De uitvoering van de Regiovisie Groningen-Assen 2030 komt op stoom.

De Regiovisie Groningen-Assen 2030 is een voorbeeld van een ruimtelijk beleid met een enorme complexiteit, een voorbeeld van hoe tegenwoordig planologie moet worden bedreven: zoeken naar samenhang, het benutten van bestaande kwaliteiten en het creëren van nieuwe kwaliteiten. Het is opvallend dat deze ambitie in de noordelijke provincies leeft en vooral dat ze zo vasthoudend wordt doorgezet. Ook minister Dekker van VROM is dat niet ontgaan. ‘De vruchtbare samenwerking in de Regiovisie Groningen-Assen is een voorbeeld van de voortvarendheid waarmee men in het Noorden te werk gaat’, zei ze in oktober 2004 op het congres De regio pakt de ruimte.
Marc Calon, voorzitter van de stuurgroep van de Regiovisie en gedeputeerde van de provincie Groningen, herhaalt dit compliment als openingszin van zijn voorwoord in het onlangs verschenen boekwerkje Groeien in Ruimte. Daarin wordt de stand van zaken beschreven wat betreft de ruimtelijke ontwikkelingen in de regio Groningen-Assen.
De Regiovisie is vastgesteld in 1999. Twee provincies en twaalf gemeenten besloten toen om hun woningbouwopgave voor de komende dertig jaar te clusteren tot een regionaal stedelijk netwerk. Vorig jaar is de visie op de onderdelen woningbouw, werkgelegenheid, infrastructuur en waterbeheersing ‘geactualiseerd’, en de bijbehorende getallen werden volgens de laatste inzichten bijgesteld.
Wat in elk geval niet is veranderd, is de ambitie om de regio Groningen-Assen te laten uitgroeien tot een stevig stedelijk netwerk op nationaal en internationaal niveau: ‘Een netwerk dat in 2030 een schakelrol kan vervullen tussen de belangrijkste stedelijke centra in Noordwest-Europa.’ Maar ook staat in Groeien in Ruimte te lezen: ‘Het rijk bezuinigt en trekt zich meer en meer terug, dus zal de Regio meer op eigen kracht vooruit moeten zien te komen (…) Er wordt een groter offer gevraagd van alle deelnemers om het Regiofonds substantieel op te hogen.’

Kritische pers

De regiovisie zet in op de ontwikkeling van de eigen potenties, die samenhangen met aanwezige sterke economische sectoren, maar ook met het aantrekkelijke woon- en leefklimaat van het gebied. De visie stelt zich ten doel om de relatie tussen economie, bereikbaarheid en leefbaarheid goed in balans te houden. Ook wanneer de dynamiek, die hoort bij groei in wonen en werken, toeneemt.
In de Regiovisie concentreren wonen en werken zich rond de verticale as Groningen-Assen en de horizontale as Leek-Roden-Groningen-Hoogezand-Sappemeer. Zo ontstaat een
T-structuur waarlangs de verstedelijking plaats vindt. Het landelijk gebied wordt zodoende ontzien.
Langzaam komen de gemeentelijke ontwerpopgaven nu in ontwikkeling. De processen bevinden zich in de meeste gevallen nog in de luwte van brainstormsessies en schetsateliers, hoewel een paar gemeenten in de visiekoers al zijn gedemarreerd en daarmee gelijk een kritische pers over zich heen kregen. Haren kreeg het met een groot deel van de bevolking aan de stok over een landschapsontwikkelingsplan. Groningen haalt met Meerstad elke week wel een keer de voorpagina’s, en Leek werd dit voorjaar door de provincie gekapitteld vanwege het vestigen van kantoren en winkels op een bedrijventerrein langs de A7, terwijl die niet daar maar langs de A7 in de gemeente Groningen moesten komen. Nu de activiteiten toenemen begint de Regiovisie voer te worden voor het Dagblad van het Noorden.
Jaap Wijma, projectmanager van de Regiovisie, over die activiteiten: ‘Dit jaar hebben we aan onderzoek en uitvoering 18 miljoen euro te besteden en in 2006 nog eens 18 miljoen. In Roden komt dit jaar een nieuw centraal busstation in uitvoering. In Hoogezand-Sappemeer wordt het centrum vernieuwd in combinatie met een centrale halte voor openbaar vervoer.’

