Vanuit de woonkamer aan de Gasthuislanden in Schoonebeek (Dr.) kan Ronald Dorgelo (17) zo de Duitse windmolens zien draaien.

Vanuit de woonkamer aan de Gasthuislanden in Schoonebeek (Dr.) kan Ronald Dorgelo (17) zo de Duitse windmolens zien draaien. Een kilometer of dertig verder moet Nordhorn zijn, ‘waar je naartoe mag als je achttien bent. Als ik nu buiten het dorp wil uitgaan, kan dat alleen in Coevorden. Maar ik ga ook wel naar de Twins in Nieuw-Amsterdam. Voor 13 euro, inclusief entree, kom je met een taxibusje veilig uit en thuis. Nu met een stel vrienden naar Duitsland gaan is domweg niet te betalen. Hoe moet je heen en terug? Het kan alleen als je een auto hebt. Van mijn ouders mag ik gaan lessen als ik achttien ben. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ik over een jaar met mijn vrienden in een auto rij.’

Buurmeisje

‘Ons huis is een twee-onder-één-kapwoning. Maar ik ben er niet geboren. Hier wonen we sinds mijn vijfde. Wij zijn steeds meer naar de rand van Schoonebeek opgeschoven, weg uit de buurt waar we eerst huurden, in de straat die de Bongerd heet. Mijn twee jaar oudere broer is weer in een andere straat geboren, de Etsjes. Al die straten, ooit in de jaren zestig gebouwd, zijn nu gerenoveerd. Er zijn nieuwe klinkers gelegd. De tuinen zijn doorgetrokken tot aan de schuurtjes. De rommeligheid is weg. Maar het crossbosje waar we zoveel uren zoet waren, is wel verdwenen. Toen ik klein was speelden we alleen met kinderen uit de klas. Met een heleboel kinderen spelen, deed ik toen weinig. Ik was heel close met één meisje, Joyce, dat een paar huizen verder woonde. Daar ging ik iedere dag naartoe. We zijn uit elkaar gegroeid toen mijn vader samen met de buren uit de Bongerd het huis in de Gasthuislanden heeft gebouwd. Heel de familie heeft meegeholpen. Alleen het beton voor de fundamenten is door een echte aannemer gestort.’

Niks met dieren

‘Ik lijk absoluut niet op mijn vader. Dat is iemand die alles kan maken. En helemaal niet op mijn broer. Die zit nu voor zijn laatste jaar in Emmen. Leert voor het diploma vrachtwagenchauffeur. Zoiets zou ik absoluut nooit kiezen. Ik wou vroeger altijd kapper worden. Sowieso kon ik het altijd goed vinden met meisjes. En nu ik op de opleiding MBO-Verzorgenden zit, ben ik de enige jongen in een klas vol meisjes. Mijn broer en ik gaan nooit samen uit. We lijken niks gemeenschappelijks te hebben, qua keuzes, uiterlijk of karakter.
Ik trek meer op mijn moeder. Die is lerares voor groep 3 op de Iemenhof, waar ik ook op school gezeten heb. Ik was een heel druk kind vroeger, zeiden ze. Ik zag altijd meer de vogels buiten vliegen dan dat ik op het bord keek. Net als mijn vader is mijn moeder van boerenafkomst. Zij komt uit de omgeving van Coevorden. Ze hadden daar een grote bult paarden. Mijn vader is van hier. Opa, vier jaar geleden overleden, zat vooral in de schapen. Ik moet je teleurstellen, ik heb helemaal niks met dieren.
Mijn vader wel. En zeker nadat hij ziek geworden is, zeven jaar geleden. Hij was hoofdmonteur bij de NAM. Kreeg op zeker moment vreselijke pijnen die maar niet over gingen. Hij kon absoluut geen productiewerk meer doen, heeft nog even archiefwerk gedaan maar kreeg uiteindelijk een soort van pensioen. Nu heeft hij een stukje land met een moestuin voor de afleiding. Daar staan ook acht mini-shetlanders. Aan huis heeft hij kippen en hij vliegt met postduiven. Een stuk of zeventig geloof ik wel.’

Topklasse 1

‘Schoonebeek is een dorp. Er wordt hier niet veel georganiseerd. Als jeugd moet je jezelf vermaken. Het is niet zo dat je elkaar vanzelf tegenkomt. Je moet eropuit. Wat we doen? In de snackbar De Buur’n zitten. Bij elkaar hangen of bij iemand muziek gaan luisteren. Voor iemand die uit de stad komt, is zoiets misschien saai. Maar ik weet niet beter, ik ben niet anders gewend.
Dat is niet helemaal waar. Toen ik twaalf was, werd ik door een nichtje van mijn moeder opgebeld. Of ik zin had om op stijldansen te gaan. Een jaar heb ik met haar gedanst. Drie seizoenen daarna met een vriendin van haar. Nu dans ik Topklasse 1. Met een nieuwe partner, Brenda. Ze is een jaar jonger dan ik. We zijn ook goed bevriend. Gek, ik heb nooit als andere jongens drang gehad aan voetbal. Als ik wakker word zondags, denk ik: “Om vier uur vanmiddag ga ik dansen”. Ik ben de enige in Schoonebeek die aan stijldansen doet.’