Akkrum binnenrijden via de wegbewijzering 'Akkrum, Terherne, Jirnsum' en dan langs het NS-stationnetje het dorp in: Fryslân toont zich vanaf de snelweg in de naamgeving. Rients Gratama (68) is teruggekeerd naar zijn geboortegrond, na een 'uitstapje van vijftien jaar' aan de rand van de Veluwe, in Elburg. Afkomstig uit Pingjum, waar hij zijn jeugd doorbracht, via Leeuwarden en Birdaard aan de Dokkumer Ee, is hij weer op zoek gegaan naar die 'prachtige Friese luchten' en vond deze zomer zijn stek in het oude postkantoor in Akkrum.

‘Ik ken geen bomen of vogels uit mijn hoofd, is dat erg?’ verontschuldigt hij zich als hem gevraagd wordt wat hij als theaterman met het Friese landschap heeft. Het terug verhuizen naar Friesland valt toevallig samen met zijn vele optredens in de manifestaties van Simmer 2000, maar ‘dat heeft hoogstens de verhuizing bespoedigd, zodat we hier al konden wonen tijdens die shows.’ Samen met de Friese band De Kast gaf hij elf concerten in de tent van het Russische Staatscircus, hij deed mee in de openings- en slotmanifestatie en verzorgde een aantal optredens voor de Omrop Fryslân. ‘Een overdosis Gratama’, schimpt hij over zichzelf.

Friezen zijn een apart volk

Het plezier van Simmer 2000 was groot: ‘Het wij-onder-elkaar- gevoel is met name in de dorpen heel intens: jong en oud, van notaris tot schipper en timmerman, iedereen leeft zich uit tijdens zo’n feestavond.’ Hij is weer helemaal terug: ‘Friezen, ze spreken mijn taal, ik ben een Fries; ze lijken dus op mij en ik op hen. Maar verder ook niet. In Elburg waren de mensen ook okay. Zoveel verschillen moeten we nou ook weer niet creëren.’
Maar toch: ‘Friezen worden als een apart volk bekeken, meer dan mensen uit andere provincies en misschien moeten we daar ons voordeel mee doen.’
De vragen over zijn binding met natuur of landschap van deze provincie gaat hij lichtelijk uit de weg: ‘Cabaret gaat per definitie over mensen en als cabaretier behoor je eigenlijk een fikse dosis kritiek te hebben op de natuur- en milieubeweging. Natuur is meer iets voor chansonniers of grote theaterspektakels, zoals de Orpheus deze zomer op het water of Peer Gynt in een weiland.’

Dichter bij de zalen

Vanuit het verbouwde oude postkantoor, met door zijn vriendin prachtig geschilderde vloeren, mooie antieke plafonds en het bord aan de muur De tiid sil ’t leare, wil Rients Gratama nieuwe Friese theatershowtjes gaan doen. ‘Ik heb na de musical ‘Heerlijk duurt het langst’ een sabbatical-seizoen genomen, daarna kwamen de intensieve weken van deze zomer en ik zie nu wel wat er verder nog op me af komt.’
Hij begon met cabaret in 1957, deed tien jaar Friese voorstellingen, onder andere met het gezelschap Tetman en Jarich de Vries en werd toen ‘ontdekt’ door Wim Sonneveld. ‘In 1967 ben ik in mijn vak de grens overgegaan; met een orkestje in een oude Mercedes scheurden we het hele land door. Juist toen alle Hollanders die in de kunst werkzaam waren het platteland ontdekten, ben ik fysiek de grens naar het centrum des lands overgegaan en heb me in Elburg gevestigd. Al dat gedoe met reizen en de toenemende files stoorden me, ik wilde dichter bij de zalen zitten.’
43 jaar zit hij inmiddels in het vak. Hij heeft ontdekt dat je ook in het Fries wel de wereldtoestand kunt bespreken. Maar als er een aanbod voor een Nederlandstalige musical of een theatershow komt, doet hij weer mee.

Lage en hoge horizonnen

Simmer 2000 heeft niet echt opnieuw een Fries gevoel bij hem los gemaakt. ‘Nee, dat kende ik al, maar bij de Amerikaanse of Brabantse Friezen zag je wel opeens een explosie van Friestalige sentimenten loskomen. Ach, ja, de Friezen zijn romantisch, zeker als je ze vergelijkt met Groningers. Die zijn rationeler en denken economischer: Friese schilders maken hun horizon laag en schilderen veel lucht, die niks opbrengt, maar Groningse schilders maken hoge horizonnen; veel land, veel opbrengst.’

Zeekanter

Toch wil hij zich niet helemaal begraven in Friesland: ‘We hebben bewust een huis gezocht in de buurt van vierbaansuitvalwegen, want ik wil wel snel naar het Westen kunnen. Ik geef nog één dag per week les in Amsterdam. Dat bevalt uitstekend, maar ik zou er niet willen wonen.’ Hij prijst de luchten van het Noorden en het gevoel van het uitgestrekte land. ‘Ik ben een zeekanter, geboren aan de kust. Water en wind werken ontspannend, maar toch, na een middag heb ik dat weer gezien, het schiet me niet genoeg op, ik ben er te onrustig voor.
Mijn voorkeuren voor een landschap? De geur en kleur zoals ik die nog ken van Pingjum en Birdaard, die trekken. Hoewel ik ook in Elburg heerlijk woonde: heide, bos en de Veluwe, zoveel jaren een gevoel van vakantie of schoolreisje. Maar ook daar hadden de nabije IJsselmeerpolders mijn voorkeur: een mens moet consistent zijn in zijn aanbidding van rust en ruimte.’ Weidevogels in een open Fries landschap vindt hij absoluut prachtig: ‘Ze durven wat aan, heel anders dan de bosbewoners; die verschuilen zich achter een boom!’
Het landschap heeft zeker invloed op zijn werk: ‘Het tempo ligt lager in een landelijke omgeving, je relativeert meer.’
Maar de verschillen tussen stads- en plattelandsbewoners worden almaar kleiner. Het is juist leuk om van stad en platteland te genieten: ‘Dat pulserende gevoel van de grote stad. Mijn maatje Gerard Cox laat me af en toe Rotterdam weer eens zien, en dat is heel goed. Daarna denk ik hier wel eens: ik stik in de frisse lucht.’

Trefwoorden