Jan Holwerda (Schiermonnikoog, 1936) was tot een aantal jaren geleden een van de zes veehouders op het eiland. In de oorlogstijd telde Schiermonnikoog zo’n 700 inwoners en er waren ongeveer 650 Duitse militairen op het eiland.

Jan Holwerda (Schiermonnikoog, 1936) was tot een aantal jaren geleden een van de zes veehouders op het eiland. Hij heeft een brede belangstelling voor de natuur en de vogels en is medeauteur van een zojuist verschenen boek over boeren op Schiermonnikoog.
In de oorlogstijd telde Schiermonnikoog zo’n 700 inwoners en er waren ongeveer 650 Duitse militairen op het eiland. Boven het gebied ten noorden van de eilanden liep de vliegroute van geallieerde bommenwerpers die militaire doelen in Duitsland trachtten te vernietigen.
Op 28 juli 1943 liep Jan Holwerda met zijn vriend aan de westkant van het dorp in de Voorstreek. Het was heiig en warm weer en hoog in de lucht waren strepen van Amerikaanse bommenwerpers te zien. Doordat het een beetje heiig was vlogen de bommenwerpers boven de Waddenzee, waar ze beschoten werden door Duitse jagers die gestationeerd waren op het vliegveld te Leeuwarden. De Duitse jagers waren snel en waarschijnlijk om hun leven te redden lieten de Amerikaanse vliegtuigen hun bommenlast vallen. Jan Holwerda: ‘We hoorden aanvankelijk allerlei explosies op het wad en even later werd er op een afstand van zo’n vijfhonderd meter een bom gegooid op een schuurtje van Jaap Jilkes Visser aan het Melle Grietjespad. Vervolgens keek ik in de lengterichting van de Voorstreek, wat toen nog een zandpad was, zag ik enorme stofwolken op ons afkomen en rook ik een weeë lucht.’
Er waren twee bommen gevallen op huizen aan de Voorstreek. Vijf mensen kwamen hierbij om het leven. Er vielen ook bommen in de Middenstreek bij Hotel Van der Werff en bij de woning van oud-burgemeester H.W. van den Berg, die toen op de plaats stond waar nu het standbeeld van de monnik staat. Het gemeentehuis en de oude zeevaartschool werden zwaar beschadigd en burgemeester Van den Berg en zijn vrouw werden daarbij gedood. Ook bij de melkfabriek sloegen bommen in, evenals verder op het eiland. Jan Holwerda: ‘Ik denk dat er wel meer dan tien bommen zijn afgeworpen op het eiland. Het geheel duurde zo’n vier tot vijf minuten. Mijn vriend en ik zijn al die tijd op de Voorstreek blijven staan en wat ik me toen nauwelijks realiseerde, was dat wij ook door die bommen getroffen hadden kunnen worden. Mijn vader riep na het bombardement dat we onmiddellijk naar huis moesten komen en vervolgens ging hij hulp verlenen en puin ruimen. Later vertelde hij hoe gruwelijk de aanblik was van de omgekomen mensen. Dat bombardement heeft een grote indruk op mij gemaakt en nog altijd als ik langs die plek op de Voorstreek kom, moet ik aan die vreselijke tijd denken.’