Haren experimenteert met een nieuwe manier van planvorming. Allerlei mensen van binnen en buiten de gemeente zijn betrokken bij het maken van een Landschapsontwikkelingsplan, bedoeld om de grote ruimtelijke veranderingen die samenhangen met de Regiovisie Groningen-Assen 2030, zó te sturen dat Haren er in landschappelijk opzicht alleen maar beter van wordt.

Sinds februari 2003 zijn velen in Haren betrokken bij het opstellen van een Landschapsontwikkelingsplan voor deze gemeente. Bewoners, bestuurders, ambtenaren van de gemeente, medewerkers en bestuurders van de provincie en stad Groningen, mensen van het waterschap, medewerkers van het ministerie van LNV en van de Dienst Landelijk Gebied, leerkrachten van scholen in de gemeente, lokale pers en media, vertegenwoordigers van lokale organisaties: allemaal participeren zij in een innovatief en inspirerend proces waarmee de gemeente Haren tot een duidelijke visie op de toekomst van haar grondgebied wil komen.
Het proces bestaat uit werksessies, bijeenkomsten, ontwerpmiddagen- en avonden en tussentijdse presentaties. Dat het gemeentebestuur voor deze werkwijze heeft gekozen is bijzonder. De alledaagse praktijk bij overheden is immers dat planvorming naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen meestal buiten de deur – door externe deskundigen – wordt vormgegeven, vaak zonder tegenspel van de opdrachtgever. De kwaliteit van het opdrachtgeverschap van gemeenten is laag in het Noorden, en dat maakt het experiment in Haren interessant.

Abstracte programma’s

Vooral tegen de achtergrond van de Regiovisie Groningen-Assen 2030 (zie het artikel op pagina 3 van deze Noorderbreedte) krijgt het planproces in Haren betekenis. Een instrument als de Regiovisie is een goed middel om tot integratie en versnelling van beleidsontwikkeling te komen op een hoger schaalniveau, maar heeft ook nadelen. Dit soort grote programma’s blijft abstract en kent geen eigen instrumenten voor implementatie. Ook hier spelen ‘externen’ een hoofdrol, die vaak met grote gebaren nieuwe ontwikkelingen inzetten, welke op het lokale niveau niet worden begrepen.
Zo brengt de Regiovisie grote bouwopgaven, nieuwe infrastructurele programma’s en ruimtelijke inrichtingsconcepten met zich mee, waarmee het bestaande landschap als het ware wordt overpleisterd met een nieuwe laag – het landschap van de instituties (overheden, ontwikkelaars). Die nieuwe laag kan ‘objectief” van hoge functionele, esthetische en ecologische kwaliteit zijn, toch dreigt het gevaar dat een subtiel, veelduidig, gegroeid, levend mensenlandschap van verhalen, herinneringen en gehechtheden aan kleine en ongeplande dingen, wordt ingeruild voor een eenduidig, tekentafellandschap.
Hierdoor wantrouwen veel inwoners van het werkgebied van de Regiovisie de afspraken die door de samenwerkende overheden zijn gemaakt. Zo ook in Haren. Het gevolg is dat bewoners zich organiseren en een defensieve houding aannemen. De Regiovisie kent geen manieren om met deze, vaak ten onrechte als nostalgisch opgevatte woede van de bewoners om te gaan. Om draagvlak te krijgen voor hun plannen zouden de verantwoordelijken voor de Regiovisie echter moeten begrijpen dat zij op voorbeeldige wijze moeten laten zien dat de nieuwe programma’s kunnen landen in het bestaande landschap. Sterker nog, dat de nieuwe programma’s bestaande kwaliteiten kunnen versterken en nieuwe kwaliteiten kunnen genereren: rechtstreeks én door een deel van de te investeren middelen in het landschap te steken. Hier laat de behoefte aan verbeelding, participatie en communicatie zich gelden. Dat heeft het gemeentebestuur van Haren goed begrepen.

