Noord-Nederland kent tientallen vreemde namen van dorpen en gehuchten. De bekendste zijn Doodstil, Hongerige Wolf, Drogeham, Sexbierum, Donderen en De Krim. Redacteuren van Noorderbreedte brengen in deze rubriek een bezoek aan minder bekende gehuchten met een bijzondere naam.

Het is zo ongeveer de eerste droge dag in lange tijd als ik eind april op een zaterdag door Drenthe reis op weg naar Kolderveense Bovenboer. Het kan niet op vandaag. Zelfs de zon schijnt.
Bij Beilen verlaat ik de A28 en rij via Lheebroek binnendoor naar Dwingeloo. Veel boerderijen. Rood-wit gekleurde linten zonderen de boerenerven af van de buitenwereld. Bakken met ontsmettingsmiddelen om het mond- en klauwzeervirus op afstand te houden. Op de fraaie brink in Dwingeloo is het nog rustig. Veel grote, oude eiken en daaronder een prachtige brandkoel. Nog even en dan ziet het er hier weer anders uit. Dan domineert opnieuw het toeristische autoblik. Vorige zomer was het nog erger dan anders. Toen bouwden middenstanders die Dwingeloo wilden promoten, een glazen huis boven die prachtige vijver. Verschillende gezinnen moesten hierin een week verblijven. De Big Brother tv-hype was hun bron van inspiratie.
Van Dwingeloo rij ik naar Ruinen via een mooie klinkerweg. Dit moet een van de mooiste stukjes van Drenthe zijn. Links zie ik de fraaie villa Nyengaerde en even verder aan de rechterkant de havezathe Oldengaerde in een prachtig decor. Een groot, rechthoekig, twee verdiepingen tellend gebouw. De geschiedenis van dit huis gaat terug tot de eerste helft van de vijftiende eeuw.

Bram de ram

In Ruinen hebben de eerste bezoekers van het seizoen zich geïnstalleerd onder het dak van de fraaie veranda van café-restaurant Luning. Op de brink het schaapsbeeld ‘Bram de ram’. Wat ‘Us mem’ betekent voor Leeuwarden en ”t Peerd van ome Loeks’ voor Groningen, is ‘Bram’ voor Ruinen. Dat kan ook niet anders met zo’n prachtige kudde schapen op de Ruinense en Kralose hei.
Via de beroemde Dokter Larijweg rij ik naar Ruinerwold. Langs die lange Dokter Larijweg wisselen oude, scheefgezakte boerderijen en prachtige gerestaureerde exemplaren elkaar af. De beplanting langs de weg bestaat uit oude perenbomen.
Ik kom in de buurtschap Haakswold. Indrukwekkende boerderijen staan hier. Opvallend in dit deel van de provincie en dan met name in de omgeving van Ruinerwold zijn de vele boerderijen met een tegen het woonhuis aangebouwde tweede woning, bestemd voor de oudere generatie. Een van die ouderwoningen in Haakswold is wel heel bijzonder. In opdracht van de eigenaar is daar een kopie gemaakt van het Chinees paviljoen dat te zien was op de koloniale tentoonstelling van 1924 in Parijs. Het Koptisch Museum in de onmiddellijke omgeving van dit Chinese bouwwerk verbaast me nu niet eens meer. Multicultureel Drenthe.
Via de watertoren van Meppel en de Meppelerweg kom ik in Nijeveen waar ik meteen linksaf ga en Kolderveen binnenrijd.

