Eén van de Duitse activiteiten die de meeste sporen heeft achtergelaten in Drenthe is de aanleg van vliegvelden met alles wat daar bij hoorde aan gebouwen, installaties en dergelijke. Het reeds bestaande vliegveld Eelde werd meteen door de Duitsers bezet en in de loop van de vijf jaar flink uitgebreid.

In het najaar van 1942 besloot de bezetter tot de bouw van een nieuw vliegveld bij Havelte. Dit was bedoeld om Schiphol te ontlasten. Het betrof ook een Fliegerhorst. Ten noorden van het dorp werd een compleet vliegveld met bijbehorende installaties en gebouwen uit de grond gestampt. Het middengedeelte van de gemeente Havelte, ter grootte van ongeveer 600 ha, was een heuvelachtig gebied met bossen en heidevelden waarin talrijke vennen lagen, afgewisseld door akkers en weilanden. Dit werd volledig geëgaliseerd en gedraineerd en tot vliegveld getransformeerd. De structuur daarvan is nog goed in het landschap herkenbaar, vooral de startbaan en de rolbanen. Verder zijn nog hangars aanwezig, en bomkraters die herinneren aan de bombardementen van het vliegveld in het najaar van 1944 en in maart 1945. Op enige afstand van het vliegveld liggen verspreid over Havelte tal van Duitse militaire gebouwen, waaronder het voormalige lazaret en het wachtgebouw. In de vroegere zuidoosthoek van het vliegveld zijn resten van het luchtafweergeschut te vinden. De historische Ruiterweg werd bij het vliegveld getrokken, terwijl zelfs een begin werd gemaakt met de afgraving van de Havelterberg.

Vierduizend arbeiders

De startbaan lag achter de nieuwbouwwijk De Meerkamp. Wat nu bosschages zijn, was in oorlogstijd een startbaan van straatstenen. Daarnaast lopen aan de noordkant een breed recht zandpad en een fietspad. Dit was de rolbaan. In de bosschages zijn haaks op het zandpad ook nog drainagestroken te herkennen. Aan de oostzijde wordt de startbaan begrensd door de Kolonieweg (toen ook een rolbaan), aan de westzijde door landbouwgrond.
De aanleg van het vliegveld werd verricht door mensen die tewerkgesteld waren, onder leiding van een aannemer uit Havelte zelf. De Bauleitung was in handen van Duitsers die zetelden op Overcinge, de havezate van de familie Linthorst Homan die door de bezetter gevorderd was. Onder de tewerkgestelden waren vele gemengd gehuwde joodse mannen en bijvoorbeeld ook gevangenen die in Veenhuizen vast zaten. Op het hoogtepunt waren ongeveer vierduizend man bij de aanleg betrokken. De bewaking en verdediging was in handen van Duitse soldaten, voor wie allerlei voorzieningen en onderkomens gebouwd werden. De officieren waren veelal bij Havelter gezinnen ingekwartierd.
Vele bouwmaterialen werden per schip via de Drentsche Hoofdvaart aangevoerd en er werd zelfs een aparte spoorlijn gelegd naar de bouwlocatie. Boeren uit de gemeente werden geregeld opgeroepen om met paard en wagen transportdiensten te leveren, overigens wel tegen betaling.
In de laag gelegen gronden langs de Drentsche Hoofdvaart werd 93 ha grasland gevorderd waarvan zoden gestoken werden die op rolbanen werden neergelegd. Men bouwde loodsen, een brandweergebouw, een opslagplaats voor brandstof, een commandotoren met radioverbinding, een telefooncentrale, een waterzuiveringsinstallatie, hangars, kazernes enzovoort. Tevens werd een vijftigtal houten barakken in de naaste omgeving geplaatst om de arbeiders te huisvesten. Alles werd in het werk gesteld om het vliegveld in korte tijd uit de grond te stampen. Het was bestemd voor Duitse jagers die vanaf hier geallieerde vliegtuigen moesten onderscheppen die vanaf de Britse eilanden onderweg waren de Noord-Duitse steden als Bremen en Hamburg.

