Op dit moment wordt er op verschillende niveaus en verschillende plaatsen gewerkt aan en gewacht op de nieuwe cultuurnota’s. Dit impliceert dat het wat moeilijk is om aan de gedeputeerden en wethouders voor cultuur concrete uitspraken over het te voeren beleid te ontlokken. Op basis van gesprekken met de gedeputeerden voor cultuur van Groningen (Hans Gerritsen), Drenthe (Hans Schaap) en Friesland (Bertus Mulder) en met de wethouders voor Cultuur in Groningen (Karin Dekker) in Assen (Ruud Wiersema) en na vergeefse pogingen om aan Tom van Mourik (Leeuwarden) bepaalde uitspraken te ontlokken, ontstond het volgende beeld van de relatie tussen locatietheater en cultuurbeleid.

Voor een deel is er zeker sprake van goede samenwerking tussen de drie provincies (zie de nota voor kwaliteit en ontwikkeling van januari 2003, en de gezamenlijke inzet voor een productiefonds voor de kunst van april 2003). Deels ook zijn er nogal wat verschillen tussen de drie gebieden. Friesland heeft sinds jaar en dag Oerol en Spanga, en had met de activiteiten van Jos Thie bij Tryater tussen 1994 en 2004 een van de meest prominente makers van locatievoorstellingen in huis, zodat er een goede voedingsbodem voor locatietheater bestaat. Soortgelijke geluiden gelden voor de stad Groningen, waar met grote projecten en individuele theatermakers met regelmaat sprake is en was van spannend locatietheater: van crematorium tot suikerfabriek, van Reitdiep tot talloze plekken in de stad.
Voor de stad geldt dat in de nieuwe cultuurnota ingezet wordt op een imago als dé stad van het noorden: jong, eigenzinnig, met durf en op niveau. Groningen profileert zich als stad waar kunst, cultuur en architectuur de boventoon voeren. Daar horen in de toekomst ook spraakmakende locatie-evenementen bij. Door de stad zélf geïnitieerd zoals in Halte Vechtstraat, waarin sociaal zwakkeren onder begeleiding in een oude remise speelden of zoals bij Blue Moon waar een nieuwe locatie bij de binnenstad centraal stond. Maar de initiatieven kunnen ook komen van één van de rijksgesubsidieerde gezelschappen. De Citadel en het NNT gaven in het verleden al vele voorbeelden.

Faust en Abel Tasman

Het beeld van de provincies Groningen en Drenthe is iets minder rooskleurig, omdat daar in het afgelopen decennium voorbeelden van locatietheater eerder in voorbereiding of planning bestonden dan in de realiteit. Op dit moment wordt wel hard gewerkt aan de voorbereiding van een Faustproductie op het oude fabrieksterrein van Avebe in Ter Apel. Tussen de restanten, de puinhopen en het verval zal in de komende periode een nieuwe versie van Faust op verschillende plekken van het terrein te zien zijn. De productie staat onder professionele leiding en begeleiding, en tegelijkertijd worden talloze toneelverenigingen ingezet voor de voorstelling. Leerlingen van middelbare scholen zullen een videoregistratie van het hele werkproces verzorgen. Verder bestaan er in Groningen plannen voor een locatietheaterproject met verschillende disciplines, in het Westerkwartier. Het wordt een spektakel rond water en theater naar aanleiding van de vierhonderdste
geboortedag van Abel Tasman in Lutjegast.
Wat de plannen van de provincie Groningen betreft is het zaak de nieuwsbrief Regionale Cultuurplannen Groningen, met uitvoerige en leesbare informatie uit de vier culturele regio’s van de provincie, goed bij te houden.

PeerGrouP

In Drenthe waren daags voor mijn gesprek met de gedeputeerde de genomineerden voor de culturele prijs van de provincie in 2004 bekend gemaakt. Je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat het in Drenthe nog wel even zal duren tot die prijs naar een theatermaker gaat.
Uiteraard heeft Drenthe, afgezien van een fenomeen als Zomertrek en een uiterst levendige sector van het amateurtoneel, een achterstand op toneelgebied in vergelijking met de twee andere provincies. Het zal voor een groot deel afhangen van de eventuele subsidie voor de PeerGrouP uit Gasselte of er vanuit die hoek wat impulsen uit kunnen gaan voor de infrastructuur van theater en locatietheater. Op dit moment is men aangewezen op zaken van elders, zoals het project rond het meisje van Yde, of op incidenten als in Veenhuizen ter gelegenheid van een werkbezoek van de staatssecretaris Medy van der Laan. Zeker geldt voor Drenthe wat voor veel van de cultuurbestuurders geldt, dat de combinatie van de portefeuille met cultuur, economische zaken en toerisme een goed uitgangspunt kan zijn voor een wat steviger beleid op het gebied van theater en vormen van cultureel toerisme.

Versterking cultureel imago

Zowel Hans Schaap, Hans Gerritsen als Bertus Mulder zijn overtuigd van de noodzaak van een versterking van de infrastructuur van theater, en van het belang van theateropleidingen als noodzakelijk element. Met alleen een bloeiend amateur-circuit of vormen van openluchttheater, dat weer in de lift zit, is er te weinig basis voor een grotere dynamiek van de podiumkunsten. Het gaat er uiteraard om, zoals in Friesland, de positie van acteurs, School-tv en Omrop Fryslân te gebruiken om het netwerk en de infrastructuur te versterken. Het gaat erom zaken als de theatergroep de Noorderlingen en de jeugdtheaterscholen in Oost-Groningen te gebruiken om een grotere dynamiek en grensverleggende vernieuwingen een impuls te geven.
Locatietheater als een specifiek fenomeen kan ertoe bijdragen, een nieuw licht te werpen op plekken en een verrassende omgeving creëren. Het spelen buiten de gangbare speelplekken, eigenzinnig, met durf en risico, het samengaan van verschillende disciplines en het bereiken van een nieuw, ander publiek zijn in de ogen van de drie gedeputeerden de elementen die je moet blijven inzetten om een levendige cultuur in steden en provincies in stand te houden. Uiteraard zijn de gedeputeerden ervan overtuigd dat een zekere ‘festivalisering’ van onze samenleving het bruisende, culturele imago van het Noorden kan versterken. Met name de wethouder van Assen probeert in deze in samenspraak met de bevolking tot een grotere investering voor cultuur te komen (denk aan de Schalm, Diana, de verbouwing van de Kolk, waar ook plannen zijn voor een groter cultureel ‘kwartier’), maar moet eerst voor Assen eerst nog moeizaam dezelfde status zien te bevechten als de andere provinciesteden Groningen en Leeuwarden.

Koesteren en uitbouwen

Terugkijkend op deze korte gesprekken zien we dat men in het Noorden probeert de leefbaarheid van de regio te bevorderen door met elkaar samen te werken of door elkaar complementair aan te vullen. Toch probeert elke provincie zich tegelijkertijd zo veel mogelijk als ‘culturele hoofdstad’ te profileren. Naarmate de samenleving complexer wordt en de mondialisering voortschrijdt, is de zoektocht naar de eigen culturele identiteit en het eigen culturele verleden in de directe omgeving, vormgegeven in de talloze varianten van locatietheater, een interessant fenomeen dat men moet blijven koesteren en uitbouwen.

De auteur is oud-universitair hoofddocent theaterwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Trefwoorden