Een werkgroep van vissers uit Groningse waddenhavens ziet mogelijkheden voor de terugkeer van het kleinschalige 'gemengde' bedrijf in de kustvisserij: vissen op wat de zee in een seizoen biedt, dus niet het hele jaar garnalen maar ook spiering, sprot of tong.

‘Met dat kleine scheepje konden we toch mooi het jaar rond vissen’, vertelt mede-initiatiefnemer Johan Rispens over zijn jaren als schippersknecht. Dat is nog geen dertien jaar geleden: ‘In het voorjaar eerst buiten de eilanden op tong, dan tot in de herfst op garnalen en in de winter wat kabeljauw.’ Met de dure schepen van nu en de hoge brandstofprijzen, lijkt alleen verdergaande specialisatie mogelijk: of garnalen of kokkels, en dan dag en nacht. Door de schaalvergroting is de polarisatie tussen vissers, overheid en natuurbeschermers gegroeid. Ondertussen verdwijnt juist de kleinschalige visserij uit traditionele thuishavens als Noordpolderzijl en Termunterzijl. Daarmee verdwijnt ook veel bedrijvigheid en een beeldbepalende cultuur.
‘Oproep aan alle schepen: er is een kabeljauw gesignaleerd in het Kattegat.’ Zo grapte de VPRO-radio jaren geleden al. Overbevissing en visserijreglementen zijn van alle tijden, maar sinds de jaren zeventig leidt de intensivering in steeds meer visserijsectoren tot problemen. De huidige kabeljauwcrisis is in de jaren zeventig al voorafgegaan door een haringcrisis. Na een lange stilligperiode heeft deze visserij zich hersteld. De Europese regelgeving is gaandeweg uitgebreid met steeds meer regelingen voor quotering en capaciteitsbeperking. De kustvisserij is door nationale regelgeving aan banden gelegd. Vergunningenstelsels beperken het aantal bedrijven dat aan een bepaalde soort visserij mag deelnemen.

Garnalenvisserij op ’t wad

De recente geschiedenis van de wadden-garnalenvisserij laat zien hoe de intensivering en de regelgeving hebben doorgewerkt in de structuur van de bedrijfstak. In 1998 zijn aan 98 vissers vergunningen toegekend waarmee in de Waddenzee op garnalen mag worden gevist. Daarmee is deze visserij niet meer toegankelijk voor andere vissers. Veel kustvissers hebben daarnaast een minikwantum voor tong en schol gekregen, omdat ze deze vis als bijvangst hadden aangevoerd of er gericht op hadden gevist. Daarnaast zijn er vergunningen verbonden aan onder andere aantal PK’s, tonnage, licenties en lijstnummers. Het recht op het beoefenen van de visserij is een schaars goed geworden.
Vergunningen die volgens redelijke criteria verstrekt zijn, hebben voor de vissers grote financiële gevolgen. Vissers bezitten opeens een aanzienlijk vermogen in de vorm van verhandelbare ? papieren – vangstrechten. In moeilijke jaren kunnen ze een deel van de vangstrechten verkopen aan kapitaalkrachtiger collega’s. Anderzijds is de weg naar alternatieven en diversificatie zo goed als afgesloten. De bij te kopen vergunningen zijn duur; zelfstandige starters komen er niet meer tussen.
In de laatste helft van de jaren negentig is de marktprijs voor de papieren die nodig zijn voor een garnalen-kustvisserijbedrijf ongeveer verdrievoudigd: van ongeveer twee naar zes ton. In diezelfde tijd is de gemiddelde bruto-opbrengst van de vangst met niet meer dan de helft toegenomen en zijn de brandstofprijzen flink gestegen. De verhandelbaarheid van vangstrechten heeft onbedoeld de specialisatie en intensivering in de hand gewerkt.

Garnalenvisserij is onschadelijk

De visserij heeft actief ingespeeld op de nieuwe inzichten rond natuurbeleid en visstandbeheer en zich zo veel mogelijk aangepast, maar het ecosysteem lijkt nog steeds ernstig uit balans. De terugkeer van stabiele mosselbanken blijft uit en er is nog steeds sterfte onder zeevogels als scholeksters en eidereenden. De politieke en maatschappelijke druk op de kustvisserij neemt toe door het uitblijven van tastbare resultaten. Juist de meer natuurvriendelijke vormen van visserij verdwijnen – hoe paradoxaal ook – mede door natuurbeschermingsmaatregelen.
In de ontwerp-planologische kernbeslissing (PKB)voor de Waddenzee worden nieuwe maatregelen aangekondigd voor de garnalen- en overige sleepnetvisserij. De overheid wil gebieden sluiten. Sleepnetten die door de bodem getrokken worden, brengen schade toe aan het bodemleven. Helaas wordt er in de PKB geen rekening gehouden met de uitzonderingen. De garnalenvisserij is een vrij rustige vorm van sleepnetvisserij en hiervan zijn nog nooit schadelijke effecten aangetoond. Volgens de werkgroep zal deze maatregel betekenen dat juist de kleine, ondiepe garnalenschepen van hun optimale vangstplek worden beroofd. Zij zullen in de grote geulen moeten gaan concurreren met de grote schepen. Bij de sleepnetvisserij op spiering en sprot beroert het sleepnet de bodem niet en wordt er ook geen schade aangericht. De nieuwe PKB dreigt het voor de kleine gemengde visserij nog moeilijker te maken.
Wat betreft afzetmarkt en prijsvorming had de huidige negatieve spiraal niet hoeven ontstaan. Voor dagverse kwaliteitsvis wordt een goede prijs betaald. In de visserij wisselen goede en slechte jaren elkaar af. Na een best jaar waarin veel verdiend is, komen de orders binnen op de scheepswerven. Over de winst die niet direct geïnvesteerd wordt, moet veel belasting betaald worden. De fiscus staat niet toe dat winst gereserveerd wordt voor slechtere jaren.

