De Peizermaden vormen een uitgestrekt weidegebied ten westen van de stad Groningen. Het is een aantrekkelijk gebied voor natuurontwikkeling, vanwege de ligging vlakbij een grote stad, de hoge potentiële natuurwaarden en het vrijwel ontbreken van bebouwing.

De Peizermaden vormen een uitgestrekt weidegebied ten westen van de stad Groningen. Ondanks een ruilverkaveling in de jaren zestig is het tegenwoordig marginaal landbouwgebied. Steeds meer boeren vertrekken en de hobbyisten blijven over met wat paarden, schapen en jongvee. Het is een aantrekkelijk gebied voor natuurontwikkeling, vanwege de ligging vlakbij een grote stad, de hoge potentiële natuurwaarden en het vrijwel ontbreken van bebouwing. De Peizermaden zijn door Natuurmonumenten dan ook aangemerkt als ‘speerpuntgebied’, waar versneld grond wordt aangekocht om de ecologische hoofdstructuur te realiseren. Na een eerste aankoop in 1988 is nu ruwweg de helft van de aan te kopen 1500 hectare in bezit van de vereniging.
In de toekomst kunnen de Peizermaden samen met het Leekstermeergebied een uitgestrekt wetland vormen, en een groene verbinding met de natuurgebieden rond het Paterswoldsemeer.
Landschappelijk gezien valt het gebied in twee delen uiteen. Het noordelijk deel is weids en open, de wind heeft er vrij spel. Zuidelijk van de Boterdijk, langs de middenloop van het Eelderdiep is het landschap veel meer besloten. Op de hoek van Drentse dijk en Noorddijk/Boterdijk is goed te zien hoe het landschap vroeger was. In dit hoger gelegen deel van de Peizermaden liggen vanouds al bosjes en houtsingels.

Vijf deuren landschap

Aan de randen van Eelde-Paterswolde zijn er volgens Nico Altena, medewerker recreatie van Natuurmonumenten in Noord-Nederland, goede voorbeelden van hoe het landschap bij de dorpen vroeger was en ook weer zou moeten worden. Veel kleine percelen, mooie houtwallen, oude waterloopjes. Natuurmonumenten wil deze oude structuren deels weer terugbrengen. Altena vindt het erg belangrijk dat ‘verrommeling’ wordt voorkomen. Hij noemt dat het ‘vijf-deuren-landschap’: de kleine weilanden van hobbyboeren, vaak dicht bij de dorpen, waar hokjes van sloopmateriaal en omheiningen van witte linten het landschap ontsieren. Daarom moet aan het landgebruik voorwaarden worden gesteld. Het is uitdrukkelijk de bedoeling in het zuidelijk deel samen te werken met boeren en andere landgebruikers. Beheerder Wilco Zwaneveld: ‘We werken nu al met zeker twintig particulieren samen. Voor gras en hooi uit bloemrijke weilanden is voldoende afname. En sommige boeren willen weer zeldzame rassen gaan houden in het gebied. Bijvoorbeeld de Valen en de Baggerbont. Maar bij Peize lopen ook nog veel blaarkoppen. Er komen ook oude schapenrassen terug. Op de hogere delen gaan we Limousin-vee weiden.’ Vlakbij kijkboerderij Het Hoge Veld aan de Helmerdijk is winterrogge ingezaaid op ‘het esje’, de oude es in de Veldstukken. De rogge zorgt dat de grond weer armer wordt, onder andere door fosfaat te binden. Er bloeien weer korenbloemen, en het trekt de steenuil en de patrijs aan. Het stro wordt gestrooid in de potstallen; de mest gaat weer het land op. Vroeger werd er gehooid in de beekdalen, werden er schapen op de heide gehouden, kwam mest voor de akkers uit de potstal: een situatie die Natuurmonumenten wil herstellen. Allerlei dieren gedijen hier goed bij. ‘De slordige landschappen van vroeger willen we weer terug’, zoals inspecteur van Natuurmonumenten Frans Blanckenborg het uitdrukt.