Oude slingers

De stedelijke opgaven lopen nu goed. De gebiedsopgaven moeten nog op gang komen. De totale oppervlakte aan landelijk gebied buiten alle grote woonkernen wordt het Regiopark genoemd. Wat niet wil zeggen dat het letterlijk om een parkachtig landschap gaat.
De gemeente Winsum heeft alvast een voorschot genomen op de ontwerpopgave voor het deel regiopark binnen haar gemeente. Ze is enthousiast begonnen met het uitwerken van ideeën om de oude slingerloop van het Reitdiep weer met water te vullen. Wijma: ‘Langs andere wegen en met andere programma’s wordt al aan het regiopark gewerkt. In de rijksnota voor ruimtelijke ordening – de Nota Ruimte – zijn Nationale Landschappen aangewezen, waarvan er twee (de Drentsche Aa en Middag-Humsterland) in het gebied van de Regiovisie liggen.’ Nationale landschappen zijn geselecteerd op leeftijd, monumentaliteit en erfgoedwaarde en krijgen de nodige aandacht van rijk en provincie.
Het project Regiopark is de contramal van de verstedelijking. De uitdaging is het verder vormgeven van de wisselwerking tussen stad en land om de regio tot een van de mooiste woon-werklandschappen van Nederland te maken. Door te zorgen voor een goede samenhang tussen het stedelijk en het landelijk gebied moeten er in de komende twintig jaar 40.000 nieuwe woningen kunnen worden gebouwd en moet er 1000 hectare bedrijventerrein worden gerealiseerd zonder verlies van landschapskwaliteit.

Files

De diverse ontwerpopgaven en projecten in de regiovisie beïnvloeden elkaar. Zo heeft de opgave voor de woningbouw van Leek-Roden invloed op het openbaar vervoer en dus op het regioproject Kolibri. Bij de ontwerpopgave Leek-Roden gaat het om het realiseren van 5300 nieuwe woningen voor de gemeenten Leek en Noordenveld vóór 2020. ‘
Het kan nog allerlei kanten op maar nu al is duidelijk dat de infrastructuur de keuze van de nieuwbouwlocaties sterk zal gaan bepalen’, vertelt projectleider van deze opgave A. Hoegen Dijkhof. ‘De dagelijkse files vanaf de beide dorpen richting A7 en verder naar Groningen maken duidelijk dat een goede afstemming van het woningbouwprogramma op de lokale en regionale infrastructuur een hoge prioriteit heeft.’
Dit voorjaar organiseerden beide gemeenten samen met de twee provincies twee workshops met ambtenaren-deskundigen op het gebied van stedenbouw, landschap, economie en infrastructuur. De leiding van deze ‘ontwerp- en gespreksbijeenkomsten’ was in handen van het Rotterdamse bureau voor stedenbouw en landschap Juurlink+Geluk bv. Hoegen Dijkhof: ‘De workshops leverden veel informatie op. Zoveel dat het voor Juurlink en Geluk een hele klus was om het overzichtelijk te ordenen.’
De workshopverslagen getuigen van een bonte verzameling aan streekkennis, hartenkreten en emotionele betrokkenheid: ‘Laat Leek en Roden ieder hun eigen identiteit ontwikkelen. Roden is iets ronder, Leek iets formeler. Roden kiest voor een iets stedelijker karakter van het centrum, Leek blijft lager. Er is een spanningsveld tussen de samenhangende benadering van de twee dorpen en de uitwerking per dorp. Roden is zand en bos, Leek is water en openheid. Woon je nog in Roden als je achter de rondweg woont? Ligt het centrum van Leek nog wel centraal? Hoe herstel je het contact tussen Roden en het Leekstermeer? Leek is watergebonden; daarom is het herstel van de waterkenmerken daar extra belangrijk. Je zou weer door Leek heen moeten kunnen varen. Het doolhofkarakter maakt dat woonwijken nauwelijks uitnodigen om er als recreant doorheen te fietsen. Nieuwe bedrijventerreinen zouden wat meer landschapskwaliteit kunnen krijgen.’
In september worden voor de opgave Leek-Roden drie modellen met een plan-economische toets gepresenteerd. De modellen moeten via een milieueffectrapportage leiden tot het opstellen van een voorontwerp intergemeentelijk structuurplan. Het is dan inmiddels eind 2006.

Niemand vergeten

Het projectbureau voor de Regiovisie wordt in haar taak om stad en land in goede onderlinge harmonie te ontwikkelen bijgestaan door een ‘kwaliteitsteam’ onder voorzitterschap van de rijksadviseur voor het landschap Dirk Sijmons (zie ook het artikel ‘Kriskras’ in Noorderbreedte 2005-3).
Wijma: ‘We hebben aan het kwaliteitsteam een enorme steun, het tilt de ruimtelijke opgave boven het gebied uit en voorkomt dat het proces een te gesloten karakter krijgt. De vergaderingen zijn altijd inspirerend. Er is een goede mix van landschap, stedenbouw en sociale kennis. De teamleden hebben in korte tijd hun autoriteit bewezen. Hun adviezen, als onafhankelijk oordeel, wegen zwaar. Ze zijn het geld meer dan waard.’
Tot 2009 zijn de bestuurders bezig met de uitvoering van het huidige convenant. Daarna wordt gekeken hoe het verder moet.
Hoe ingewikkeld de planologische aanpak van de Regiovisie is, wordt raak verwoord door projectmanager Wijma: ‘Je merkt het vooral aan de interne en externe communicatie. Je moet erg opletten dat je niemand vergeet.’