'Malta is de aanjager van het streven om archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem te bewaren', stelt Thomas van den Berg, regiocoördinator noord van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Zelf toont hij zich daar ook een groot voorstander van: 'Wie zijn wij om in zo kort mogelijke tijd alle archeologische waarden die onze bodem kent op te graven? Ook latere generaties moeten de kans krijgen om daarvan te genieten en een deel van onze geschiedenis te schrijven.'

De ROB fungeert dezer dagen als kenniscentrum voor archeologisch erfgoed. Medewerkers ervan adviseren andere spelers in het veld over de wijze waarop ze om kunnen gaan met archeologische waarden, als onderdeel van onze cultuurhistorie. Ze wijzen rijksmonumenten aan en handelen vergunningen af met betrekking tot deze monumenten. De ROB neemt bovendien als adviseur deel aan provinciale planologische commissies en adviseert gemeenten en andere overheden in het kader van ruimtelijke-ordeningsprocessen. De dienst ontwikkelt verder, samen met de provincies, archeologische monumentenkaarten, waarop de bekende archeologische monumenten staan aangegeven. Naast deze kaarten stelt de ROB zogenoemde indicatieve kaarten ter beschikking. Hierop staat in verschillende categorieën aangegeven hoe groot …