Minimaal twee keer per jaar doet Noorderbreedte verslag van ontwikkelingen in en rondom het project de Blauwe Stad.

Blauwesite, mei 2006

‘Hoi allemaal, Graag zouden wij in contact willen komen met onze toekomstige buren. Wij, Nardo 31, en Linda 27, komen op kavelnr. 50 te wonen. Wij hebben afgelopen week de aanvraag voor de bouwvergunning afgegeven en hopen medio juli te kunnen beginnen met bouwen. Wij komen regelmatig even kijken en hebben al met verschillende buren kennis gemaakt, maar helaas nog niet met onze naaste buren. Wie zijn jullie en wanneer willen jullie beginnen met de bouw? Groetjes Nardo en Linda.’
Al ver voordat er echt mensen wonen in Blauwestad bestaat er al druk sociaal verkeer tussen kavelkopers via een ‘ontmoetingsplein’ op internet. ‘Blauwestadjers’ kunnen er informatie en tips uitwisselen over architecten, aannemers, scholen, kinderopvang en gezondheidszorg. Ook de jeugd presenteert zich er: ‘Hey hallo, wij als toekomstige jongere bewoners van Blauwestad vroegen ons af hoe hoog de drempels in de wijk worden, en waar de chillplekken komen en of deze voorzien zijn van de nodige parkeerruimte. Graag reactie, groeten Kevin’.
Het mailtje wekt verontrusting onder toekomstige bewoners: ‘Sorry, is dit nodig in dit gebied? De mensen komen deze kant op voor de rust en ruimte, niet voor een hangplek! Gezien de indeling ook niet erg praktisch in De Wei. Misschien ergens in Het Dorp, maar in De Wei?’ reageert iemand.

’Blauwesite’ heet de website die als virtuele ontmoetingsplek functioneert. Het is een initiatief van Ed en Annette Verwoerd, die over ongeveer een jaar vanuit een Vinex-wijk in Hendrik Ido Ambacht naar Blauwestad denken te verhuizen.
In 2004 komen Ed en Annette tot de conclusie dat ze willen verkassen naar een gebied met meer ruimte, natuur, rust en ook water, aldus het dagboek dat het echtpaar op de site bijhoudt. Ze gaan eerst Friesland intensief verkennen maar daar vinden ze het niet. Dan ziet Ed media 2005 op het Journaal dat koningin Beatrix de kraan opendraait in de Blauwe Stad. Ze kijken meteen op de website van het project en al snel bekruipt hen ‘het gevoel dat dit wellicht de plek is waar we onze dromen wel kunnen laten uitkomen’. Vervolgens brengen ze verschillende weekenden door in de provincie Groningen ‘om feeling te krijgen met het gebied’. Dit leidt ertoe dat ze een kavel kopen in De Wei.
‘Het is een grote stap’, schrijven Ed en Annette in hun dagboek, ‘we moeten alles achter ons laten, van baan en huis tot familie. Tegelijkertijd bedenken we de voordelen. Uiteindelijk blijft als enig nadeel de afstand tot de familie over. Ook dit nadeel zien we weer als positief: de lange afstand zal ons straks dwingen om wat langer en intensiever contact met elkaar te hebben (gezellig bbq’en, varen en wandelen met de hond in het bos om de hoek).’
Met hun website-initiatief zijn Ed en Annette Verwoerd ‘ideale ambassadeurs’ van Blauwestad, zegt verkoopmedewerker Ina Ebbinge.