Ruimte voor grootschalige processen

Verder naar het noorden strekt zich het kale deel van Peizermaden uit. Afgezien van wat ruilverkavelingbosjes en verdwaalde houtwallen staan er vrijwel geen bomen. Uniek is het vrijwel ontbreken van bebouwing. Her en der zijn er wat petgaten, die momenteel wat natuurwaarden betreft het rijkste deel van de Peizermaden vormen. Het ‘overgangsbeheer’ bepaalt het landschapsbeeld. Af en toe een kortgemaaid weiland en wat schapen en jongvee. De mestinjecteur is een zeldzaamheid: het is te nat, en de geëgaliseerde biljartvelden van de intensieve landbouw ontbreken. De weilanden die al door Natuurmonumenten zijn aangekocht, bevinden zich in diverse stadia van verruiging. In dit gebied wil Natuurmonumenten de natuur weer haar gang laten gaan. Kwelwater zorgt voor schoon water en bijzondere plantengroei. Op de hogere, zandige gedeelten zal meer begroeiing ontstaan, en in de lage delen moerasgebied. Beheerder Wilco Zwaneveld schetst zijn toekomstdroom: ‘De Peizermaden vormen een van de weinig open plekken vlakbij een stad. Er is ruimte voor grootschalige processen. Tot veertig jaar geleden stroomde het Peizerdiepje regelmatig over. Toen was het landbouwgrond. Nu is grootschalige nieuwe natuur mogelijk. Een beekdallandschap met riet, graslanden en bosjes. Maar het is moeilijk precies te zeggen hoe de begroeiing zich zal ontwikkelen.’ Inspecteur Frans Blanckenborg: ‘Het waterbeheer is cruciaal, dat kan alleen goed als je helemaal eigenaar bent. Een waterschap moet een bepaald waterpeil garanderen, ook als er nog maar één boer over is. Het water moet niet te snel worden afgevoerd, want we willen weer kwel in de percelen, niet alleen in de slootranden.’
Wilco Zwaneveld: ‘Wij werken nu met de restanten van wat er was. De waarde zit in de potentie van het gebied. De ringslang zit in de polder Oosterland, en soms in De Braak. Het zijn resten van een oude populatie die kan terugkeren. Zelfs de otter heeft het tot in de jaren tachtig volgehouden bij het Leekstermeer. Dat zegt toch wel iets. Er broeden nu weer 22 paartjes kwartelkoningen. Vanuit Roderwolde en De Braak komen de ooievaars in het gebied voedsel zoeken. De vleermuizen van De Braak foerageren er ook. We gebruiken oude kaarten, van 100 tot 150 jaar geleden, om oude situaties te herstellen. Voor vleermuizen bijvoorbeeld de oriëntatiepunten voor hun vliegroutes, zoals bomen en laantjes.’ In en rond de Peizermaden zullen allerlei vogelsoorten profiteren van meer natuurlijke omstandigheden, zoals de roerdomp en de ijsvogel. De grauwe klauwier nestelt er waarschijnlijk nu al weer.

De Peizerpoort

Op de hoek Madijk/Zanddijk ligt een boerenbedrijf van zestig hectare dat Natuurmonumenten in 1998 aankocht. Deze boerderij wordt omgedoopt tot ‘De Peizerpoort’. In de stallen komt fokvee voor de andere boerderij aan de Helmerdijk. Zo ontstaan er toch weer nieuwe vormen van landbouw in de Peizermaden: volgens berekeningen van het Landbouw Economische Instituut kunnen er twee rendabele ecologische boerenbedrijven bestaan in deze opzet. Wat er verder gebeurt staat nog niet vast. De Peizerpoort wordt in ieder geval informatiepunt en startpunt voor excursies. Cor Buist, pachter van de beide boerderijen, wil er misschien wel een restaurant beginnen.
Het doorgaande sluipverkeer wil Natuurmonumenten gaan weren uit het gebied; en er komen fiets- en wandelroutes.

Stadse bedreigingen

Er wordt wel geknabbeld aan de rand van de suikertaart. Aan de rand van de Peizermaden wordt ten zuiden van de A7 het transferium Hoogkerk-Zuid aangelegd. Samen met de stadsecoloog, Natuurmonumenten en een landschapsarchitect wordt bekeken hoe het transferium landschappelijk het best kan worden ingepast. Er komt een dijkje en misschien een broekbos die negatieve geluids- en lichteffecten richting Peizermaden moeten voorkomen.
Frans Blanckenborg is duidelijk over de strategie van Natuurmonumenten: ‘Doordat we grond tot natuurgebied ontwikkelen wordt het mogelijk de bebouwing te fixeren.’ De nieuwe woonwijk Ter Borch wordt vanaf 2003 aangelegd langs het Omgelegde Eelderdiep. De landschappelijke inpassing vindt plaats buiten de Peizermaden, dus in de wijk zelf. Er komen onder meer een bomenscherm en een dijkje. En er worden twee ecologische verbindingszones richting Piccardthofplas en Paterwoldsemeer aangelegd. De bedoeling is dat er vloeiende overgangen tussen stad en natuur komen, beter dan nu bij de Piccardthofplas het geval is. Maar, hoe hou je een gave horizon als de maximumbouwhoogte vijftien meter is?
Onlangs zijn de Peizermaden aangewezen als een van de bergingsgebieden in tijden van wateroverlast. Natuurmonumenten is er op zich niet tegen, mits er zo weinig mogelijk gebiedsvreemd water wordt geborgen. In het noordelijk deel van de Peizermaden is al meer voedselrijke vegetatie, dat bestand is tegen overstromingen, maar berging in het zuidelijk deel is volgens de vereniging niet wenselijk. De aanwijzing maakt waarschijnlijk een versnelde realisatie van de natuurontwikkelingsplannen mogelijk.
Er loopt nog een rode planologenstreep door de weilanden: een lightrailverbinding naar Roden/Leek. Zowel het Provinciaal Omgevingsplan (POP) Drenthe als de RegioVisie noemen deze mogelijkheid. De voormalige gemeente Zuidlaren schrapte de rail uit het bestemmingsplan Ter Borch. Eind dit jaar ontstaat hier meer duidelijkheid over. Ondertussen blijft de drukke Groningerweg naar Peize dwars door de Peizermaden lopen. Prognose voor 2010: 15.000 auto’s per etmaal. Een tranferium of lightrail zou de groei hooguit wat vertragen. Maar wat zou het mooi zijn als een van die lelijke benzinestations tussen Peize en de A7 wordt verplaatst naar het transferium.

De auteur is journalist