In verband met de vorming van nieuwe, grotere Drentse gemeenten zijn na 1998 her en der compleet of gedeeltelijk nieuwe gemeentehuizen neergezet. Een bespreking van vier ontwerpen. ‘Drenthe heeft een kans gemist om een belangrijke bouwstroom aan publieke overheidsgebouwen naar een boeiend totaalresultaat te leiden.’

Na de gemeentelijke herindeling van Drenthe in 1998 wordt langzamerhand het oeuvre aan nieuwe gemeentehuizen zichtbaar. Van de twaalf gemeenten – voorheen waren het er 34 – wilden de meeste de nieuwe bestuurlijke eenheid tooien met nieuwe of vernieuwde huisvesting. In een aantal gemeenten moet de bouw nog beginnen. Elders is het nieuwe gemeentehuis – niet zelden na lang gesteggel over de locatie – klaar, en dat maakt nieuwsgierig naar de ambities die de bestuurders hebben gehad bij hun architectenkeuze.
Frits Pentenga is architect bij de afdeling Welstand van het Drents Plateau. Hij zegt: ‘Ik heb bestuurders zich nooit duidelijk horen uitspreken over het gewenste niveau van de architectuur, Tynaarlo uitgezonderd.’ De gemiddelde architectonische kwaliteit van de nieuwe huizen vindt hij middelmatig. ‘We hebben met een excursie voor gemeentebestuurders langs voorbeelden van geslaagde architectuur nog wel geprobeerd de motivatie voor een wat meer gedurfde ontwerpopdracht te stimuleren. Maar daar is niet veel uitgekomen’, vertelt hij. Duidelijk is in ieder geval dat de zogenoemde ‘organische architectuur’ van het Amsterdamse architectenbureau Alberts en Van Huut nogal gewild is in Drenthe. Nadat dit bureau al opdracht kreeg voor de bouw van het Museum De Buitenplaats in Eelde en het Waterschapshuis in Coevorden, hebben nu ook de gemeenten De Wolden en Borger-Odoorn de aanbouw van hun gemeentehuizen laten ontwerpen door Alberts en Van Huut. Het zijn, zoals we ze al kenden van dit bureau, gebouwen geworden met gesloten facades die eerder het voorname en gewijde uitstralen van een kerk of aula, dan uitnodigen tot binnenkomen en ontmoeten.
Hoewel aan de schaal van het ontwerp veel is gecorrigeerd, past het gemeentehuis van De Wolden nog steeds niet lekker in de dorpskom van Zuidwolde. Het parkeerterrein domineert en de nieuwbouw drukt het lagere oude gemeentehuis volledig weg. In de gemeente Borger-Odoorn is de harmonie van de nieuwbouw met het oude gemeentehuis van Exloo meer geslaagd.

Kans gemist

‘Eigenlijk hadden we de totale nieuwbouw van alle gemeentehuizen onder de supervisie van de Rijksbouwmeester moeten brengen’, zegt Frits Pentenga.
Drenthe heeft inderdaad een kans gemist om een belangrijke bouwstroom aan publieke overheidsgebouwen met wat meer ontwerpdurf en creativiteit naar een boeiend totaalresultaat te leiden. Met meer voorlichting, begeleiding en stimulans had het geheel aan bouwopdrachten een bijzonder oeuvre op kunnen leveren. De gemeenten hebben zich wel gerealiseerd dat de nieuwbouw een representatieve uitstraling krijgt als je kiest voor een flink bouwvolume met een ligging op stand, maar het ontwerp lijkt in een aantal gevallen uit een catalogus te zijn gekozen.
Pentenga spreekt met waardering over de nieuwe gemeentehuizen van de gemeenten Aa en Hunze, en Tynaarlo. In beide gevallen is gekozen voor een mooie bomenrijke bouwlocatie in of aan de rand van de bebouwde kom. Er is niet geaarzeld om een van de mooiste plekken te gebruiken als setting voor een nieuw gemeentelijk centrum. Het lijkt alsof de schoonheid van de aangeboden bouwplek de architect heeft geïnspireerd en gestimuleerd om goed te presteren.

