeeld ook de ANWB. Uitvoering van het deltaplan voor het landschap betekent het terugbrengen van 200.000 kilometer aan heggen, houtwallen, elzensingels, bloemrijke bermen en slootkanten en het aanleggen van 50.000 kilometer aan nieuwe toeristische routes. Mensen moeten kunnen wandelen, fietsen of kanoën in een veel aantrekkelijker gemaakt land. Een mooier landschap trekt volgens de berekeningen meer toeristen, zorgt voor hogere huizenprijzen en is beter voor het milieu. Door dertien miljoen bomen te planten wordt de hoeveelheid fijn stof in de lucht met dertig tot zeventig procent teruggedrongen. Voor veel bedreigde planten- en diersoorten zou het plan gunstig zijn en veel boeren kunnen met landschapszorg een substantiële bijdrage leveren aan hun inkomen. Het opknappen van het landschap kost weliswaar zo’n twaalf miljard, maar levert volgens de rekenmeesters op termijn een veelvoud van dat bedrag op. Het pleidooi voor een mooier Nederland komt op een moment dat velen zich zorgen maken over en aandacht vragen voor de verrommeling van het landschap. In Drenthe is dat de afgelopen tijd bijvoorbeeld gebeurd via de campagne Kiek op Drenthe van Drents Plateau, Stichting Het Drentse Landschap en de Milieufederatie Drenthe. In een publiciteitsoffensief en verschillende openbare debatten hebben deze organisaties aandacht gevraagd voor de ruimtelijke kwaliteit in Drenthe. Die kwaliteit staat onder druk door onzorgvuldige dorps- en stadsuitbreidingen, ongebreidelde groei van foeilelijke bedrijventerreinen en een steeds verder voortwoekerende aantasting van het landelijk gebied. De drie Drentse organisaties pleiten voor een strakkere regie van vooral het provinciaal bestuur. Ook op landelijk niveau is er zorg over de aantasting van het landschap. Zo schreef rijksbouwmeester Mels Crouwel begin februari in NRC Handelsblad dat het landschap zal veranderen in ‘één grote, suburbane brij als we doorgaan op de ingeslagen weg’. Hij kreeg steun van Pieter Winsemius, de op dat moment demissionaire opvolger van Sybilla Dekker (de laatste was een groot voorstander van bouwen, bouwen en nog eens bouwen). Winsemius maakt zich grote zorgen over de verwoesting van het landschap en nagelde in een artikel in Trouw vooral lokale bestuurders aan de schandpaal omdat die veel kleinere dorpen en steden bederven door ondoordachte uitbreidingen en ‘niet in staat zijn om over hun eigen schaduw heen te stappen’. Noch Crouwel, noch Winsemius hebben het echter over de wijze waarop lokale bestuurders in het gareel moeten worden gehouden. De Nota Ruimte legt terecht de bal bij de provincies. Daar maakt men streekplannen en worden gemeentelijke bestemmingsplannen beoordeeld. Als er zoveel zorg is over de verloedering van het landschap, dan zouden in de eerste plaats de provinciale besturen zich aangesproken moeten voelen. Er zijn inmiddels in de provincie nieuwe bestuurders geïnstalleerd. Nieuwe kansen dus. Nieuwe kansen voor een mooier land. Uit recente plannen blijkt dat het de bedoeling is om in de regio Roden-Leek de komende jaren bijna 7000 nieuwe huizen te bouwen. Zo moet het dorp Roden worden uitgebreid met drie megawijken. In Roden-Zuid, het Steenbergerveld en in het gebied ten noorden van Nieuw Roden zullen volgens de plannenmakers zo’n 3000 nieuwe woningen worden gebouwd, en het dorp Nietap groeit fors met 750 woningen. De plannen werden gepresenteerd terwijl demografen ongeveer gelijktijdig toekomststudies naar buiten brachten waarin een krimpende bevolking in Noord-Nederland werd voorspeld. Zelfs binnen de bouwwereld twijfelt men aan de noodzaak van al deze woningen. In Roden zélf valt amper meer iets te bederven. Megalomane lokale bestuurders hebben in eendrachtige samenwerking met de plaatselijke middenstand dat dorp al volledig verwoest. In de directe omgeving ligt dat anders. Het gebied Roden-Leek kent een rijke cultuurhistorie, bijzondere natuur en veel fraaie landschappen. Er is dan ook alle reden om je zorgen te maken over de omvangrijke verstedelijkingsplannen voor dit gebied. Prachtig, dat Deltaplan Nederland weer mooi. Maar als we niet oppassen is straks tussen al die heggen, houtwallen, singels en bloemrijke bermen alles versteend. Hier ligt een prachtige taak voor het nieuwe provinciebestuur.