De vergankelijkheid van ons bestaan werd weer eens heel duidelijk door het bericht van overlijden van Gerard van Dijk op 7 februari. Gerard was begin jaren tachtig enkele jaren lid van de redactie van Noorderbreedte, maar zijn aandacht ging de afgelopen vijfentwintig jaar vooral uit naar alles wat met natuur, landschap en milieu van doen had in stad en provincie Groningen.

De vergankelijkheid van ons bestaan werd weer eens heel duidelijk door het bericht van overlijden van Gerard van Dijk op 7 februari. Gerard was begin jaren tachtig enkele jaren lid van de redactie van Noorderbreedte, maar zijn aandacht ging de afgelopen vijfentwintig jaar vooral uit naar alles wat met natuur, landschap en milieu van doen had in stad en provincie Groningen. Als een van de eerste vaste medewerkers van de Milieufederatie Groningen kwam hij in 1981 naar het Noorden, na een aantal jaren als journalist voor de Zeeuwse Courant te hebben gewerkt.
Hij nam zijn intrek in het kantoor van de Milieufederatie in het statige pand aan de Ossenmarkt 6, samen met de stichting Het Groninger Landschap en de voormalige Werkgroep Eemsmond. Als lid van deze werkgroep leerde ik Gerard kennen. Intensief werkten we samen aan acties voor een beter milieu, of die nu gingen over zure regen of tegen kernenergie, over het landbouwvraagstuk, de smeerpijp in Oost-Groningen, de vervuilende uitstoot van de industrie in Delfzijl of de meest uiteenlopende plannen voor de Eemshaven. Gerard voerde geen actie om de actie, maar omdat hij een diep doorleefd gevoel had dat hij moest opkomen voor wat kwetsbaar is: ruimte, natuur, schoon water, planten, dieren en authentieke cultuurlandschappen.
We verhuisden naar de Emmasingel en Gerard ging in de loop der jaren steeds meer datgene doen waar hij goed in was: schrijven, documenteren, fotograferen. Hij ontwikkelde het zelfstandige milieutijdschrift Schoonschrift en koppelde zich daarmee wat meer los van de Milieufederatie. Tien jaren lang gaf hij dit blad uit, werkte er dag en nacht aan, van schrijven en interviewen tot illustreren en zetten. Maar de band met de Milieufederatie bleef en opnieuw werd hij daar enige tijd coördinator. In die periode maakte hij zich sterk voor de vorming van een Milieucentrum in het Natuurmuseum in Groningen.
De laatste jaren stopte Gerard al zijn werklust in zijn eigen uitgeverij De Vijf Linden, van waaruit vele producties het licht zagen. Naast Schoonschrift, dat enkele jaren vóór hem stierf, waren dat boekjes, wandelroutes, jaarverslagen en diverse andere uitgaven. Altijd was het onderwerp natuur, landschap, milieu. Hij was daarnaast zeer actief in ‘zijn’ buurt, de Noorderplantsoenbuurt, onder andere in de stichting Bio Buurt Kracht die als doel had schone zaken voor elkaar te krijgen in de eigen omgeving. Tientallen zonnepanelen zijn er op daken verschenen dankzij deze stichting, diverse groene daken zijn aangebracht.
Gerards beminnelijkheid was alom bekend. Hij was een aardige en veelzijdige man die stond voor een tijdperk, een tijdperk van vijfentwintig jaar actie voor het goede in het leven. Ook dat tijdperk is voorbij, hoe vergankelijk is dit alles.
We hebben Gerard op 11 februari begraven op het Esserveld te Groningen.