Baksteenarchitectuur

Het gemeentehuis van Aa en Hunze staat in Gieten op een bijzonder ruim gazon, omzoomd door rustige straten met oude bomen. De baksteenarchitectuur is van I’m Architecten uit Deventer (een afsplitsing van ADP
Architecten uit Amsterdam waarmee de gemeente de bouw is gestart). Het gemeentebestuur was zich bewust van de landschappelijke waarde van de bouwplek met zijn typisch Drentse uitstraling en heeft daarom van begin af aan vastgehouden aan een ontwerp in baksteen. Tevens wilde de gemeente een architect met ervaring in het bouwen van gemeentehuizen. Zij wilde er zeker van zijn dat er in het ontwerp rekening zou worden gehouden met zowel de wensen van de gebruikers als die van de bezoekers. Anders gezegd: er moest met net zoveel aandacht van binnen naar buiten als van buiten naar binnen worden ontworpen. En het resultaat is ernaar: een mooi complex van ‘losse’ onderling geschakelde bouwvolumes in twee kleuren baksteen, heldere lijnen, goede maten en als kroon op het geheel een raak geplaatste klok met een heldergroene avondverlichting hoog in de frontgevel.
Wietze Dolsma, hoofd van de afdeling Concern bij Aa en Hunze, is enthousiast over zijn nieuwe werkplek: ‘Er is overal in het interieur ruim inval van buitenlicht, de plattegrond is overzichtelijk en de klimaatbeheersing prima.’ Hij verzekert dat hij spreekt namens zijn tweehonderd collega’s die vanuit de voormalige gemeenten Anloo, Gieten, Gasselte en Rolde hier hun gezamenlijke kantoor hebben gekregen.
Vreemd is wel dat met zo’n ruim erf het gebouw zo dicht tegen de noordrand aan is gezet en de parkeerterreinen zo krap zijn bemeten. Was er bij de bestuurders dan toch sprake van ruimtevrees? Wietze Dolsma: ‘Het gemeentehuis staat op het veld waar sinds jaar en dag kermissen en braderieën worden gehouden. De bewoners wilden dat dit zo zou blijven. Daarom is de bouwplek wat naar achteren geschoven.’

Transparantie

De meest spraakmakende nieuwbouw onder de Drentse gemeentehuizen bevindt zich aan de oostrand van het dorp Vries, vestigingsplaats voor bestuur en ambtenaren van de gemeente Tynaarlo, in 1998 ontstaan uit het samengaan van de gemeenten Zuidlaren, Vries en Eelde.
Al ruim voor de oplevering van het modernistische helderwitte ‘zwevende’ ontwerp van het bekende Amsterdamse architectenbureau Claus en Kaan, hebben pers en publiek van zich laten horen. Het gebouw wordt spottend ‘het aquarium’ genoemd, verwijzend naar de indrukwekkende, lange glazen wanden van de verdiepingen; of ‘ufo’, vanwege de fraaie zweving van het gebouw ten gevolge van de halfverdieping voor de parkeergarage.
Ook dit gemeentebestuur wist goed wat het wilde. Het nieuwe gebouw moest uitdrukking geven aan een grote transparantie van bestuur en publieke dienstverlening. Geen achterkamertjespolitiek, geen gesloten gevels. En het moest een modern helder gebouw worden in een mooi landschap. Onder leiding van burgemeester Hein Pannekoek heeft de gemeente een gedurfde visie gestalte gegeven, via het altijd lastige ontwerptraject van hoge ambities en veel onbegrip.
De architect heeft zich duidelijk laten inspireren door het fraaie ruimtelijke beeld van de bouwlocatie: een zacht glooiend terrein met oude eiken. Anders dan in Gieten is gebeurd, heeft hij de waardering voor het landschap gezocht in het contrast tussen het oude landschap en de architectuur met zijn strakke lijnen, de harde materialen glas en staal, en de witte banen tussen de verdiepingen. De keuze voor contrast is altijd een hachelijke onderneming. Het is alleen succesvol als het modern bouwen consequent en tot in de finesses wordt volgehouden. Daarbij moeten uiteraard schaal en maat kloppen. Zo spiegelen oud en nieuw zich aan elkaar en wordt de schoonheid van beide beelden zichtbaar. Een perfect ontworpen modern gebouw misstaat nooit in een oud landschap; het doet het oude landschap eerder eer aan. Van het gemeentehuis in Vries kan gezegd worden dat het perfect modern is. Frits Pentenga zegt hierover: ’Claus en Kaan hebben gebruikgemaakt van de theorie van de Franse architect Le Corbusier, die zo transparant mogelijk wilde bouwen.’ Maar volgens Pentenga is het gebouw eigenlijk een exponent van een oude modernistische stroming in de architectuur, bekend onder de naam CIAMgroep. Dit neemt niet weg dat Pentenga erg enthousiast is over het gemeentehuis.