Niet operationeel

Enkele jagers zijn daadwerkelijk opgestegen en geland, maar operationeel is het vliegveld nooit geworden. De geallieerden werden voortdurend goed op de hoogte gehouden van de voortgang van de aanleg door Jan Poortman uit Meppel, die een effectief spionagenetwerk rond het vliegveld had geschapen. In een RAF-bombardement in het najaar van 1944 werd de landingsbaan onklaar gemaakt. Hierna ging de bezetter inderhaast aan de slag om één van de rolbanen tot landingsbaan om te vormen, maar in maart 1945 volgde een nieuw bombardement dat het vliegveld volledig onklaar maakte. Toen de bevrijding van Havelte aanstaande was, brachten de Duitsers vele gebouwen tot ontploffing.

Landingsbaan is wandelpad

Niettemin is de infrastructuur van het vliegveld nog voor een deel aanwezig en herkenbaar. Landingsbaan en rolbanen vormen nu wandelpaden in het natuurgebied dat op het vliegveldterrein is ontstaan. Details herinneren nog aan de oorlog. In het bos kan men ineens op aarden wallen stuiten of stukken beton op de plaats waar een gebouw tot ontploffing werd gebracht. Vele bominslagen zijn nog herkenbaar aan de kraters die zich nu als poeltjes in het landschap tonen. Van april 1989 tot oktober 1993 werden in het gebied van 350 ha rond het voormalig vliegveld 158 bommen van 8 tot 1000 pond door de Explosieven Opruimingsdienst onschadelijk gemaakt, alsmede 441 stuks klein kaliber munitie, 56 granaten en meer dan 2400 kg munitieschroot.

Duizenden bomkraters

Vlak na de bevrijding kwam vast te staan wat er was gebeurd. De totale lengte van de loopgraven bedroeg 81,9 km. Er waren 51 onderkomens gebouwd, 25 afzonderlijke mitrailleursnesten en geschutsopstellingen en 15 autoboxen. In totaal was 20 km straatweg stuk gereden en 40 km rijwielpaden vernield. Het aantal bomkraters bedroeg zeker 2.000. Er stonden ruïnes van ongeveer 60 vliegveldgebouwen. Ongeveer 100 ha bos was verloren gegaan en het hunebed van Havelte was onder de grond verdwenen omdat het uit de lucht een te opvallend herkenningsteken had gevormd voor de geallieerde bommenwerpers. De kerk in Havelte was vrij ernstig gehavend, evenals het Hunehuis van de natuurvrienden.

Openlucht hangars

Van de 968 woningen in de gemeente Havelte waren er 502 min of meer door oorlogsgeweld getroffen. Door de Wehrmacht waren 55 huizen afgebroken na bombardementen, 10 waren afgebrand, 5 geheel of gedeeltelijk vernield door bominslag, 79 veldgebouwen waren ernstig beschadigd en 62 woningen hadden schade opgelopen door het gebruik door het Duitse leger, terwijl 291 huizen glasschade hadden. De Duitsers lieten een barakkenkamp achter waarin enkele honderden bewoners uit het Westen van Nederland huisden.
Zestig jaar na dato zijn circa twintig restanten van objecten zichtbaar in het landschap aanwezig. Zeer bijzonder zijn de drie openluchthangars die zijn aangetroffen. Dit zijn grote open ruimtes met een aarden wal eromheen van enkele meters hoog. Deze werden overdekt met takken en ander camouflagemateriaal om zo de vliegtuigen aan het oog te onttrekken. Interessant is ook dat restanten van een compleet rioleringstelsel in Havelte zijn aangetroffen waarop alle Duitse militaire gebouwen waren aangesloten.

Dr. M.A.W. Gerding is provinciaal historicus van Drenthe, verbonden aan Drents Plateau (m.gerding@drentplateau.nl). Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek Sporen van de Tweede Wereldoorlog in Drenthe (Drents Plateau 2001).

Literatuur
Samen met de historische verenigingen van Diever, Dwingeloo, Havelte en Vledder is een fiets- en autoroute uitgegeven: Sporen van de Tweede Wereldoorlog in Westerveld (Havelte 2005). De oorlogsperiode in Havelte is fantastisch beschreven in een uitgebreide antropologisch/criminologische studie uit 1951 die in 2004 in een geredigeerde uitgave is verschenen: J.M. van der Torre, Vanaf de Bisschopsberg gezien. Havelte, een Drentse gemeente rond de Tweede Wereldoorlog (Assen 2004)
K. Loeff, Historische vliegveldcomplexen 1910-1950. Onderzoek uitgevoerd i.o.v. de RDMZ.