Het wierdendorp Dorkwerd ligt ten noordwesten van de stad Groningen, vlakbij de plaats waar het Reitdiep het Van Starkenborghkanaal kruist. Hier ligt een schutsluis in het Reitdiep en even verder richting Groningen, tussen beide waterwegen, een slibdepot van de provincie.

Dorkwerd maakt deel uit van het Noordwest-Europese terpen- en wierdenlandschap, dat zich uitstrekt over Friesland, Groningen, Niedersachsen, Schleswig-Holstein tot in Denemarken. Het is een cultuurhistorisch landschap dat zijn weerga niet kent.
Dorkwerd ligt ook in het Reitdiepgebied, dat zich uitstrekt vanaf de stad Groningen tot het Lauwersmeer. Langs het sterk kronkelende Reitdiep ligt een landschap met een hoge cultuurhistorische waarde. Het gebied is 2500 jaar continu bewoond geweest en al die tijd een agrarisch gebied gebleven. Naast de wierden bepalen ook andere elementen zoals de hoofdlijnen van de verkaveling, de kronkelende wegen en waterlopen, de cultuurhistorische hoofdstructuur van het gebied. Hierrtoe dragen ook de latere cultuurhistorische elementen bij als sluizen, bruggen, molens en borgen.

Derrie

Het dorp bestaat uit een kerk, een pastorie en boerderij en een paar huizen. Het dorp telt 23 inwoners en met de omliggende boerderijen zo’n 50. De hervormde kerk staat op de afgegraven wierde en dateert van 1648 en is waarschijnlijk gebouwd op de fundamenten van een vroegere kerk. De kloostermoppen in de kerk wijzen hier eveneens op. De toren is gebouwd in 1869 ter vervanging van een houten klokkenstoel. De klok is afkomstig van de kerk van Wierum.
In de Middeleeuwen werd het dorp Dorquerth of Dorquart genoemd. ‘Dork’ betekent derrie, zwarte grond, en ‘werd’ betekent wierde.
De wierde van Dorkwerd is afgegraven in 1906. Toezicht op de afgraving werd uitgeoefend door een student, de later beroemd geworden hoogleraar A.E. van Giffen. In een interessant rapport van E. Westra over de dorpen Dorkwerd en Wierum, waaruit gegevens gebruikt zijn voor dit artikel, lezen we dat de kerkvoogden na ampel beraad besloten hadden de grond af te graven. De grond werd naar het Reitdiep afgevoerd via een smalspoortje, waarop lorries reden, vanwaar het per schip vervoerd werd naar de arme zandgronden. Dit betekende welvaart in het dorp want de grond bracht de aanzienlijke som op van 6.965 gulden.

Fraaije pastorie

Op de foto, genomen in noordoostelijke richting, zien we in het midden van de wierde de kerk en het kerkhof en een grote boerderij. Het vlakke stuk grond tussen de kerk en deze boerderij was vroeger een boomgaard. Rechts van deze boerderij heeft vroeger nog een boerderij op de wierde gestaan. De kadastrale kaart van 1831 noemt het stuk grond aan de linkerkant van de kerk, dat op de foto begroeid is met paardebloemen, de noorderwierde en het stuk aan de rechterkant de zuiderwierde. Rond de wierde loopt een sloot en gedeeltelijk een weg. Tegenover de hervormde kerk bevindt zich de pastorie. Het Aardrijkskundig Woordenboek van A.J. van der Aa uit 1841 schrijft hierover: ‘In 1829 is hier eene nieuwe en fraaije pastorie gebouwd, in plaats van de vorige, welke te Wierum stond en toen, even als de kerk aldaar, is afgebroken. Uit de pastorie te Dorkwert heeft men een schoon gezigt op de Hunse, alsmede op den druk bezochten kleiweg, die hier ten O. voorbij loopt.’

Onder de linden

Aan de bovenkant van de foto zijn nog drie huizen te zien. Het rechter huis is de vroegere herberg Onder De Linden, waar in 1919 een smederij gehuisvest was. Het etablissement bevatte een doorrit voor achttien paarden, die er ook verzorgd konden worden. Reizigers die richting Friesland reden, frekwenteerden de herberg regelmatig, evenals studenten uit Groningen.
Het kleine huisje linksboven is de in 1810 gebouwde school met de in 1832 aangebouwde onderwijzerswoning. Dit schooltje werd rond 1840 nog bezocht door zo’n 25 scholieren. Vanaf dat schooltje liep vroeger langs de sloot een pad naar het Reitdiep (linksboven nog net zichtbaar) en daar bevond zich vroeger een voetveer; aan de overkant was een veerhuis. In 1868 is een nieuwe school gebouwd, die in 1900 weer is opgeheven.
De twee huizen, gelegen aan de Zijlvesterweg, aan de rechterkant van de foto dateren van het einde van de negentiende eeuw. Een derde woning, waarin zich een winkel bevond, is afgebrand in 1942. De winkel is toen verplaatst naar het huis tegenover de pastorie en heeft daar tot 1962 als zodanig gefunctioneerd.

Niet zeer gezellig

Langs de Hogeweg van Groningen naar Dorkwerd wordt een nieuwe wijk gebouwd naast de jeugdgevangenis Het Poortje. Deze wijk staat op de verkeerde plaats en doet absoluut geen recht aan de stedenbouwkundige traditie die zo kenmerkend is voor de stad Groningen. Het zijn grote, witte mediterrane huizen met insteekhavens op te kleine percelen in een waardevol cultuurlandschap.
In het kader van de culturele manifestatie Via Dorkwerd is op de landtong tussen de schutsluis en het slibdepot een tijdelijke paviljoen gepland in de vorm van een met gras begroeide wierde. Hierin wordt door de Britse filmregisseur, beeldend kunstenaar en tentoonstellingsmaker Peter Greenaway een tentoonstelling samengesteld.
De bewoners van Dorkwerd hebben zich tegen de bouw van dit paviljoen op deze lokatie verzet. Ze vrezen te veel overlast en herrie van dit culturele evenement en willen niet zonder overleg door stad en provincie overruled worden. Dat is nu zo en dat was zo’n kleine twee eeuwen geleden ook al zo. Uit het schoolmeestersrapport van Harm Guikema uit 1828 citeert Westra enige saillante details over Dorkwerd en zijn bewoners: ‘Dorkwerd bestond toen uit 13 boeren, 2 boerenarbeiders,1 herbergier, 2 slagers, 1 timmerman en 1 onderwijzer.
Over het algemeen zijn ze nogal phlegmatiek van complectie, peinsachtig van voorkomen, stil, niet zeer gezellig, gastvrij omtrent vrienden en bekenden, doch niet omtrent vreemdelingen (…)
Het zijn vrienden van den openbaren godsdienst zonder echte godsdienstge kennis. Vlijtige lezers in de oude gereformeerde predikantenboeken; vijanden van het gezang, behalve het schreeuwend psalmenzingen (…)!
Zonder smaak voor het beoefenen der kunsten, bijgelovig, doch vrienden van het onderwijs, enkel daarom, dat de kinderen de bijbel en andere godgeleerde werken kunnen lezen.’
Inmiddels is een nieuwe lokatie voor het paviljoen gevonden, 500 meter zuidelijker, waar de bewoners geen bezwaar tegen hebben.