Energiezuinig

Naast de architectuurambitie wilde de gemeente ook een optimaal duurzaamheidsprogramma in het ontwerp verwerkt zien. De
architect heeft de eis van een transparant gebouw dat tegelijk voldoet aan energiezuinigheid als volgt opgelost. Door de toepassing van hoogwaardig zonwerende beglazing wordt tegelijk én transparantie én een behoorlijke klimaatbeheersing bereikt. De sterk overstekende witgeschilderde stalen verdiepingsvloeren werken tevens als zonwering. De ‘kale’ betonconstructie accumuleert door zijn massa de warmte, waardoor het gebouw makkelijk op temperatuur is te houden (minder sterke schommelingen).
Het gebouw is energiezuiniger dan de wettelijke normen en kan dus met recht duurzaam genoemd worden. Er is veel geld gestoken in duurzaamheidsmaatregelen die niet direct zichtbaar zijn. Op het dak van het gemeentehuis zorgt 150 vierkante meter zonnepanelen voor de omzetting van zon- en daglicht in elektrische energie. Verder is op het dak boven de kantine een grote zonneboiler opgesteld. Tientallen meters onder de grond is een koude- en warmteopslag aangebracht, die wordt aangesproken als in de zomer het gebouw moet worden afgekoeld en in de winter opgewarmd.

Panoramisch uitzicht

In Vries is, evenals in Gieten, gezocht naar een evenwichtige benadering in twee richtingen (van binnen naar buiten en van buiten naar binnen), zij het dat in het ontwerp van Claus en Kaan hierbij meer is gekeken naar de visuele beleving. De sober gehouden werkruimten hebben een prachtig panoramisch uitzicht op het omringende landschap. Alle vensters van het gebouw vormen evenzoveel kingsize ‘landschapsfoto’s’. Wandelend door de ruime gangen ervaar je het heldere en rustgevende interieur en dringt het boomrijke landschap voelbaar binnen. De architect noemt het gebouw zelf een licht paviljoen in een oud landschap.
Voor de buitenruimte is de Amsterdamse landschapsarchitect Bram Breedveld aangetrokken. Deze heeft het erf met veel gevoel voor de architectuur van het gebouw ingericht. Vanaf de oude rijksstraatweg tot aan de voordeur heeft hij een stevige eikenlaan getrokken, waardoor het gemeentehuis de allure van een paleis krijgt. Aan de achterkant zijn op de uitgestrekte boomweide wat magere boomgroepjes toegevoegd aan de oude eiken die er al stonden. Dit had wat steviger uitgevoerd kunnen worden in zwaardere boommaten van de kwekerij.

Minpunten

Het bureau Claus en Kaan heeft een mooi gebouw gemaakt. De gemeente kan tevreden zijn. Waarom dan toch al dat geklaag van burgers in de regionale pers? Natuurlijk is het gebouw niet perfect tot op de plint. Door architecteneigenwijzigheid en -slordigheid is bijvoorbeeld een bordestrap bij de hoofdingang te smal, is de trap in de hal te klein, had een mooie zwevende trap in een zijvleugel eigenlijk in de hal gemoeten, is de trouwkamer te klein en sfeerloos, heeft de raadszaal te hoge wandschotten maar weer wel een fleurige plafondschildering van Marte Röling, is de hoofdentree te veel verstopt in de voorgevel en had de fraaie kolommen-entree van het politiebureau onder hetzelfde dak eigenlijk het ontwerp voor de hoofdentree moeten zijn. Maar goed, laten we die minpunten één keer noemen om daarna nog lang te genieten van het witte paviljoen van Vries, als een mooie en interessante aanwinst in de architectuurgalerij van Drenthe.
Nog niet alle Drentse gemeenten weten hoe hun nieuwe gemeentehuis eruit moet zien en waar het gebouwd moet worden. Midden-Drenthe is juist net klaar met haar aanbouw aan het bestaande gemeentehuis in Beilen, Meppel is nog aan het bouwen en in Westerveld is nog niet duidelijk wat er gaat gebeuren. Wel heeft deze gemeente in Diever een prachtige locatie gekozen, die inspirerend genoeg is voor een geslaagd staaltje architectuur. Nu maar hopen dat Westerveld bij haar ontwerpkeuze net zo veel lef toont als Tynaarlo.