Ik heb nog maar nauwelijks een stoel gevonden buiten achter Sjoukje Heidstra's ouderlijk huis aan de Piterpôlle in Twijzel (Frsl.) of een regenbui gooit roet in het eten. De ronde kruidkoek en de koffie verhuizen in een mum van tijd naar de grote eettafel in de 'artsenkamer.'

‘Drie jaar geleden’, vertelt Sjoukje(18), ‘hebben mijn ouders een stil bod uitgebracht op het Groene Kruisgebouw van Twijzel. In het gebouw was altijd het consultatiebureau gevestigd, waar baby’s werden gewogen, vandaar “wachtkamer” en “weeg-en administratiekamer”. De grootste kamer op de benedenetage was de wachtkamer, dus dat werd onze woonkamer. En de weegkamer met zijn hoog geplaatste ramen – schijnbaar mocht je van buitenaf geen blote babytjes zien – is nu de computerkamer van mijn jongere zusje Annemarie en broertje Jasper.
Het stembureau was hier ook gevestigd. Het gebeurt nog wel eens dat er iemand uit het buitengebied op verkiezingsdag bij ons aanbelt, in de veronderstelling dat je nog steeds hier kunt stemmen. Het consultatiebureau is niet het enige gemeenschapsgebouw in Twijzel dat nu woonhuis geworden is. Ook het oude dorpshuis met zijn imposante beuken is particulier verkocht.’

Onderduikadres

‘De Rijksweg, de tuinen achter het dorpshuis en het gebied daarachter, De Dobbe en het Tsjerkelân, daar kon je vroeger eindeloos spelen. Weilanden van elkaar gescheiden door eikenhakhout liepen zover het oog reikte. Ons lintdorp Twijzel ligt halverwege een heel flauwe helling tussen Kollumerzwaag en Kootstertille. De eikensingels zijn bewaard, maar staan er toch wat verloren bij in de nieuwe ruimbemeten straten waar ook het dorpshuis De Wiksel een nieuwe plek heeft gevonden. De Rijksweg kreeg een nieuwe naam, Op Twijzel.
Nummer 22 waar ik geboren ben, bestaat nog. In de achtertuin de grote populier van vroeger, maar alles voelt nu benauwder… Als kind herinner ik me een heel grote, beschutte tuin. De Rijksweg was een leuke buurt met veel kinderen. Zelfs “aan de weg” kon je veilig spelen, want er stonden nog bomen en er liep een ventweg. Die is nu opgeofferd aan het verkeer.
De eerste jaren dat we in het Groene Kruisgebouw woonden, bleef het huis aan de Rijksweg mijn enige, echte thuis. Het is in 1910 gebouwd, schat ik, en heeft van die smalle hoge ramen met vensterbogen, opgevuld met decoratief gekleurde baksteen. Ooit is mij verteld dat er in de oorlog joden ondergedoken zaten.
’s Winters schaatsten we in de haven aan de overkant van de Rijksweg en toen ik groter werd op de Zandsloot. Dat schaatsen heb ik vrij lang volgehouden, ook al vind ik mezelf niet zo goed. Nog twee, drie jaar heb ik in de zomer serieus geskeelerd met een vriendin. Soms denk ik wel eens, ik moet eens nodig wat aan mijn conditie doen.’

Lang van huis

‘Ik fiets nu alleen nog. Naar school in Groningen samen met mijn vriendin Jacoba uit Kollumerzwaag. Twintig kilometer iedere dag. Vanaf Buitenpost met de trein en eenmaal in de stad fietsen we naar onze mbo-v-opleiding in Lewenborg. Door die school heb ik voor het eerst een heel ander stuk Nederland leren kennen: twee maanden stage gelopen vlak bij Hilversum. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik zo lang van huis weg was. Leuk!. Maar door kleine en grote dingen merk je toch hoe enorm het verschil is.
Met Jacoba op één kamer. Leven in dezelfde ruimte waar je sliep. In het begin is het beregezellig. Maar na verloop van tijd kun je elkaar niet meer zien, snak je naar een avondje alleen. Thuis heb ik een riant grote kamer voor mijzelf. En ik ben gewend om koud te slapen. Mensen zijn in de Randstad heel anders. Van nature ben ik niet zo’n planner. Als je thuis een dagje uit wilt, moet je goed nadenken, je moet reizen. Daar kun je zomaar naar theater, en laat uit eten. Hier krijg je dan onmiddellijk commentaar. Om half negen ’s avonds eten, dat kan toch niet! Aan de andere kant is daar alles veel duurder, ook met boodschappen doen. Mensen verdienen wel meer maar voor een gewoon huisje heb je hier een verbouwde boerderij. Het grootste nadeel daar is het grote verschil tussen arm en rijk. Of je hebt in de Randstad alles goed voor mekaar óf je hebt niks. Daar word je gewaarschuwd: “Niet alleen op straat gaan”. We zijn een keer met zijn vieren gaan wandelen, lag er in het bos gewoon iemand in de berm.’

Volle dag

‘Ik ben gewend dat mijn ouders mij vrij laten. Ze weten heel goed waar ik mee bezig ben. Toen ik nog op de mavo in Buitenpost zat, gingen we met de hele klas uit naar de Ringo in Veenklooster. Mijn ouders gingen daar vroeger zelf ook al heen.
Door de week duurt mijn dag lang. School en daarna als parttimer ingeroosterd in de Wynbrekker, een instelling voor verstandelijk gehandicapten in Damwoude. Ik word gehaald en gebracht, anders ben ik te veel reistijd kwijt. Zo’n volle dag maakt ook dat je met bepaalde dingen moet kappen.
Vanaf mijn zesde rijd ik al. Jammer voor Annema in Zwaagwesteinde, een hengstenhouderij waar ik naast het rijden hielp de paarden te verzorgen. Scouting laat ik niet schieten. Jacoba ken ik daarvan. En mijn vriend Frans. Vorig jaar met de hele groep gekampeerd in Sauerland. Met drie vriendinnen ook van scouting, zijn we deze zomer in ons eentje aan het Gardameer geweest. Tentje op de rug, hup, het vliegtuig in.’

Cultuurschok

‘Als ik mezelf zie over tien jaar, ben ik niet zo’n Hotel Mama-type. Na het mbo het hbo gehaald, zoiets als fysiotherapie; of misschien een studie geneeskunde of psychologie. Ik heb op kamers in Groningen gezeten. En ik ben ook al op stage in een echt buitenland geweest; ik bedoel dan Afrika of India. Ik heb dan meegemaakt wat een cultuurschok is!
Als je ergens anders bent, kom je alleen maar clichés over Friesland tegen. Mensen horen het toch aan je accent. Maar ik doe niet aan watersport en kaatsen snap ik niet, heb ik me nooit in verdiept. Thuis spreek ik Fries en als ik met Jacoba in gezelschap ben, ga ik onbewust daarop over. Op de basisschool kregen we het één uur per week, maar ik vind het moeilijk om te lezen en heel moeilijk om te schrijven. Friese boeken op school, het móest. Maar daarna geen bladzijde meer ingekeken. En ik ben toch een echt leesmonster. Laatst heb ik dat nieuwe Harry Potter-boek nog gelezen. In het Engels.’

Trefwoorden