Arcadisch landschap op fietsafstand van de stad
Haren staat in Groningen bekend om zijn aangename woonmilieu: een landelijke gemeente tegen een grote stad aan. Het Harense landschap heeft (een) sterke identiteit(en). Op veel plekken is het karakter van de vroegere esdorpen terug te vinden; de natuurgebieden, de beken en vooral de fraaie landschappelijke overgangen. Een arcadisch landschap op fietsafstand van het centrum van de stad. De woningdichtheid is laag. De lommerrijke lanenstructuur is kenmerkend evenals de buitenplaatsen en de villa’s. De intrigerende openheid van de Hunzelaagte is soms verpletterend en het vrije zicht op de stad Groningen markant. De boerderijlinten van Onnen en Noordlaren zijn veelgeprezen evenals het monumentale karakter van de Rijksstraatweg. En in de rijkgeschakeerde buitenruimte liggen allerlei elementen en structuren, officieel gewaardeerd of niet, gepland of zomaar, die het de meeste mensen mogelijk maakt om hun eigen versie van het verhaal van Haren te maken en uit te wisselen, zodat het hun eigen Haren kan zijn. Dit is het mensenlandschap. Een kip met gouden eieren.
Maar wat nu? Gaat de kip van de leg af? Door de Regiovisie krijgt Haren de komende decennia te maken met een aantal grote veranderingen. De bouw van ongeveer 2.400 woningen (30 procent van het huidige bestand!), een mogelijk ingrijpende wijziging van de waterhuishouding, de mogelijke (maar vooralsnog uitgestelde) aanleg van de Zuidtangent plus een knooppunt- ontwikkeling waar deze ringweg de spoorlijn naar Assen kruist, de uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur, de herstructurering van de landbouw die, voor welke bedrijfsstijl de boeren ook kiezen, gepaard zal gaan met een belangrijke vermindering van het aantal agrarische bedrijven. Stuk voor stuk ontwikkelingen die, als ze zonder veel onderling verband op het grondgebied van Haren worden losgelaten, zullen leiden tot ruimtelijke fragmentatie en tot een vermindering van de toegankelijkheid van het landelijk gebied, kortom: tot een forse achteruitgang van de kwaliteiten waarvan deze gemeente het nu juist moet hebben. Ja, zo gaat de kip van de leg.
Natuurlijk stuit dit scenario op weerstand bij de bewoners en bij de lokale politiek. Aan de andere kant: de Regiovisie is een gedegen analyse, gemaakt door de beste mensen, ingebed in langdurig bestuurlijk overleg en gericht op het zoeken naar kansen en kwaliteiten binnen de werkelijkheid van morgen en overmorgen. In Haren wil men nu de patstelling tussen het regionale en het lokale doorbreken, door te proberen de nieuwe ontwikkelingen zó te sturen dat Haren er in landschappelijk opzicht juist op vooruit gaat.
Want eerlijk is eerlijk: Haren heeft veel sterke kanten, maar er zijn ook genoeg landschappelijke en infrastructurele tekortkomingen. Kijk naar de entree van Haren vanaf de A28 of bij het station. De geringe ruimtelijke kwaliteit van grote delen van de bebouwde kom. De knellende structuur van de dwarslijnen als het spoor en de A28, de beperkte toegankelijkheid van het landschap en de vaak functioneel en visueel onbevredigende bouwranden van Haren.

Zoektocht

Om de nieuwe ontwikkelingen ten volle te benutten, is het zaak deze af te stemmen op de landschappelijke behoeften van de huidige en toekomstige bewoners, gebruikers en bezoekers. Die landschappelijke behoeften moeten (uiteraard binnen bepaalde randvoorwaarden) het uitgangspunt zijn bij alle te nemen maatregelen op het gebied van waterhuishouding, landbouw, verkeer, natuur, wonen en toegankelijkheid. Hiervoor is een integraal ontwikkelingskader nodig. En omdat Haren vooral drijft op wonen en recreëren, en dus vooral als landschap wordt gezien, is gekozen voor een Landschapsontwikkelingsplan (LOP).
Haren wil op deze wijze een compleet, redelijk gedetailleerd maar toch flexibel landschapsontwerp of -streefbeeld maken, dat in het echte landschap zal landen naarmate de verschillende programma’s gerealiseerd worden. Bij de totstandkoming van dat streefbeeld worden zoals gezegd velen betrokken. De gemeente trekt het proces zelf. Vanuit een ambtelijke werkgroep is het proces van ontwerp en participatie vormgegeven. Met steun van de Groningse stichting Voorwerk en onder de inspirerende begeleiding van een team van architecten en ontwerpers (Enno Zuidema uit Rotterdam, Steven Slabbers uit Den Haag en Rob Hendriks van DAAD-architecten te Beilen) zijn bestuurders, ambtenaren en bewoners aan hun zoektocht begonnen.
In het LOP-proces valt vooral op dat met de toename van de kennis en informatie de tegenstellingen tussen partijen afnemen en ombuigen naar verdieping van het zoekproces. De deelnemers hebben spelregels opgelegd gekregen: verplichte aanwezigheid op bijeenkomsten, het afleggen van eigenbelang en opbouwend discussiëren. Langs deze weg wil men uitkomen bij een voorkeursontwerp, waarin alle middelen zijn opgenomen waarmee het landschap zo kan worden versterkt dat het er weer een hele tijd tegen kan.
Willem Foorthuis en Rik Herngreen zijn verbonden aan kenniscentrum Voorwerk in Groningen, dat de gemeente Haren ondersteunt bij het proces rondom het Landschapsontwikkelingsplan.

Voor meer informatie over dit plan: www.haren.nl (projecten actueel).