In dit stuk betoogt Hans Elerie dat verstedelijking niet alleen in bebouwing tot uitdrukking komt, maar ook in leefstijl en ruimtelijk gedrag: ‘De stadlander is een homo mobilis, die zijn mogelijkheden en voorkeuren in een wijde regio verkent.’

De lotsverbondenheid van stad en ommeland is niet alleen een Groningse aangelegenheid maar geldt ook voor delen van Drenthe en Friesland. Of je nu op de klei, het zand of in het veen woont, er is voor noorderlingen eigenlijk maar één stad. Zelfs in de grensstreken van het eigengereide Friesland gaat men naar Groningen wanneer men naar de stad moet.
Deze vanzelfsprekende band van de stad en haar ommelanden was niet van alle tijden. In de Middeleeuwen bestreden zij elkaar nog te vuur en te zwaard. Maar bij de reductie van 1594 werden beide samengevoegd tot het zelfstandige gewest Stad en Lande. Vanaf die tijd ontwikkelde Groningen zich tot een echte landstad, waarbij stad en ommeland voor hun welvaart op elkaar waren aangewezen.
Volgens de geograaf H.J. Keuning (in De regio Groningen, 197…

Trefwoorden