Vissers met een gemengd bedrijf

Macro-economisch gezien stelt het niet zoveel voor, maar er zijn nog vissers met een gemengd bedrijf. Een enkeling vist in de herfst en de winter met fuiken op aal en spiering of combineert de handmatige kokkelvisserij met het vissen op harder met staande netten. Door te variëren in vismethode kunnen ze wel bijna het jaar rond vissen. Als er eens een ‘oogst’ mislukt, betekent dat niet meteen dat het boekjaar met verlies wordt afgesloten. Een gemengd bedrijf is minder snel aangewezen op het uitputten van afzonderlijke visbestanden tot een gevaarlijk laag niveau. Zij kunnen overschakelen op een andere visserij. Bovendien zijn de onkosten voor boot en brandstof aanzienlijk lager, waardoor zij minder op hoeven dus te vissen om uit de onkosten te komen. De kleine kustvisserij is arbeidsintensiever en zorgt voor werkgelegenheid. In Ierland (zo viel in Visserijnieuws te lezen) zorgt deze visserij voor slechts 21% van de vangst van de totale visserijsector, maar voor 50% van de totale werkgelegenheid in de visserij.

Dorset Coast Forum

In veel Europese kustregio’s is de situatie vergelijkbaar. In Zuid-Engeland is door de regionale overheid een lokaal project gestart om het tij te keren. Alle betrokken groepen in de kustregio zijn met elkaar om tafel gaan zitten en hebben overeenstemming bereikt over welke kwaliteiten van de kust van belang zijn voor de regio. De kwaliteit van de kust is gebaseerd op natuur, landschap, landbouw, visserij en toerisme in hun onderlinge samenhang: leefbaarheid voor bewoners, toeristen, vissers en boeren. Vanaf het moment dat de vissers zich gesteund en erkend voelen door het Coast Forum zijn ze nieuwe uitdagingen gaan zoeken. Het Forum maakt zich onder andere in Brussel sterk voor betere condities in de visserij in de vorm van aangepaste regelgeving en subsidieprogramma’s.

Vissersvrouwen helpen

Veel gesettelde vissers ? ook zij die een redelijk vermogen in de vorm van papieren vangstrechten hebben – zijn uitgesproken negatief over de ongewilde ontwikkeling van schaalvergroting en specialisatie. In de visserijcultuur bestaat, volgens Johan Rispens, vanouds veel respect voor collega’s die kleinschalig en met een grotere variatie aan arbeidsintensieve vistechnieken het hoofd boven water proberen te houden. De verwachting van de werkgroep is dat een geslaagd proefproject de vonk kan zijn die beleidsmakers en vissers nieuwe perspectieven aanreikt. Voor een aantal vissers zal het moeilijk zijn de kop om te krijgen. Trea, de vrouw van Johan Rispens, vindt dat vissersvrouwen de mannen kunnen helpen het denken in cirkels te doorbreken. ‘Vissersvrouwen hebben vaak wat meer oog voor de milieukant en de consumentenbelangen, terwijl de mannen meer de druk voelen om met de ontwikkelingen mee te gaan.’
De werkgroep zoekt naar mogelijkheden om de flexibele, kleinschalige kustvisserij nieuw leven in te blazen. Het is daarbij noodzakelijk dat overheid en natuurbeschermingsorganisaties zich bewust worden van de specifieke eisen die de kustvisserij stelt en van de mogelijkheden die het biedt, zodat het beleid erop afgestemd kan worden. Zij wordt daarbij in ieder geval gesteund door cijfers van het Landbouw Economisch Instituut: hieruit kan geconcludeerd worden dat de oplossing voor de kustvisserij eerder ligt in schaalverkleining dan in schaalvergroting.

Terug naar vroeger

Kleinschalige gemengde visserij doet een beetje denken aan ’terug naar vroeger’. ‘Vroeger’ is een hard bestaan met armoede en gevaar op zee of juist iets nostalgisch of pittoresk. Geen van beide is de bedoeling. De werkgroep denkt juist aan een volgende ontwikkelingsfase met modern en veilig materiaal. Het gaat om een flexibele en natuurvriendelijke visserij, die goed past in het karakter van de Waddenzee: op een eerlijke en ecologisch verantwoorde manier een goede boterham verdienen, werkgelegenheid en bedrijvigheid in de havens, en een aantrekkelijk en leefbaar kustgebied voor iedereen. De visserij laat zich dan inpassen in het integraal kustbeheer.

De auteur is tekstschrijfster.

Trefwoorden