Letitia van der Merwe is 36 jaar geleden geboren in Pietersburg in Zuid-Afrika. Ze is opgegroeid in Pretoria en studeerde daar aan de universiteit voor landschapsarchitect. Drie jaar geleden kreeg haar een man een baan bij Avebe in Veendam en verhuisde het gezin naar Gieten.

Aanvankelijk was het de bedoeling om hier vier jaar te verblijven, maar haar man en zij willen graag met hun kinderen (4 en 5 jaar) in Nederland blijven wonen.
Heidevelden behoren tot haar favoriete plekken in Noord-Nederland. Op een druilerige morgen hebben we afgesproken met Harry Cock bij de schaapskooi van Balloo. Van der Merwe: ‘Heidevelden doen me denken aan ‘fijnbos’ in Zuid-Afrika. Het geeft je een gevoel dat het landschap hier uit natuur bestaat. Dat is het grote verschil tussen Nederland en Zuid-Afrika. Landschap hier is een cultuurlandschap, bij ons is het een natuurlandschap. Bij landschap in Zuid-Afrika praat je over vrije natuur, hier heb je het over ontginningslandschappen.’

Plat

‘Toen ik hier voor het eerst kwam vond ik het heel erg plat, alles hetzelfde, zo mensgemaakt en rechtlijnig. Via mijn werk weet ik dat er veel verschillen zijn tussen een esdorpenlandschap en een veenkoloniaal landschap. Als je die verschillen kent krijg je ook waardering voor het landschap.’

Waddenzee is een modderplas

‘Zuid-Afrika is een prachtig land. Ik heb soms heimwee naar dat landschap. Ik mis de bergen en de zee. In Durban woonden we vlak bij de zee en de weekends gingen we naar de kust.’
‘Bergen hebben we niet in Nederland, maar wel zee’, zeg ik terloops.
‘Ja, maar de zee daar is heel anders, veel mooier. Het water is blauwer, je hebt meer golven en de kustlijn is veel gevarieerder. Er zijn brede stranden en steile rotskusten. Langs de rand van de Indische Oceaan loopt een warme zeestroom. Prachtige tropische vissen kun je zien als je daar snorkelt. En als je dan hier komt, neem de Waddenzee, dat vond ik helemaal niks, een absolute modderplas. De waddeneilanden vind ik schitterend en de Noordzee is mooier dan de Waddenzee. In de loop van de tijd is mijn kennis over de Waddenzee gegroeid en ik weet nu dat het een speciaal ecosysteem is en dan begin je daar ook waardering voor te krijgen. Je kijkt dan niet alleen maar naar wat je ziet.’

Natuur terugbrengen

‘In Zuid-Afrika zijn we geneigd de natuur veel meer zichzelf te laten. Het is niet zo geregeld zoals in Nederland. Je werkt daar als landschapsarchitect met een gegeven: namelijk de natuur. Hier is alles mensgemaakt; de uitdaging is dat je hier eigenlijk een stukje natuur wilt terugbrengen.’
In Zuid-Afrika had Van der Merwe een eigen bedrijf en daar ontwierp ze hoofdzakelijk tuinen voor commerciële bedrijven. Ook deed ze daar aan milieueffectrapportage en milieumanagement. Haar eerste baan was bij een groot energiebedrijf, waar ze inrichtingsplannen voor nieuwe centrales maakte.

Wegbermen

De eerste twee jaar heeft Letitia van der Merwe thuis gezeten met haar kinderen. Ze werkt nu drie dagen bij Dienst Landelijke Gebieden (DLG) in Leeuwarden. De Zuid-Afrikaanse taal lijkt veel op het Nederlands en dat was prettig voor haar om zich verstaanbaar te maken. ‘Ik ben gek op de mensen in Noord-Nederland. Ze zijn vriendelijk, liberaal, tolerant, open en ze accepteren buitenlanders.’
Bij DLG bemoeit ze zich vooral met landschapsplannen van rijkswegen. ‘Rijkswaterstaat is onze belangrijkste cliënt. Ik heb inmiddels vier landschapsplannen gemaakt in Groningen en Drenthe. Voor Rijksweg 34 van Gieten naar De Punt hebben we een gebiedsanalyse gemaakt van de biotische en abiotische patronen en de landschapskenmerken. Landschapsplannen worden elke tien jaar herzien. In deze studie gaat het met name om de wegbermen. We verdiepen ons in de omgeving omdat men de landschapspatronen langs de weg meer zichtbaar wil maken. Dat betekent dat op sommige plaatsen bomen en struiken langs de weg verwijderd worden om het landschap van de Drentsche Aa beter te zien vanaf de weg. Twintig jaar geleden was de trend veel meer om de weg te beplanten, want men wilde de weg verstoppen.’

Het weer

‘Het weer is een reden om terug te gaan naar Zuid Afrika’, vertelt Letitia lachend, ‘want het weer is hier maar niks. Als het sneeuwt vind ik het heel mooi. In Zuid-Afrika heb ik maar één keer sneeuw meegemaakt: dat was in 1981 in Johannesburg. Schaatsen kun je daar alleen maar op kunstijs. Het lijkt me geweldig om op natuurijs te schaatsen.’

Vruchtensalade

Over de huizenbouw en architectuur in de oude steden met hun mooie geveltjes is Letitia enthousiast. ‘De architectuur in Zuid-Afrika noemen wij een vruchtensalade, een mengelmoes van allerlei stijlen en vormen. Het is hier veel meer geregeld en je hebt strengere voorwaarden waar je rekening mee moet houden.
Ik ben overigens blij dat ik in Noord-Nederland woon en niet in de Randstad. Hier heb je nog open ruimte en geen files. Mijn favoriete plekjes zijn naast het Ballooërveld de waddeneilanden. Met name Schiermonnikoog vind ik heel mooi, omdat je daar de natuur terug vindt. Hunebedden vind ik bijzonder om de geschiedenis die eromheen hangt. En ook de Drentsche Aa is een heel mooi gebied.’