Nu de betekenis van grenzen aan het vervagen is, lijkt het erop dat er ook voor de vroeger zo belangrijke grenspalen minder aandacht is. Toch zijn er bij wandelingen door grensgebieden nog vele te vinden, langs de rijksgrens, maar ook langs provinciegrenzen en soms zelfs langs gemeentegrenzen.

Zowel de mooiste als de lelijkste grenspalen zijn in Noord-Nederland te vinden langs de grens met Duitsland. Zware massieve grenspalen van Bentheimer zandsteen markeren de grens al bijna tweehonderd jaar. Ze zijn te vinden op plaatsen waar een verkeersweg de grens kruist, zoals bijvoorbeeld bij de grensovergang Schoonebeek-Rühlertwist, maar ook op heel afgelegen plekken in het Bargerveen of in het Bourtanger voorwerk. Ook de lelijkste grenspalen, van gele pvc-buizen, zijn hier te vinden.

Verhaal

De oude grenspalen vertellen een verhaal. Van boven zijn de oorspronkelijk platte bovenkanten van die stenen onder invloed van de weersomstandigheden soms helemaal kegelvormig geworden. In de zijkanten zijn letters gegraveerd. Op vele stenen staat aan de oostkant een hoofdletter H. Die H staat voor Hannover, en verwijst naar het gelijknamige Koninkrijk. Ten tijde van het plaatsen van deze grenspalen was dat de officiële benaming van het gebied aan de overkant van de grens. Aan de Nederlandse kant van deze grenspalen staat dan vaak de letter N.
Op andere grenspalen, bijvoorbeeld bij Bourtange, komen we nog andere letters tegen. Aan de ene kant zijn de letters EPM gegraveerd, en aan de andere kant de letters RBF. Deze letters vormen een aanwijzing dat de betreffende grenspaal van nog oudere datum is. EPM staat voor Episcopatus Monasteriensis, oftewel Bisdom Münster, en RBF staat voor Respublicae Batavae Foederati, oftewel de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Voor de wandelaar anno 2001 blijft er nog een probleem op te lossen. Wie van Duitsland naar Nederland loopt, komt op de grenspalen de Duitse kenmerken tegen, en wie omgekeerd loopt, de Nederlandse. De moderne wandelaar vindt dat vreemd. Hij beschouwt grenspalen als borden, waarachter datgene begint waar het bord naar verwijst. Maar grenspalen hebben van oudsher andere regels. De paal staat precies op het midden van de grens. Elk land is er voor de helft eigenaar van. En elk land kan alleen op zijn eigen helft zijn wapen plaatsen of andere kentekenen aanbrengen. Dus staat EPM aan de Duitse kant, en RBF aan de Nederlandse kant.

Historische vergissing

Een fraai voorbeeld hoe deze regel in de tegenwoordige tijd tot misverstanden aanleiding kan geven is te vinden aan de autoweg A7 van Drachten naar Groningen. De provinciegrens tussen Friesland en Groningen wordt overschreden bij Frieschepalen. Toen omstreeks 1956 de toen nog tweebaansbetonweg werd aangelegd, werd ter hoogte van die provinciegrens in de berm een grenssteen geplaatst met aan de ene kant het wapen van Friesland en aan de andere kant het wapen van Groningen. En zoals dat met grenspalen hoort: het Friese wapen aan de Friese kant en het Groningse wapen aan de Groningse kant. Veel weggebruikers meenden dat hier sprake was van een vergissing. Kennelijk dacht de wegbeheerder er later ook zo over, want toen in de jaren tachtig de weg werd uitgebouwd tot autosnelweg besloot de wegbeheerder de grenspaal honderdtachtig graden te draaien! Ik mag hopen dat dit artikel ertoe kan bijdragen dat de wegbeheerder deze historische vergissing weer terugdraait.