Blauwestad,
2 oktober / 28 november 2006

‘Blauwestad is een merk geworden’, staat er in de rapportage die de projectorganisatie eind juli aan gemeenten en provincie heeft gestuurd. Heel Nederland heeft kennis kunnen maken met Blauwestad via de achtdelige docusoap De Grote Stap op RTL7, en in allerlei bladen is veel aandacht aan het nieuwe woongebied besteed. Maar een paar zinnen verderop staat er in het voortgangsverslag: ‘De verwachte hectiek is vooralsnog achterwege gebleven.’ Als verklaring wordt verwezen naar de tropische hitte van afgelopen zomer: ‘Het aloude spreekwoord “Vrouwen bloot, handel dood” doet wellicht hierbij zijn opgang.’
Als ik begin oktober weer bij bureau- en communicatiemanager Bieneke Drenth aan tafel schuif in het Blauwe Stadkantoor om te informeren naar de laatste ontwikkelingen, is te merken dat er in de organisatie op zijn minst een lichte nervositeit is geslopen door de uitgebleven massale belangstelling voor een ruime, relatief voordelige kavel aan het Oldambtmeer.
‘We liggen nog op schema qua verkoop, maar we moeten nu echt slimme keuzes gaan maken’, zegt Bieneke Drenth. Met het verschijnen van echte huizen in Blauwestad is in de marketingstrategie de fase van het ‘verkopen van sfeer’ voorbij, legt ze uit. ‘We moeten af van het schetsmatige, en gaan laten zien hoe het er hier echt uit ziet.’ Het marketingteam, waarin ook het Amsterdamse bureau Ubachs Wisbrun zitting heeft, is er evenwel nog niet uit wat de nieuwe aanpak moet worden.
Intussen zijn de ontwikkelaars ‘schoorvoetend’ begonnen aan de verkoop van hun projectmatig te ontwikkelen woningen, vervolgt het kwartaalbericht. Conform eerder gemaakte afspraken hebben drie projectontwikkelaars 79 kavels gekocht, waarvoor verschillende architectenbureau’s woningen hebben ontworpen. Zo tekende B+O Architecten in opdracht van Geveke het landhuis ‘Rietgors’ voor Het Riet; Bam Vastgoed biedt in Het Park keuze uit klassieke woningtypes met namen als ‘Maxima’, ‘Amalia’ en ‘Alexia’. En Hollestelle vastgoed ontwikkelt voor De Wei het ‘Rode Blauwe-Stadhuis’ (getekend door Onix), ‘Weerwier’ (ontworpen door GDA) en ‘Villa Belvédère’ (van Inbo).
Eind november laat Bieneke Drenth weten dat Rintje Ritsma op 2 december een modelwoning in Het Park zal openen. Ritsma was de laatste tijd op televisie al een paar keer te zien in een donkerblauw schaatspak waarop in witte letters ‘blauwestad.nl’ staat. Hij draagt dat ook de rest van het schaatsseizoen, evenals Gerard van Velde; met beide is een sponsorcontract afgesloten. En volgens de verkooptabel van week 46 zijn er nu in totaal 118 kavels verkocht. Daarnaast is er op 14 kavels een optie genomen. Van de tot nu toe uitgegeven kavels zijn er nog 109 beschikbaar.
Vooralsnog komt 71 procent van de kopers uit het Noorden, van wie 43 procent uit de directe regio. Dat is nogal logisch, vinden ze bij de projectorganisatie. Want in de nabije omgeving was het plan van meet af aan bekender. Maar men hoopt dat deze verhouding uiteindelijk omdraait – de streek heeft immers nieuw bloed nodig.