Langs de liniaal

Kolderveen. Wat een naam! Wie op de kaart kijkt denkt onmiddellijk dat deze omgeving volledig langs de liniaal is ingericht. Kaarsrechte sloten en vaarten, die hier ‘griften’ heten, langs even rechte wegen. Het lijkt een moderne polder. Toch is dit landschap al van zeer oude datum.
Al vanaf 1250 maakten de eerste bewoners vanuit het zuidwesten een begin met het graven van die sloten en griften. Zo werd de moerassige veengrond drooggelegd. De griften hadden een belangrijke functie voor het vervoer van turf en later van allerlei andere zaken. Eeuwenlang vond het transport in de omgeving van Kolderveen alleen via het water plaats. Op een zandrug midden in het veengebied werden de eerste boerderijtjes gebouwd. Paden langs het water maakten het mogelijk om op een gemakkelijke wijze de buren te bereiken. Zo ontstonden langzamerhand de langgerekte streekdorpen Kolderveen en Nijeveen, later gevolgd door de noordelijker gelegen buurtschappen Kolderveense en Nijeveense Bovenboer.
Ik rij langzaam door Kolderveen. Rechts de oude coöperatieve zuivelfabriek ‘De Venen’, waarin nu kunstenaars een plaats hebben gevonden om te wonen en te werken. Een eind verder aan de linkerkant, eigenlijk al buiten het dorp, plotseling een groot hek met daarop in ijzeren letters ‘Thijs van Urklaan.’ Ik stop en zie achter het hek een schitterende beukenlaan met aan het eind een kerk. Een hoog gebouw met een massieve toren. Een wonderlijke plek. ‘Nederlands Hervormde kerk Kolder- en Dinxterveen. Dienst zondags 10 uur’ meldt een bordje aan het begin van de laan. Een legende vertelt dat de kerk op deze plaats is terechtgekomen, omdat tijdens het transport van de bouwmaterialen de as van de wagen brak en men niet verder kon. De kerkbouwers zagen dit als een aanwijzing van God waar ze niet omheen konden. Daarom verrees de kerk buiten het dorp.
Via de buurtschap Roekebosch rij ik over de Gasthuisdijk, die net buiten de provincie Drenthe loopt, naar De Klosse. Het landschap is kaal. Beslist niet Drents. Links zie ik rietvelden en bulten riet. Het land is nat. De sloten staan vol water. Enkele KLM-vogels staan in dat drassige land. De ANWB-paal op het kruispunt in De Klosse geeft aan dat ik slechts twee kilometer verwijderd ben van Giethoorn. Steenwijk ligt rechtdoor op zeven kilometer.

Weinig moois

Ik sla rechtsaf, steek de provinciegrens weer over en kom dan in het dorp met die wonderlijke naam: Kolderveense Bovenboer. Het ligt midden in een weidse vlakte. Links in de verte zie ik een toren. Dat moet Steenwijk zijn. Er is weinig moois hier. Burgerhuizen en boerderijen. Enkele grote loodsen van loon- en grondverzetbedrijven. Een derde bedrijf in deze sector heeft nog iets fraais toegevoegd. Het doet ook aan landschapswerk, zoals een fraai bord meldt. Een ander bord deelt mee dat er kamers te huur zijn. De mededeling is internationaal: ‘Bed and Breakfast, Zimmer frei, Chambres à louer.’ Wanneer zouden hier voor het laatst gasten uit Frankrijk gelogeerd hebben? Er is hier niets. Geen winkel, geen café, geen school, geen kerk. Helemaal niets van dat alles.
Ik sla linksaf de ‘Gorthoek’ in. Een smal weggetje en mooie boerderijen. In Kolderveense Bovenboer en omgeving zie ik een boerderijtype dat ik elders in Drenthe nog nooit heb gezien. Hier worden in aansluiting op de traditie in Noordwest-Overijssel boerderijen gebouwd met een oplopende noklijn. Vanwege die helling worden ze wel kameelrugboerderijen genoemd. Ik zie enkele fraaie voorbeelden hiervan. Het is ook zo ongeveer het enige bijzondere dat ik hier vind.
O ja, die naam. Waar komt die vreemde naam vandaan? Ik vraag het aan enkele inwoners die op deze mooie dag in de tuin bezig zijn. De derde persoon die ik aanspreek, vertelt mij dat Kolderveen het koude veen betekent, terwijl Nijeveen staat voor het nieuwe veen. Ten noorden hiervan liggen de buurtschappen Kolderveense en Nijeveense Bovenboer. Dat zijn als het ware de bovenburen. Vandaar die opvallende namen. Het klinkt mij aannemelijk in de oren.
Ik weet genoeg en heb het hier wel gezien. Via Nijeveense Bovenboer rij ik richting Havelte. Ik kruis de snelweg Meppel-Heerenveen-Leeuwarden. Vanuit Havelte rij ik langs de Drentsche Hoofdvaart weer naar het noorden.