Dit themanummer van Noorderbreedte gaat in op de voortrekkersrol die Noord-Nederland wil spelen op het gebied van schone energie.

Dit themanummer van Noorderbreedte gaat in op de voortrekkersrol die Noord-Nederland wil spelen op het gebied van schone energie. Door de klimaatproblematiek, het opraken van fossiele brandstoffen en de problematische afhankelijkheid van grote internationaal opererende energieproducenten formuleren overheden overal in de wereld ambities op het gebied van een duurzame energievoorziening. Daarbij is de ontwikkeling van energiewinning uit zogeheten hernieuwbare bronnen een belangrijk uitgangspunt; deze moeten in de nabije toekomst de fossiele brandstoffen (grotendeels) kunnen vervangen. Dit wordt wel de energietransitie genoemd.
Ook in Noord-Nederland tonen provincies, gemeenten en dorpen zich op energiegebied steeds ambitieuzer. Zo wil Groningen de duurzaamste stad van Nederland worden en overweegt Drenthe te investeren in aardwarmte om daarmee energieneutrale stadswijken mogelijk te maken. Vanuit Gasunie, Energy Valley en de Rijksuniversiteit Groningen is een toekomstvisie opgesteld voor Noord-Nederland in 2036: Grounds for Change, een zoektocht naar een ruimtelijk concept gebaseerd op een duurzame energiehuishouding. Provincies en gemeenten hebben hier enthousiast op gereageerd en zoeken naar toepassingen van nieuwe technieken. In Friesland zijn al veel projecten rond nieuwe energie gerealiseerd. Men benadrukt hier sterk het belang van de keten: enerzijds productie van nieuwe brandstoffen, anderzijds het stimuleren van het gebruik ervan door de bevolking nauw te betrekken bij de nieuwe ontwikkelingen.

De markt barst ook van de initiatieven. Regionaal is grootschalige productie van ethanol, methanol en biodiesel in voorbereiding. Daarnaast zijn er steeds meer lokale initiatieven op het gebied van bio-energie: vergisting van afval en landbouwproducten; verbranding van stro, hout en graan; kleinschalige ethanolproductie met warmte uit een vergistinginstallatie etc. Biomassa geldt nu nog als een lastige vorm van afval, maar het kan een gewaardeerde grondstof worden. De landbouw ziet voor het eerst sinds generaties alternatieve afzetmogelijkheden, verhoging van prijzen hangt in de lucht.
Een ideale situatie lijkt het te zijn wanneer een stad uit zijn eigen afval biogas en ethanol produceert, en daar een groot deel van zijn eigen voertuigen en openbaar vervoer op laat rijden (en ook de auto’s van burgers). Zeker als hieruit ook nog een fors deel van de stad verwarmd zou kunnen worden. In Friesland is deze situatie dichtbij; waarschijnlijk gaat het in 2008 al gebeuren.
Vooral de ontwikkelingen rond bio-energie hebben behalve een maatschappelijke en economische kant ook een duidelijke landschappelijke impact. Welke omvang zou bio-energieproductie moeten krijgen om van enige betekenis te zijn? Zijn de biovergisters op boerenerven straks even verguisd als windmolens? Wat betekent het als we doorgroeien naar de ‘biobased economy’ waarbij onze bossen, stedelijk groen en houtwallen (ook) worden benut voor energiewinning? Hoe zien de logistieke gevolgen eruit? Komt de voedselvoorziening niet in het nauw?
In dit nummer worden veel noordelijke initiatieven rond nieuwe energie belicht en voorzien van commentaar.

De foto’s in deze uitgave zijn van John Stoel, de vormgeving werd verzorgd door Bruno Beukema en de eindredactie en productie was in handen van Jan Abrahamse. Dit themanummer is mede mogelijk gemaakt door de provincies Friesland, Groningen en Drenthe, de gemeente Groningen, Stichting Energy Valley en Bio Energy Noord, Adviesbureau KNN Milieu BV en DHV.