In het kader van het 25-jarig bestaan van Noorderbreedte hebben vijftien bedrijven en overheden beeldend kunstenaars verzocht een kunstwerk te maken. De kunstwerken en hun makers worden in Noorderbreedte besproken.

Dit schilderij is er een uit een serie van ruim twintig schilderijen die allen Mind of Tibet tot onderwerp hebben. De werken uit deze serie verschillen onderling sterk in verbeeldingskracht en weergave. De serie is nog niet voltooid. Vuur en water vormen belangrijke elementen in deze schilderijen.
De wind is een belangrijk gegeven in Tibet. Men gebruikt daar de zogenoemde ‘windhorse’, een stokje waarop een vlag is bevestigd met daarop een Tibetaans gebed. Doordat het daar altijd waait, wordt het gebed op die manier verspreid over heel Tibet. Dit wapperen met het vlaggetje heeft volgens Frank van Hemert ook sterk te maken met vuur.
Het schilderij doet ook denken aan de veenbranden die er in vroegere tijden in Noord-Nederland waren.
Frank van Hemert exposeert regelmatig in binnen- en buitenland.

Metamorphose 5, Rob Nypels (Leiden, 1951, Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag en Jan van Eijck-Academie, Maastricht, docent aan Academie Minerva te Groningen, woont en werkt in Hatzum). Dit werk is aangekocht door de gemeente Smallingerland.

Op initiatief van het Bijbels Museum te Amsterdam is een paar jaar geleden een prijsvraag uitgeschreven waarbij fotografen uitgenodigd werden om foto’s te maken naar aanleiding van bijbelteksten. Daarbij heeft Rob Nypels gekozen voor een serie van drie foto’s die hij Metamorphose heeft genoemd.
Voor de gemeente Smallingerland is hij op dat thema doorgegaan, waarbij hij foto’s van het intieme, nog niet ontsloten landschap rond Drachten met zandpaden en kleine erfjes met tuinkabouters, heeft bewerkt door de computer. Hierdoor creëerde hij een sprookjesachtig in beweging en verandering gevat landschap. Het laat een stilleven zien van een tafelkleed met een bosachtig landschap met eenden, konijnen en een hert. Op de tafel staat een zilveren kannetje dat door de computerbewerking bewegende beelden toont.

‘Who is afraid of red, yellow and blue too’, Adriaan Rees (Amsterdam, 1957, Rietveld Academie, Amsterdam, European Ceramic Work Centre, Den Bosch, woont en werkt in Amsterdam). Het werk is aangekocht door de Gasunie in Groningen.

De sculpturen van Adriaan Rees bewegen zich binnen en langs de grenzen van de beeldhouwkunst. Rees heeft naast autonoom werk veel projecten op zijn naam staan waarbij in het uiteindelijke werk niet alleen voor de hand liggende elementen als ruimte en materiaal, maar ook subsidieverleners, ruimtelijke ontwikkelingen, plaatselijke gevoeligheden en politieke agenda’s versmolten zijn. ‘Voor Noorderbreedte maakte ik drie keramische portretten, gepresenteerd in een breedteopstelling (Noorderbreedte); drie figuren die verwijzen naar de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. De portretten zijn ‘alien’-sprookjesachtige figuren, de ik al langer in mijn werk een plaats heb gegeven. Op de figuren heeft telkens een zwarte vlinder plaatsgenomen. De vlinder, bekend om zijn kwetsbaarheid en prachtige kleuren, is hier diepzwart, sterk en amorf, bijna vergroeid met zijn/haar gastheer (of: groeit de vlinder uit de figuur/groeit de figuur uit de vlinder!). De vlinder heeft als het ware zijn kleuren afgestaan aan de figuur (provincie). Elke figuur heeft een primaire kleur: blauw, rood, geel. Aardig is om te weten dat in het gebouw van de Gasunie vrijwel alleen ‘mengkleuren’ – zachte tinten – aanwezig zijn, een duidelijke stempel van de architecten van het gebouw. Ik hoop dat deze figuren/vlinders hierdoor een aparte plaats in zullen nemen in hun omgeving en in de Collectie.’
Adriaan Rees exposeert al sinds 1988 in binnen- en buitenland. Zijn werk is opgenomen in de collectie van Museum Prinsessehof in Leeuwarden, hét keramiekmuseum van Nederland.

Trefwoorden