Luigi Pappalettera is geboren in 1961 in het Italiaanse dorp Trani, vlakbij Bari aan de Adriatische Zee. Op zijn zeventiende volgde hij een kappersopleiding in Milaan, waar heeft ook als kapper heeft gewerkt. Tijdens zijn militaire dienst ontmoette hij in Rimini een meisje uit Groningen, dat later zijn vrouw werd.

‘Toen ik in Nederland kwam zag ik vanuit de trein het groene vlakke Nederland, zeer vlak, met de nadruk op vlak, en met koeien, heel veel koeien’, vertelt Luigi lachend. ‘Af en toe passeerden we een dorpje met vier of vijf huizen aan weerszijden van een weg. Je hebt hier veel verspreide bewoning in heel kleine dorpjes. Dat zie je niet in Italië, daar zijn grotere woonconcentraties.’
Luigi ken ik al jaren. Hij werkte aanvankelijk bij een kapperssalon in de Zwanestraat. Sinds een jaar of zeven heeft hij zijn eigen zaak Qnipp in de Visserstraat. Luigi is een verwoed visser en neemt fotograaf Elmer Spaargaren en mij mee naar het wierdendorp Winsum. Hier in de buurt van dit dorp vist hij regelmatig in de zomer met vrienden.

Keurig gekleed naar de kerk

Terwijl we door Winsum lopen wijst Luigi enthousiast op een Fiat 500, bijna een oldtimer, die hier zomaar te zien is. Luigi: ‘Toen ik voor het eerst in Winsum kwam, vond ik het een aantrekkelijk en vooral knus dorp met zijn mooie kerk, molens en huizen met de tuintjes langs het water. Dat geeft volgens mij een mooie weerspiegeling van een dorpje van zo’n honderd of tweehonderd jaar geleden.’
‘Ik vind het prachtig om met mooi weer te vissen op een vroege zondagmorgen in Winsum of Onderdendam. Als ik daar aan het water zit, dan zie ik de mensen keurig gekleed naar de kerk gaan; dat vind ik ook bijzonder. Je vindt hier mooie natuur en veel rust. Door mijn hobby heb ik het landschap van Groningen en Friesland leren kennen, want door het vissen kom je op plaatsen waar je normaal niet zo gauw zou komen.’

Schiermonnikoogse strand

Luigi heeft in de loop der jaren een heel stevige binding gekregen met Nederland. Een jaar of tien geleden heeft hij nog overwogen om terug te gaan naar Italië, maar dat wil hij nu niet meer.
‘Weet je wat ook totaal anders is’, zegt Luigi, ‘dat is de zee. Die is hier niet blauw en groen en je ziet ook geen bodem. De zee is ook veel gevaarlijker dan in Italië, want je hebt daar minder stroming en minder eb en vloed. Wat ik zo bijzonder vond, bijzonder mooi overigens, was het strand op Schiermonnikoog. Daar liep ik twintig minuten over het strand en toen kon ik pas de zee goed zien.’

Veel regels

‘Nederlanders zijn heel aardig en gastvrij, hoewel ze dat zelf niet vinden. Men groet je op straat, zelfs mensen die ik niet ken. In Italië groet je alleen mensen die je kent. Nederlanders zijn wel meer geremd, Italianen zijn uitbundiger en enthousiaster.’
‘Er wordt heel veel geregeld in Nederland. Neem al die fototoestellen langs de weg om de snelheid te meten. Te veel regels betekent dat de mensen die regels gaan overtreden. Als je een boom wilt planten kan dat, maar als je hem wilt kappen heb je een vergunning nodig. De regels zijn gemaakt om ze af en toe te overtreden. Dat betekent overigens niet dat ik regelmatig te snel rij, want mijn vrouw zit naast me en zij houdt de snelheid in de gaten.’

Cultureel erfgoed

‘In Nederland heeft men de neiging oude dingen snel af te breken en nieuwe dingen neer te zetten. Dat gebeurt in Italië niet. In mijn geboortedorp is de kern van de nederzetting blijven bestaan. Je ziet nog steeds dezelfde gebouwen, dezelfde pleinen en bomen als in mijn jeugd. Als er een nieuwe zaak in een antiek pand komt dan zal men de architectuur van het oude gebouwen in stand laten en die met oude en nieuwe bouwtechnieken versterken.’
‘Ik denk dat Nederland slecht met zijn oude cultuurhistorische gebouwen omgaat. De laatste jaren zijn er in Italië rampen geweest: aardbevingen en overstromingen. Dat heeft ertoe geleid dat men op een grootschalige manier bezig is geweest om waardevolle panden en kerken met hun oude mozaïeken, muurbeschilderingen en de fresco’s te restaureren. Italië is veel groter dan Nederland, maar heeft veel minder geld, Nederland is economisch veel gezonder. Toch geeft Nederland weinig geld uit voor dit cultureel erfgoed. Italië heeft daar veel meer respect voor. In Nederland moet men dit soort zaken regelen via gironummers, loterijen en speciale acties.’

Pasta di mamma

‘De Italiaanse architectuur is beroemd, zelfs in Groningen met Mendini, Natalini en Grassi. Zo vind ik de Waagstraat veel mooier geworden en het museum is ook heel bijzonder en ook heel mooi, evenals de openbare bibliotheek. Dat is dan toch een beetje Italiaans in Groningen. Wat ik echter mis is de pasta di mamma. Ik bel regelmatig met mijn moeder als ik Italiaans wil koken. Zij geeft mij dan het juiste recept. Na een Italiaanse maaltijd gaat er natuurlijk niks boven een expresso.’