Minimaal twee keer per jaar doet Noorderbreedte verslag van ontwikkelingen in en rondom het project de Blauwe Stad.

Blauwestad, 26 januari 2006

Het supermeer heeft een naam gekregen: Oldambtmeer. En het nieuwe woonoord in en bij dat meer, bestaat sinds kort onder de plaatsnaam Blauwestad – zonder lidwoord, aan elkaar geschreven.
Wat ook nog even wennen is, is dat er plotseling echte toekomstige bewoners opduiken, daar waar het plan tot nu toe draaide om stedenbouwkundige ontwerpen, graafwerkzaamheden, dijken- en wegenbouw, groenaanplant en waterinlaat. Nu zich in het nieuwe landschap mensen gaan manifesteren – mensen met hun eigen dromen en verwachtingen, mensen die gaan wonen in straten die Grutto, Freya, Misthoorn of Vliegenzwam heten – krijgt het project een heel ander aanzien.
Meneer en mevrouw Baptist uit de stad Groningen houden van water. Twintig zomers stonden ze met hun stacaravan aan de Noordzeekust. Nu hebben ze een optie op kavel 109 in De Wei. Zij (59, klein, blond, roze sjaal) ziet het al voor zich: vanuit huis met een sloepje naar de overkant van het meer varen ‘voor een kopje koffie’. Hij (60, lang, donkergroene pullover) verkocht vijf jaar geleden zijn prepressbedrijf en is nu ‘pensionado’. Ze willen, zegt hij, al een tijdje de stad uit.
Het echtpaar behoort tot de tientallen mensen die vandaag en morgen de voorlichtingsdagen bezoeken in verband met de uitgifte van de tweede lichting kavels. In een klein zaaltje van het Informatiecentrum vertelt Blauwestad-ontwerper Jurjen van der Meer over de beeldkwaliteitplannen voor de vijf verschillende woongebieden. De beeldplannen, zegt hij, moeten ervoor zorgen dat de huizen per gebied straks ‘een beetje familie van elkaar zijn’. Kies een wijk, luidt daarom het advies, met een passende woning. Of kies een woning, en een daarbij passende wijk. En neem een architect mee, of een bouwkundig tekenaar.
Niet alle belangstellenden voor wonen in Blauwestad worden gedreven door een liefde voor water. Rem de Boer (64) en Marian de Wit (54), beeldend kunstenaars uit Heerhugowaard bijvoorbeeld, zijn in de eerste plaats op zoek naar een betaalbaar nieuwbouwhuis met ruimte voor een atelier (‘is in Noord-Holland niet te vinden’). Ze hebben een vage belangstelling voor een ‘kaveltje’ in Het Dorp. ‘Het lijkt ons prettig dat je tussen mensen komt die ook nog niemand kennen’, zegt De Boer. ‘En we dansen graag de tango, dat kan in Groningen, daar ben je in een half uur.’

