Een literatuurfestival ontsproten aan het brein van het jubilerende tijdschrift Noorderbreedte, dat al 25 jaar veel natuur, landschap, cultuurhistorie, architectuur en kunst in zijn pakket heeft, maar daar drie dagen lang een grote dosis proza en poëzie aan toevoegde. Zestien Noordelijke dichters/schrijvers uit Groningen, Friesland en Drenthe kwamen op uitnodiging naar Schiermonnikoog om daar bezoekers en eilanders voor te lezen uit eigen werk.

Nu is het lezen van een goed boek op zich op Schiermonnikoog geen unicum. Niemand kijkt verbaasd wanneer een van de gasten in de lounge van Hotel van der Werff in een van de rode fauteuiltjes Homerus in zijn moerstaal zit te lezen en ook de schappen in de plaatselijke boekhandel zijn over het algemeen ruim voorzien van de betere titels. Maar een complete invasie van schrijvers/dichters met aanhang en fans, dat is toch wel even andere koek dan die je normaal bij bakker Klontje haalt. Een literatuurfestival ontsproten aan het brein van het jubilerende tijdschrift Noorderbreedte, dat al 25 jaar veel natuur, landschap, cultuurhistorie, architectuur en kunst in zijn pakket heeft, maar daar drie dagen lang een grote dosis proza en poëzie aan toevoegde. Zestien Noordelijke dichters/schrijvers uit Groningen, Friesland en Drenthe kwamen op uitnodiging naar Schiermonnikoog om daar bezoekers en eilanders voor te lezen uit eigen werk.

Achter elkaar doorlezen

‘Het is het hoogtepunt in mijn loopbaan hier’, zo verklaarde burgemeester Bertus Fennema donderdag na afloop terwijl hij zich naar de vaste wal liet verschepen. Hij opende ook het festival, dinsdagavond 13 februari in het Cultureel Centrum Schiermonnikoog, de voormalige gereformeerde kerk. Daar werden ooit de kerkbanken getransformeerd in een groot toneel, waar de zestien schrijvers om de beurt acte de présence gaven. ‘Cultuur stoort zich niet aan bestuurlijke grenzen’, zo introduceerde de burgemeester hen. Bestuurlijke grenzen dan misschien wel niet, maar taalgrenzen wel degelijk, zo bleek later. Groningers, die geen Fries verstaan, Friezen die Drentse uitdrukkingen missen, het was hard werken voor de bezoekers. Zelfs voor de burgemeester, die zich tijdens de opening waagde aan een gedicht van C.O. Jellema, maar hoorbaar moeite had met punten en komma’s. ‘Gewoon achter elkaar doorlezen’, zo adviseerde de Groninger dichter vanuit de zaal. Het mocht niet baten en dus deed Jellema het zelf nog maar even over: achter elkaar doorlezend, zoals het hoort, maar hij is dan ook de dichter; en hoewel buiten het programma om, de eerste echte van die avond. Er zouden nog vijftien volgen of zoals presentatrice Rika Dijkstra het noemde: ‘Aan mij de taak ze er allemaal door te jassen.’

Grenzen vervagen

En daar is hij dan. Gerrit Krol, de bijna gekroonde koning van de Groninger letteren sinds hij de P.C. Hooftprijs won, mag het spits afbijten, maar niet nadat er eindeloos is gemorreld met het leeslampje boven de lessenaar. Zonder succes overigens. Het lampje weigert dienst en zal deze dwarsliggerij pas opgeven als Krol na drie uur en vijftien andere schrijvers om elf uur de avond ook weer mag afsluiten.
Marga Kool, Piter Boersma, Jan Siebo Uffen, Trinus Riemersma, Cor Jellema, Ger Siks, Kees Visscher, Jan Iden, Lukas Koops, Bartle Laverman, Aafke Steenhuis, Driek van Wissen, Rieks Siebering, Jacobus Smink en Jan Veenstra: stadsgedichten, strandgedichten, de liefde, de natuur, een prozaïsche affaire in Centerparcs, de zee (weliswaar die van Ameland), klederdrachtpakketjes voor Drentse kinderen, de kleuren van Turner aan de waddenkust, anekdotisch, Hoedje Wip, een opgroeiende punkdochter. Bulderend gelach bij Kees Visscher, ontroering bij Marga Kool, herkenning bij Aafke Steenhuis, aandachtige stilte bij Cor Jellema, verrassing bij het expressionisme van Bartle Laverman, verwondering om het subtiele millimeterwerk van Gerrit Krol. Veel dialect, soms te veel dialect, soms onbegrijpelijk dialect. Maar dan is daar gelukkig de gelagkamer en de Joustra bij Van der Werff. Het wordt laat die eerste avond. De grenzen vervagen.

De ontdekking van Schiermonnikoog

Die grenzen zullen steeds verder vervagen naarmate het festival vordert. Deels door de Joustra, maar meer nog door bijvoorbeeld het ‘Moi’, waarmee Egbert Meijers de volgende middag in Hotel Duinzicht zijn publiek verwelkomt; ‘de ontdekking van Schier’ zo gaat de mare, maar ontdekt is de Drentse singer/songwriter allang. Ontdekt of onontdekt, hij zingt gewoon liedjes van zijn nieuwe cd, zoals over het Californië van Drenthe en de Drentse veenarbeider Menno van Houten. En dan door het Kerkelaantje naar Herberg Rijsbergen, waar in de huiskamer van deze low-budgetaccommodatie Martin Korthuis zijn liedjes ten gehore brengt ter afwisseling met Trinus Riemersma en Lukas Koops. Ook Korthuis is singer/songwriter, maar dan een eilander. ’s Avonds in Hotel Graaf Bernstorff heeft hij er al snel de stemming in. Voor de tap, met rinkelende glazen en een enkel sneuvelend glas, zingt hij heel toepasselijk ”t Is nog nooit zo donker west, nog nooit zo rumoerig west’, en daarmee heeft hij de meezingers al rap op zijn hand. En terwijl in Hotel van der Werff Ger Siks, Cor Jellema en Jacobus Smink voorlezen uit eigen werk en Rika Dijkstra en Wouter de Koning (De Koning en de Dame) Gronings-Afrikaanse blues de zaal inslingeren, vertelt Rieks Siebering in hotel Bernstorff over de liefde of eigenlijk over de onmacht tot overgave in de liefde en Jan Veenstra over Drentse condooms en fysiek geklungel: ‘In de liefde ben ik een tamelijk grote sukkel’, zo houdt hij zijn gehoor voor. Herinneringen bij Kees Visscher van wie je de prachtigste Groningse bijvoeglijke naamwoorden kunt leren. Ook herinneringen bij Gerrit Krol in de N.H. kerk. Niet de gulle lach van Visscher. Gekrulde mondhoeken bij de herinneringen van Krol, waarbij het lijkt alsof zijn jeugd zoveel meer had te bieden dan de jouwe. Driek van Wissen mag afsluiten met zijn taalstukjes. Staan, zitten, liggen, alles nog eens na te lezen op www.gedicht.nl . De Joustra en het bier wachten weer bij Van der Werff. Was er tijdens het voorlezen soms nog behoefte aan vertalingen van de vreemde dialecten voor het opheffen van de taalbarrière, de grenzen zijn volledig verdwenen als in een hoek van de lounge de Friezen het Groningse volkslied aanheffen.