Blauwestad, 19 oktober 2006

Doberman Lilo drentelt nog wat onwennig over de netgelegde plavuizen. In de huiskamer zijn met tuinmeubilair twee zitjes gecreëerd. Sinds een weekje bivakkeren Benno Analbers en Marjan Bekmann met hun zonen Pim (14) en Koen (17) alvast in hun pas opgeleverde huis. Ze zijn de allereerste bewoners van Blauwestad. Over vijf dagen komen de verhuiswagens. Hun woning in Hengelo is inmiddels verkocht.
Vanaf september 2005 reisde Benno heen en weer naar Winschoten, waar hij nu ruim een jaar directeur is van Opmaat, een instelling die in opdracht van de gemeenten Reiderland, Winschoten, Scheemda en Bellingwedde mensen met een bijstandsuitkering begeleidt naar de arbeidsmarkt (‘We hebben 330 trajecten lopen’). In Hengelo deed hij vergelijkbaar werk. Hij was daar directeur van een test- en trainingscentrum dat in het leven was geroepen door de sociale werkvoorziening en het speciaal onderwijs. Maar zijn uren liepen terug. Bovendien wilden Benno en Marjan best eens ergens anders heen. ‘We zijn niet getrouwd met Twenthe, zeiden we tegen elkaar.’
De afgelopen negen weken stonden Benno en zijn zonen met een camper en een caravan op een kampeerterrein in Winschoten. Op die manier konden Pim en Koen het nieuwe schooljaar beginnen aan respectievelijk de havo in Winschoten en de pabo in Groningen. In deze periode zat Marjan door de week in Hengelo, omdat zij in Oost-Groningen nog geen baan heeft kunnen vinden. Voorlopig blijft ze daar drie dagen werkzaam als technisch onderwijsassistent op een praktijkschool voor moeilijk lerende kinderen.
Toen ze voor het eerst rondkeken in Winschoten vielen hen een paar dingen op: weinig Turken, velen wat armoedig gekleed, de harde gelaatstrekken. ‘Ik kan hier wel aarden’, dacht Marjan na dit bezoek. Ze voelde zich al langer aangetrokken tot het Noorden vanwege alle natuur ‘en omdat Groningers wel wat lijken op Twentenaren’. Intussen hebben ze vastgesteld: ‘Groningers zijn nog stugger en hebben een nog sterker gevoel van achtergesteld zijn’.
Aanvankelijk zocht de familie Analbers een bestaande woning in Winschoten maar het aanbod bestond vooral uit huizen die ze te klein of te duur vonden. Zo kwamen ze uit bij Blauwestad. Bij nader inzien leek het ook wel zo aantrekkelijk om op een plek te gaan wonen met mensen die overal vandaan komen en opnieuw beginnen. Wonen aan het weidse water trok hen ook aan. Ze kozen voor De Wei omdat Het Riet ‘niet te betalen’ was en omdat Het Park minder mogelijkheden aan het meer leek te hebben.
Een beetje pionieren ligt hen wel, al begint de lol eraf te gaan, zegt Benno; omdat er nog geen straatlantaarns staan, moeten de jongens door het pikkedonker terugfietsen als ze van de voetbaltraining in Winschoten komen, broekspijpen en ook de auto zijn permanent groezelig door de modderige wegen, en de telefoon- en internetaansluiting hapert.
Ze zijn wel heel tevreden met hun nieuwe – niet bijzonder grote – onderkomen, en vooral ook met de glazen aanbouw die ze op aanraden van het Ontwerpteam Blauwestad aan deze cataloguswoning lieten zetten. De aanbouw biedt een vrij uitzicht op het Oldambtmeer, dat nu helemaal op peil is – door de natte zomer drie maanden eerder dan was berekend. Ze verheugen zich op de bootjes die vanaf het voorjaar langs zullen komen. Maar verder zul je van Benno en Marjan geen jubelverhaal horen over een ‘droomhuis op een droomplek’. Benno wijst naar de nog lege kavels aan weerszijden van het huis: ‘Moet je eens kijken hoe dicht straks de huizen hierop komen te staan’.
‘Komt er nou nog een brug over de A7?’ informeert Pim, die met zijn broer en een vriendje uit Hengelo bezig is aan een Risk-spel in de andere helft van de nog vrijwel lege woonkamer. Het ziet er niet naar uit. Jammer voor Pim. Het is wel ver fietsen, zegt hij, naar het Dollardcollege in Winschoten.
Hij vertelt ook dat hij erg moest wennen aan ‘de taal’, zegt hij. En nog steeds verstaat hij zijn meeste medescholieren maar met moeite. De docenten kan hij gelukkig wel volgen. Die komen ook niet allemaal uit dit gebied, zegt hij.
Uitgaan is Winschoten is ook ‘minder’ dan in Hengelo, zegt zijn broer Koen, die verder weinig moeite heeft met de overgang naar het Noorden. ‘Er is een discotheek, maar die is dichtgetimmerd.’
Benno en Marjan sympathiseren met de sociale gedachte achter het project de Blauwe Stad. ‘Wij geloven in de filosofie dat deze omgeving erbij gebaat zal zijn dat de schrale landbouwgrond een nieuwe bestemming heeft gekregen. Iedereen die hier komt wonen brengt iets nieuws mee, hoe klein ook, en dat is altijd positief.’
Ze zijn van plan zich flink te gaan verdiepen in de streek. ‘Het voelt alsof we hier zijn gedropt – de emoties die vooraf gingen aan het graven, het soort grond waarop wij lopen, daar hebben we eigenlijk helemaal geen weet van.’
Vorige week had de aannemer open huis georganiseerd. Benno: ‘Toen kwam er ook een ouder echtpaar dat in een boerderij aan de rand van Blauwestad woont, en nu uitkijkt op De Wei. Ze vertelden dat hier bomen stonden voordat de Blauwe Stad werd aangelegd en wezen waar hun landerijen hebben gelegen. Het was heel boeiend om hun verhalen te horen.’
Benno en Marjan hopen dat Blauwestad geen enclave wordt, maar verwachten dat dit wel gaat gebeuren. Benno: ‘In de ogen van omwonenden moet je rijk zijn om hier te wonen, en dat is ook wel zo. We hebben hier meer dan vier ton voor betaald. Ik ben bang dat er van vermenging niet veel terechtkomt.’

Aan het begin van de straat waar Benno en Marjan wonen, Meerkoet heet de straat, staat het huis waarin Albert-Jan de Boer, zijn vrouw en hun tweeling van 6 jaar begin 2007 gaan wonen. Het huis is gebouwd in donkere baksteen en heeft een klassieke uitstraling die uit de toon valt hier in De Wei, dat juist een Giethoornachtig karakter moet krijgen met zijn insteekhaventjes aan brede sloten en landelijk ogende huizen met een kap. Gemeten naar de beeldkwaliteitsnormen van het Ontwerpteam had het huis van de familie De Boer beter gepast in Het Park, het verderop gelegen woongebied dat deftigheid moet gaan ademen. Ook de eigenaar zelf vindt zijn woning meer een Park-ontwerp: ‘Maar het voldoet wel aan de afmetingen die gelden voor huizen in De Wei’. Dat de tekeningen toch werden goedgekeurd, komt misschien, beaamt hij, doordat hij de eerste was die ging bouwen in Blauwestad en het architectenteam nog niet de grip op de zaak had die het later kreeg.
Opvallend bij dit huis is verder dat het uit de grond is gestampt door ‘Bobdeduitsebouwer’, zoals het bouwbord op de kavel vermeldt. ‘Bob is een Nederlander die parttime in loondienst is van een Duitse aannemer. Hij is een relatie van mij’, vertelt Albert-Jan de Boer, die in Winschoten in hypotheken doet. Hij zit met zijn gezin tijdelijk in een huurwoning in Oude Pekela, en woonde eerder in Veendam. Volgens De Boer doet trouwens het merendeel van de kavelkopers in Blauwestad zaken met Duitse aannemers; die zijn goedkoper, is zijn verklaring.