Blauwestad 25 januari 2006

Elke donderdagmiddag houdt het Ontwerpteam Blauwestad zitting in het Informatiecentrum. Kopers en aspirant-kopers van een kavel in Blauwestad kunnen hier hun bouwtekening voorleggen voor een gratis advies. Op tafel ligt een stapel dossiermappen, één voor elk bouwplan in De Wei, Het Riet of Het Park (de woongebieden het Dorp en de Natuur komen pas in een latere fase van het project aan bod). Het team bestaat uit de architecten Thon Karelse (De Zwarte Hond uit Groningen/Rotterdam), Doeke van Wieren (GDA-architecten uit Burdaard) en Janpiet Nicolai (bureau Skets uit Groningen).
Voordat het spreekuur begint, licht secretaris Maarten de Vries de drie architecten in over de kandidaten van vanmiddag. Ook worden nieuwe tekeningen besproken die in de afgelopen week bij het Ontwerpteam zijn binnengekomen. Verschillende mensen die in de afgelopen periode hun ideeën lieten beoordelen, moesten hun ‘huiswerk’ voor een deel overdoen en menigeen reageert daar, schriftelijk of mondeling, een beetje mokkend op. Maar het is nu eenmaal de taak van het Ontwerpteam Blauwestad om de kans te vergroten dat er straks daadwerkelijk woongebieden ontstaan met elk de beoogde eigen sfeer, in plaats van bonte verzamelingen gebouwen. Thon Karelse: ‘Wij willen graag dat mensen hun individuele wensen afstemmen op een collectief beeld van de woonomgeving’.
Voor ieder gebied is een beeldkwaliteitplan gemaakt met richtlijnen voor het type woning, materiaalgebruik, kleur en hoogte. Daaraan wordt elk ingediend ontwerp uiteindelijk getoetst door supervisor Jurjen van der Meer (een van de tekenaars van de Blauwe Stad) en de provinciale Welstandscommissie Libau. Verplicht is het niet om bouwplannen voorafgaand aan deze officiële toetsing voor te leggen aan het Ontwerpteam, maar verstandig is het wel, volgens de projectorganisatie. Want wie deze stap overslaat, riskeert dat er later tijdrovende en kostbare aanpassingen nodig zijn om de bouwaanvraag gehonoreerd te krijgen, is de boodschap.
De meeste mensen maken dankbaar gebruik van het gratis advies. Sommigen komen met mooie ontwerpen, vinden de leden van het Ontwerpteam, anderen met plannen die letterlijk onder de maat zijn. Zo is er iemand die een ‘arbeidershuisje’ wil neerzetten in het monumentaal bedoelde Park, zegt Thon Karelse getergd. Tot teleurstelling van het team schakelen tot nu toe maar weinig particuliere bouwers een architect of bouwkundig tekenaar in. En wat de teamleden ook merken is dat de beeldplannen over het algemeen niet al te best worden gelezen en begrepen. ‘Mensen realiseren zich niet altijd dat ze hebben gekozen voor een woongebied dat een specifiek karakter moet krijgen’, zegt Maarten de Vries.
Op de zitting verschijnt als eerste een architect uit Winschoten. Zijn opdrachtgevers zijn thuisgebleven. De vorige keer kreeg hij van het team te horen dat de woning in kwestie voor een groot deel uit metselwerk moet bestaan, niet uit hout. Want in het betreffende woongebied, De Wei (sfeer: landelijk), wordt steen het dominante materiaal. Het aangepaste ontwerp, dat nu voorligt, bevat echter nog steeds veel hout, en zou dan ook beter passen in Het Riet (sfeer: natuurlijk). De architect houdt vol dat op een voorlichtingsavond is gezegd dat hout in De Wei ook mag. En dan moet Janpiet Nicolai het toegeven: in het beeldkwaliteitplan staat een referentieplaatje waarop veel hout is te zien; dat is ‘ongelukkig’. Uitgezocht zal worden of het echtpaar in kwestie, dat volgens hun architect heel bewust voor een houten huis heeft gekozen, misschien een kavelruil kan doen met Het Riet.
Bij een volgend ontwerp is het probleem dat het te statig, te jaren-dertig van stijl is voor de Wei (onder andere door een balkon, en het type kap). Deze woning zou stukken beter passen in Het Park (sfeer: formeel). Voordat de architect binnenstapt, discussiëren Doeke van Wieren en Janpiet Nicolai driftig over mogelijke verbeteringen: maakt een serre het beter? Het lijkt ondoenlijk er alsnog een Wei-huis van te maken.
De betreffende architect toont zich aanvankelijk wat verontwaardigd dat hij voor een tweede keer is uitgenodigd, het haalt het tempo uit de plannen van zijn cliënten. Maar al snel – misschien ook door de constructieve bejegening – stelt hij zich welwillend op. Inderdaad, de goothoogte kan lager, en inderdaad, hij heeft hier en daar gekozen voor, naar eigen zeggen ‘nare oplossinkjes’. Nadat hij een tas met een model-dakpan heeft overhandigd, gaat hij weer. Toch is Van Wieren niet tevreden over de afloop: ‘De volgende keer moeten we het eerder zeggen, als iets niet in de sfeer past’.
Later op de middag komt een goedlachs, chic gekleed echtpaar van middelbare leeftijd langs, met een tekenaar. Ook hun Wei-woning bevatte aanvankelijk te veel hout. Dat is verholpen met een nieuw ontwerp, waaraan volgens de architecten van het Ontwerpteam nog wel wat verfraaid kan worden. Het echtpaar luistert geïnteresseerd en gaat zichtbaar content met de tips weer naar huis.
Tussen de besprekingen door bevestigen de teamleden dat het nog niet meevalt om de architectuur van Blauwestad te sturen. Hoe duurder de kavels, hoe beter de plannen, is tot nu toe de ervaring. Janpiet Nicolai zegt:
‘Je zult niet overal hoogstaande architectuur bereiken, dat is niet realistisch. Je gaat echter voor het hoogst haalbare. Maar soms ben ik al blij als een bouwplan door ons toedoen van een 5 naar een 6 gaat’.

