Het is een paar dagen voor kerst. De schilders zijn aan het werk in het souterrain. Ze brengen in een rusig tempo houtimitatie aan op balken en deuren.

Het is een paar dagen voor kerst. De schilders zijn aan het werk in het souterrain. Ze brengen in een rusig tempo houtimitatie aan op balken en deuren. De ene fluit twee tonen bij elke ademhaling, geen melodietje alleen twee tonen, de hele dag. De andere geeft één twee keer per uur een luide aanzet voor een lied en gaat dan weer zwijgend verder met zijn werk. Tevreden, concentratie, rust. Kom daar eens om bij bijvoorbeeld een financieel planner. De telefoon gaat haast niet. Er komen geen bezoekers en op kantoor knutselen ze kerststukjes. Ze praten, lachen en eten chocolade kransjes.

Sloten was eeuwenlang een belangrijk knooppunt in de route Noord Europa Amsterdam, IJssel en Rijn; daarom reis ik via Rijssen. In de middag vanuit Groningen naar het zuiden gezakt tot waar ik ongeveer de IJssel vermoed en vanaf daar, tegen een lage zon in, naar het westen gereden. Langs Kampen de Zuiderzee in, bij Lemmer er weer uit en dan na een paar kilometers rechtsaf. Het is even om, maar je krijgt er wel wat voor.

Het ruikt naar koeien

De historische kern van Sloten is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Bezoekers moeten parkeren op een parkeerplaats aan het begin van de stad. Er zijn vijfentwintig plaatsen; meer bezoekers verwachten ze niet. Het ruikt naar koeien, verder is de lucht azuurblauw met een roestrode onderkant en van boven langzaam nijgend naar blauwzwart.
John is niet mee, de foto’s hebben we een paar weken geleden al gemaakt en de route via Rijssen vond hij teveel om.
Vanaf de parkeerplaats via de ontmantelde vesting werken van Menno van Coehoorn in een stief kwartiertje de stad rondgelopen. Een wandelaar vertelt dat het meest dominante gebouw van Sloten een veevoeder fabriek is. De hoogte is nodig voor het drogingsproces van de natte melk. De melk wordt gedroogd en zo ontstaat kalvervoer. Dan te bedenken dat een koe melk geeft zolang haar kalf daarom vraagt. De wandelaar wist dat niet, hij veronderstelt dat dat vroeger zo was. Het lijkt op kalververlakkerij, maar dat kan toch geen doel zijn. De winst zal hem wel zitten in het zoet houden van de kalveren met minder melk. Verwekt door kunstmatige insemenatie, over-geplant in een draagmoeder en gevoed met de geest van melk. Is het gek dat ze gek worden. ‘Hoeveel mensen werken daar?’, vraag ik, ‘in negentienzestig zo’n honderdtwintig en nu zo’n dertig’ zegt hij, ‘alles is computer gestuurd.’

Melkpoedermeisjes

Vanuit het raam zie ik achter zwarte kandelaar-bomen het 18e eeuwse decor van de overkant van Sloten. Mooi verlicht in kerstsfeer gelukkig zonder kerstman. Schuin tegenover het restaurant, aan mijn kant van het grachtje staat de stal van Bethlehem, nu nog leeg, het is een paar dagen voor kerst.
Eeuwen lang stond Sloten vol met vrachtverkeer. Nu is het klaar en geniet van haar rust en eigen schoonheid. Ik ben de enige bezoeker. Buiten het seizoen zie je Friesland zoals het bedoeld is, zonder de verstoring van de nieuwe gebruikers. De restauranthouder heeft m’n kaars aangestoken en zalm met brood gebracht. Gedachtig de reis naar Rome die niet doorgaat bestel ik Italiaanse wijn. Tegenover mij hangt de Nachtwacht, daarnaast een foto van een borduursel van de melkmeisjes van Vermeer. Melkpoedermeisjes. Daar weer naast beuken golven een gestrande bomschuit.

Vredig stadje

Ik wandel terug naar de parkeerplaats via de weerszijde van het grachtje en rond de stad in tegengestelde richting. Menno van Coehoorn was 31 toen hij de opdracht kreeg om de verdedigingswerken van Sloten te ontwerpen. Hij was geboren op Lettinga State bij Britsum. Hij heeft Bonn belegerd, gewerkt voor Nijmegen Luik Namen Coevorden en is op z’n vierenvijftigste door de Spaanse koning in de adelstand verheven. Het is een vredig stadje. De verdedigingswerken zijn goed gelukt. De gordijnen zijn nergens gesloten. Het verlichte grachtje is een plaatje; een stad sinds 1426. Een uitgelezen plek om kerstfeest te vieren.

Lauswold

Vorige keer dat we ook in december in Sloten waren was het zo koud dat we op de terugweg door en door verkleumde en niet verder kwamen dan Hotel Lauswold in Beetsterzwaag. Het was vochtig, onze jassen waren wit bevroren. Stijf van de kou en de acht lagen kleren kwamen we binnen en werden als wereldreizigers ontvangen. Ik ga voor het nagerecht naar Beetsterzwaag.
Langs de donkere leegte van het Tjeukermeer, over de A50 en de A7 met het Brandenburgs concert. Remlichten. Drie verfrommelde auto’s met twinkelende glasscherfjes er omheen, feestelijke witte en blauwe zwaailichten.
Lauswold in een lichtvriezende winteravond. Op het grasveld staat een grote kerstboom met druppeltjes licht, er naast een levensgrote os wat een koe blijkt te zijn. De hal is vol dennengeur. Als altijd hartelijke bediening. De lounge is leeg. Ik wil koffie en straks, in het restaurant, gepocheerde vijgen. In het vervolg reis ik altijd via Sloten. Het is om, maar het heeft sfeer.

Trefwoorden