Het beekdal van het Deurzerdiep, aan de oostrand van Assen, is een gebied van grote contrasten: een welhaast prehistorisch beekdal naast een steriel afvoerkanaal in het noorden, prachtige natuurgraslanden naast intensief bewerkte landbouwgronden in het midden en het zuiden, en de fraaie Amelter Es tegen de achtergrond van de hoogbouw van Assen.

Het huidige landschap van het Deurzerdiep heeft de kenmerken van twee toekomstbeelden. Zo is het toekomstbeeld van de jaren zestig en zeventig herkenbaar in de scherpe stadsrand met zijn hoge flats, en in de grote, sterk ontwaterde graslanden, maïspercelen en kavels met aardappelen en bieten (en hier en daar een smalle strook natuurgebied). Het is het achterhaalde toekomstbeeld van een stadsuitbreiding waarbij vooral het aantal woningen telde en er veel minder aandacht was voor de kwaliteit van de woonomgeving. Ook het beeld van een landbouw, die tot in de haarvaten is gespecialiseerd en gerationaliseerd, is in het gebied goed te herkennen.
Het toekomstbeeld van de jaren negentig is zichtbaar in de pogingen om de levendigheid van het beek- en esdorpenlandschap van het Stroomdallandschap van de Drentsche Aa te herstellen en voor recreanten interessanter te maken: het natuurareaal neemt langzaam toe, er komen nieuwe fiets- en wandelpaden, cultuurhistorische objecten worden hersteld en oude beekloopjes gereactiveerd, en her en der worden vistrappen aangelegd. Het recente advies van de Regionale Adviescommissie Drentsche Aa om van dit gebied een nationaal park te maken, past goed in dit beeld.

Geen rationele landbouw

Anno 2000 overheerst gelukkig het besef dat de kwaliteit van het wonen en werken in Assen en Rolde, en op iets grotere afstand Groningen alles te maken heeft met de landschappelijke kwaliteit van het Deurzerdiep en de rest van het Stroomdallandschap. Ook de landbouw begrijpt dat ‘rationele’ landbouw voor te weinig boeren perspectief biedt. Men beseft dat de agrarische activiteiten moeten worden verruimd en dat nieuwe functies voor de stad nodig zijn om de leefbaarheid van het platteland op peil te houden. Zo heeft het herstel van het Deurzerdiep tot een compleet beekdallandschap met veel natuur- en cultuurhistorische waarden in de stadsrand een welhaast economische betekenis gekregen. De diverse overheden blijken bereid te zijn om hier veel in te investeren.

Nationaal park

Met dit nieuwe perspectief voor ogen gaat er aan de oostrand van Assen veel veranderen. Grote delen van het gebied zijn inmiddels bestemd om te worden aangekocht en omgevormd tot natuurgebied. De overheid investeert grote bedragen in het herstel van het natuurrijke en cultuurhistorisch belangrijke landschap. Zo zegde staatssecretaris Geke Faber honderdduizend gulden toe voor de verdere uitwerking van het nationale park en de verbrede doelstelling.
Voor een goed functioneren van het gebied is echter meer nodig dan grondverwerving. Vooral het herstel van de hydrologische relaties zijn essentieel, zowel voor de natuur als voor de beleving van het beekdal. En voor de leefbaarheid is het nodig dat boeren en anderen financieel kunnen profiteren van de wandel- en fietsrecreatie. Dit vraagt om een integrale visie op de ontwikkeling van het Deurzerdiep.

Tien ideeën

Er werden tien ideeën ontwikkeld voor de gebiedsontwikkeling van het Deurzerdiep en de oostrand van Assen, met herstel van de waterhuishouding als uitgangspunt. ARCADIS en het Waterschap Hunze en Aa’s maakten op basis van de aspecten ecologie, waterhuishouding en landschap een kaart met projectvoorstellen. Vervolgens werd een deskundigenpanel gevraagd om hierover een oordeel te geven en aanvullend nieuwe voorstellen voor de gebiedsontwikkeling te doen. Behalve het waterschap en Staatsbosbeheer waren in dit panel ook de provincie Drenthe, de gemeenten Assen en Aa en Hunze, de Dienst Landelijk Gebied, het Recreatieschap en de IVN-afdeling Assen vertegenwoordigd.

Meer natuur en landschap

De kaart en de compositiefoto’s geven deze tien ideeën weer. De aanblik en de afwatering van het huidige, gekanaliseerde Deurzerdiep worden een stuk natuurlijker en de hoge kades worden grotendeels geslecht. Er komt ook meer beekdalnatuur in het gebied en het Dijkveld, tussen Assen en Loon, krijgt één beheer als stedelijk uitloopgebied, dat qua ecologie en waterhuishouding past bij de opzet van het Stroomdallandschap.
De zijloop van het Amelterdiep krijgt een facelift om de effecten van verdroging en meststoffen op te heffen. In dat kader worden ook in het Amelterbos maatregelen getroffen tegen de verdroging. Bovendien worden de archeologische vondsten op en rond de Amelter Es beschermd en komt er uitleg over voor het publiek.
Langs de oostrand van Assen komt een natuurrand, met de functie van uitloopgebied, waterberging en biezenfilter voor een betere waterkwaliteit. De benedenloop van het Anreeperdiepje krijgt een zelfde natuurlijke aankleding als de bovenloop, bij het NAM-gebouw, inclusief een vistrap. Bovendien wordt het Nijlandsloopje er weer op aangesloten. Het Deurzerdiep krijgt via de Anreeper Ruimsloot aansluiting op het natuurontwikkelingsproject Geelbroek, ten zuiden van het plangebied. Ten slotte wordt de huidige structuur van wandel- en fietspaden in het hele beekdal tegen het licht gehouden.

Aantrekkelijk gebied

Met al deze maatregelen stijgt de betekenis van het Deurzerdiep als aantrekkelijk woon- en leefgebied voor de wijde omgeving. En mocht er in het gebied van de Drentsche Aa een nationaal park komen met een gecombineerde natuur- en landbouwdoelstelling, dan past het Deurzerdiep er qua natuur en landschap goed in.

Dolf Logemann en Gerrit van Oosterom zijn werkzaam bij ARCADIS regio Noord, Henk Post bij Staatsbosbeheer regio Groningen-Drenthe en Jaap van Roon was tot 1 november in dienst van het Waterschap Hunze en Aa’s en thans van de Dienst Landelijk Gebied.