RTL7, 11 maart en 18 maart

Afgelopen zomer. Pech voor Pieter en Kitty Koopman. Het jonge stel had zijn zinnen gezet op een van de kleinere, goedkopere kavels in Blauwestad. Maar vlak voor de sluiting van de inschrijvingstermijn voor de eerste lichting kavels (waarvoor een fikse pionierskorting gold), hebben nog twee andere gegadigden een stickertje geplakt op ‘hun’ stukje grond. Dan is het de dag van de loting. In het Infocentrum lopen veel luchtig geklede mensen rond. En ook een cameraploeg die is ingehuurd door Blauwestad-reclamebureau Ubachs Wisbrun.
De afloop van de loting was op 18 maart te zien op RTL7 in De Grote Stap, een achtdelige docusoap over Blauwestad die op 11 maart van start is gegaan. Pieter en Kitty hebben 33 procent kans. Spanning op Pieters gezicht. En kort daarna: gelatenheid. Er zijn weliswaar nog genoeg andere kavels. Maar die zijn ‘veel te duur’. Een droom aan diggelen.
De succesvolle claim-je-kavel-actie is een van de gebeurtenissen die zijn gefilmd voor De Grote Stap. Een marketinginstrument, even onconventioneel als het bouwproject zelf, verklaarde Ubachs Wisbrun-directeur Edgar Molenaars eerder in dit Noorderbreedte-feuilleton. Rechtstreekse reclame blijft achterwege in de dynamisch gefilmde reeks. Het bureau wil met ‘eerlijke’ informatie potentiële kopers van buiten Noord-Nederland prikkelen.
‘Met man en macht wordt geprobeerd Oost-Groningen een toekomst te geven met bewoners en ondernemers’, klinkt in de eerste aflevering de voiceover bij beelden van bezige vrachtwagens en sfeervolle shots van een prairieachtig landschap, afgewisseld met stukjes (soms pijnlijk) verleden verteld door Jan Kleine, die al zeventien jaar lang in verschillende functies is betrokken bij het project.
En we maken kennis met de toekomstige bewoners Martien en Jacqueline Koster die hebben besloten ‘de grote stap’ te wagen: zij keren binnenkort de Zuid-Hollandse Bollenstreek de rug toe, om een nieuw leven te beginnen in het Oldambt.
Dit paar van – op het oog – tegen de zestig jaar oud, kwam ooit ‘per ongeluk’, tijdens een willekeurig gepland uitstapje, in deze omgeving terecht. En was meteen verkocht: ruimte voor een droomhuis, ‘geweldige mensen’ die nog leven volgens het adagium ‘afspraak is afspraak’.
We zien ze op een zonnige dag in hun Mercedes over de A7 zoeven, richting Winschoten. En het volgende moment dolgelukkig op hun zompige, kale kavel staan. ‘Hier zitten we straks te ontbijten’, jubelt Jacqueline – in spijkerpak en met zonnebril.
Naar de eerste uitzending keken 113.000 mensen, naar de herhaling 127.000, en de tweede aflevering werd door 178.000 personen gevolgd. Bieneke Drenth, sinds 1 januari de nieuwe voorlichter van de projectorganisatie, registreerde al na de eerste uitzending een positief effect op het aantal bezoekers van het Informatiecentrum en de website.
In totaal, zegt ze medio maart desgevraagd, zijn er nu ‘ruim honderd’ vrije kavels verkocht in De Wei, Het Riet en Het Park samen (in oktober 2005 was sprake van ‘bijna honderd’). En van de 163 zogeheten projectmatige kavels die onlangs beschikbaar kwamen, hebben de betrokken projectontwikkelaars er 78 geclaimd – maar dat is gewoon volgens bestaand plan. Deze zomer moeten alsnog modelwoningen gereedkomen, die een beeld zullen geven van de huizen die de projectontwikkelaars gaan bouwen. Het Blauwestad-management is tevreden met het totale aantal tot dusver verkochte kavels, zegt Bieneke Drenth.
Half maart is de eerste bouwvergunning afgegeven, aan een particulier uit Hoogezand. Op de vrije kavels zullen naar verwachting nog voor de zomer de eerste woningen verschijnen. Het project de Blauwe Stad had als belofte: nieuwe koopkrachtige bewoners naar de streek toe halen; vanaf nu druppelen ze langzaam maar zeker binnen.

Trefwoorden