Beerta, 10 oktober 2006

Bart Horseling (58) is sinds 2001 burgemeester van de gemeente Reiderland, waartoe onder meer Finsterwolde en Beerta behoren. Eerder was hij PvdA-wethouder in Weesp en directeur van een woningcorporatie in Rotterdam. De aanleg van de Blauwe Stad was voor Horseling vijf jaar geleden de hoofdreden om te solliciteren in de Oost-Groningse gemeente. ‘Een superproject’ vond hij het, vertelt hij op zijn kamer in het gemeentehuis in Beerta – een voormalig bejaardencentrum met een nieuwe glazen aanbouw waarin zich de raadszaal bevindt. ‘Men houdt hier niet van veranderingen maar het was nodig de slechte sociaal-economische situatie te doorbreken.’ En: ‘Er is niets tegen rijke mensen, die heb je ook nodig’.
Ook hoopt hij dat er meer mogelijkheden komen ‘om met mensen ergens lekker te gaan eten’. De burgemeester: ‘Dat kan hier nu onvoldoende. Dus toen zich iemand meldde die een restaurantje wilde beginnen in de oude smederij in Beerta heb ik dat toegejuicht’.
Horseling is voorzitter van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling de Blauwe Stad, kortweg de GR. Omdat Blauwestad deels in Scheemda, deels in Winschoten en deels in Reiderland ligt, vonden de lokale besturen het wenselijk om voor het Blauwestad-grondgebied een onderling afgestemd beleid te ontwerpen. Zonder zo’n GR zou de ene bewoner van Blauwestad wel hondenbelasting betalen, en de ander niet. Ook zouden er verschillende vuilnisophaaldiensten rondrijden en zouden de postcodes in het gebied niet op elkaar aansluiten, legt Horseling uit. De speciale regeling voorziet verder in afspraken rond wegenonderhoud, groenbeheer, openbare verlichting, gladheidbestrijding en nog veel meer.
Ook de burgemeesters Jonkman van Scheemda en Vlietstra van Winschoten zitten in het dagelijks bestuur van de GR, naast drie wethouders. Jan Stellema, oud-ambtenaar van de provincie Groningen, is als secretaris belast met het inventariseren van kwesties die om harmonisering vragen en met het aandragen van praktische en juridisch houdbare oplossingen. Dat valt vaak nog niet mee. ‘Neem de vraag welke activiteiten en functies je wilt toelaten op en rond het Oldambtmeer, en welke je juist wilt verbieden. Gemeenten, GR-bestuur, provincie en waterschap zijn hier allen bij betrokken, en de wet- en regelgeving is ook nog eens zeer divers en complex.’
De GR is ondertussen ook een opstap naar een gemeentelijke herindeling die de provincie graag wil. Een besluit daarover wordt naar verwachting in 2007 door de drie betrokken gemeenteraden genomen. Volgens Horseling – in november werd bekend dat hij met ingang van 1 januari burgemeester van Weesp is geworden – zijn de geesten in het Oldambt daar rijp voor. Deze herindeling moet vóór 1 januari 2010 zijn beslag krijgen; de GR houdt dan automatisch op te bestaan.

Blauwestad 28 november 2006

Vandaag heb ik Blauwestad-bewoner Benno Analbers nog even aan de lijn. ‘We worden met de week enthousiaster’ vertelt hij.
Vorige week reed hij de straat in. Hij passeerde een vrouw die zei dat ze iets op zijn deurmat had gelegd. Ze wilde niet zeggen wie ze was. Even later trof Benno een bos bloemen aan. Er zat een kaartje bij. De afzenders waren mensen uit de buurt, die volgend jaar aan het eind van dezelfde straat komen wonen. ‘U bent onze wegbereider’, schreven ze. En dat het toch wel eenzaam moet zijn om daar nu als enig gezin te wonen. Benno en zijn vrouw vonden het heel verrassend. ‘Zo zie je dat Groningers wel degelijk open en belangstellend kunnen zijn.’

Trefwoorden