Column van Fionna Bottema

In de ‘Nacht van de Nacht’ zoek ik met wat vrienden naar de geheime locatie van een feestje waarvan de coördinaten zijn doorgegeven via Google Earth, alleen niet erg nauwkeurig. Bovendien is de hele stad in het donker gehuld, waardoor we schuifelend via een bruin café en het dak van een parkeergarage in een obscure steeg bij de achteringang van een restaurant uitkomen. Ik overdrijf natuurlijk: alleen de Martinitoren en de
A-kerk waren deze nacht onverlicht. Het is me trouwens niet opgevallen, dus dat kan voortaan wel zo blijven.
Op diverse locaties in het land werden deze nacht duisternisactiviteiten georganiseerd, waaronder vaar- en wandelexcursies door donkere natuurgebieden, en nachtsnorkelen in de Piccardthofplas bij Groningen. Daarnaast had een aantal gemeenten beloofd de sierverlichting van openbare gebouwen uit te zetten en lantarenpalen te dimmen. De gemeente Groningen had toegezegd voor de Nacht van de Nacht tien- tot twaalfduizend lantarenpalen te dimmen of te verwijderen, in de komende vijf jaar zouden dat er landelijk zelfs een miljoen moeten worden. Goed plan. Na een ander avondje dansen liep ik om een uur of drie door Groningen. Oorverdovend gezang klonk uit de boomtoppen. De gevlekte borstjes van zanglijsters waren duidelijk zichtbaar in het licht van de straatverlichting en de schijnwerpers van de Nieuwe Kerk. Genoeg licht om ze het idee te geven dat het midden overdag was.

Samen met België en Puerto Rico hoort Nederland tot de lichtvervuilste landen ter wereld. Van de Nederlanders wil 52 procent dat het ’s nachts donker is. Buiten de bebouwde kom dan want steden, wegen en hun eigen huizen zien ze wel graag verlicht vanwege de veilig- en gezelligheid. Uiterlijk dit jaar moeten alle provincies donkergebieden hebben aangewezen. Het Platform Lichthinder probeert iedereen die bang is voor het donker (de meeste mensen associëren duisternis nu eenmaal met horror en criminele activiteiten) over te halen met de leus ‘In het donker zie je meer!’
Wonend aan de rand van een buitengebied heb ik het donker al een paar keer ontmoet, maar het echte donker ken ik vooral uit het buitenland. Tijdens Nyepi, het Balinese nieuwjaar, dat wordt ingeleid met het verjagen van de kwade geesten door lawaai en het verbranden van poppen, volgt een etmaal van absoluut niets. Het is een dag van reflectie, waarbij niemand de straat op mag en verkeer en verlichting verboden is. Wie toch een lampje aan doet, kan een steen door zijn raam verwachten en wie de straat op gaat wordt in elkaar geslagen door jeugdbendes. Ik zat in mijn eentje op het balkon en verveelde me stierlijk.

Wanneer ik midden in de nacht na het feestje naar huis fiets, mijn licht uit solidariteit niet aan, is de hele weg Helpman, Haren, Glimmen riant verlicht. Ik kan er, ondanks de nodige wijntjes, prima mee thuis te komen. Wanneer ik over het bruggetje van de designverlichte Drentse Aa gefietst ben, rij ik van het pad af en kom in de berm tot stilstand. Het is zo donker dat ik geen hand voor ogen zie. Opmerkelijk: zodra ik Groningen uit en Drenthe in rij, is het gedaan met de verlichting. Natuurlijk kan ik mijn licht nu aan doen, maar dat zou flauw zijn, dus ik ga op de tast verder. Aardedonker is het, tot de afrit van de uitbundig verlichte A28. Op de snelweg zie ik een zee van lantarenpalen die zich uitstrekt in de richting van Groningen. Gedimd, dat wel, maar een half jaar geleden stonden ze er nog niet. Ze blijven staan, vertelde iemand mij. Wat is het nut van dimlicht wanneer je de hoeveelheid lampen verdubbelt? Tijd dat de Nacht van de Nacht vervangen wordt door Nyepi. Zorg er wel voor dat je niet alleen bent die nacht.

Trefwoorden