Noordelijke provinciegrenzen

Topografische kaarten geven de mogelijkheid om zich te verdiepen in de grenspalen langs de noordelijke provinciegrenzen. Er is een aantal gevallen waar grenspalen niet nodig zijn. Dat geldt met name natuurlijke grenzen bijvoorbeeld waar die gevormd worden door een rivier: de Lauwers, de Linde, de Drentsche Aa en de Reest. Daarnaast zijn er grenzen waar de aangrenzende provincies het kennelijk niet nodig vonden de grenzen ‘af te palen’: er staan geen grenspalen tussen Groningen en Drenthe en ook niet tussen Friesland en Overijssel, maar weer wel tussen Groningen en Friesland, tussen Drenthe en Friesland en tussen Noord-Holland en Friesland (op de Afsluitdijk). Tussen Drenthe en Overijssel lijken ze alleen voor te komen in de buurt van Steenwijk. In de Eems tussen Nederland en Duitsland bestaat zelfs niet eens een officiële staatsgrens.
Vrijwel al die grenspaaltjes, doorgaans nog geen halve meter hoog, zijn van gietijzer met daarop de wapens van de aanpalende provincies. Indachtig ‘Frieschepalen’ is het interessant te bezien op welke wijze ze geplaatst zijn. Tussen Drenthe en Overijssel staan de wapens keurig gericht naar de provincie waar ze betrekking op hebben, maar in het aangrenzende Drents-Friese Wold staan ze precies verkeerd om. Meer noordelijk, bij de oude landweer van Bakkeveen zijn de grenspaalplaatsers volstrekt in de war geweest. Op een afstand van ruim een kilometer staan vijf paaltjes bijna om en om goed en fout.

Drieprovinciënpunten

Je vraagt je af hoe de situatie dan zal zijn op het punt waar drie provincies aan elkaar grenzen. Daarvan zijn er in het noorden twee. De ene ligt pal boven het landgoed de Eese, waar Friesland, Drenthe en Overijssel elkaar raken. Verscholen in een klein bosje midden in de landerijen op het kruispunt van twee sloten staat een voor deze gelegenheid wat groter uitgevallen grenspaal, met drie wapens. Elk van die wapens wijst in de goede richting.
Hetzelfde geldt voor de paal op het andere drieprovinciënpunt, bij Allardsoog. Daar grenzen Groningen, Friesland en Drenthe aan elkaar. Deze paal staat op het achtererf van een woning. De bewoners van dat huis worden het minst gestoord als de paal vanuit een naastgelegen weiland wordt benaderd. Van deze paal is het Drentse wapen afgeschroefd.

Verdwenen grenspalen

Het zoeken van grenspalen is een boeiende bezigheid. Ze staan vaak op heel afgelegen plekken, in bosjes, tussen braamstruiken en soms midden in een sloot op een hoge paal. Lang niet alle grenspalen die er volgens de topografische kaarten zouden moeten zijn, staan er overigens nog. De indruk is dat met name de laatste jaren palen verdwenen zijn van plekken waar ze tot voor kort nog te vinden waren. Wat de reden daarvan is? Onachtzaamheid bij wegwerkzaamheden of ruilverkavelingen?
Soms raken de grenspalen gewoon weg. Meegenomen voor particulier gebruik, zonder dat dit kennelijk opvalt. Zo heeft er jarenlang een grenspaal gestaan voor een cafetaria in Nieuweschans. Dat viel niet op omdat het een langwerpige in een punt toelopende gietijzeren paal was. Zulke grenspalen kennen we in het Noorden niet, maar wel langs de Nederlands-Belgische grens. Die paal stond er tot op enig moment een wakkere douaneman die ooit dienst had gedaan aan onze zuidgrens de paal herkende. En daardoor staat deze paal intussen weer daar waar hij hoort te staan, in Brabant.
En wie eens langs de boerderijen loopt van het landschappelijk zeer fraaie Oostersebos bij Schoonebeek ziet daar bij de oprit van één van die boerderijen ook een grenspaal van Bentheimer zandsteen. De oorspronkelijke grijze kleur is enkele jaren geleden onzichtbaar gemaakt door de steen helemaal wit te kalken, maar niettemin is de grenspaal nog goed herkenbaar. Het oude schriftwoord: ‘… en verleg de aloude grenspalen niet…’ (Deuteronomium 19:14) heeft kennelijk hier zijn betekenis verloren.