Het is een doordeweekse dag met mooi nazomerweer; tussen Oudemolen en Loon is het druk van kortgebroekte fietsers. Daar ligt het land waarop Meino Smit, zoals dat heet, deeltijdboer is.

‘Kijk ze daar nou es zitten’, wijst Meino Smit naar het tafereeltje op zijn land. Een jonge vrouw en een oude vrouw, dochter en moeder waarschijnlijk, hebben stoelen buiten hun auto gezet en kijken, boterham in de hand, uit over zijn akkers.
Het is een doordeweekse dag met mooi nazomerweer; tussen Oudemolen en Loon is het druk van kortgebroekte fietsers. Daar ligt het land waarop Meino Smit, zoals dat heet, deeltijdboer is. Rogge, haver, aardappelen, grasklaver, zomertarwe, suikermaïs, groente en boekweit verbouwt hij. Op kleine akkers, tussen brede stroken met natuurlijke ruigte. Zo moet het hele stroomdallandschap van de Drentsche Aa er tot pakweg het midden van de vorige eeuw hebben uitgezien.
Door hun auto en stoelen op zijn land neer te zetten, ‘op mijn terras’, onderschrijven de v…